Gemeenten wensen hun burgers meer te betrekken bij ontwikkelingen in het publieke domein. Daarnaast krijgen gemeenten als grondeigenaar ook steeds meer te maken met wensen van burgers om hun leefomgeving zelf vorm te geven. Dit soort burgerinitiatieven kunnen diverse vormen aannemen. Denk aan het ondernemen van activiteiten in of het (her)inrichten van de openbare ruimte, zoals bijvoorbeeld bij door particulieren ingerichte (natuur)speelterreinen.
Een burgerinitiatief valt in het algemeen te definiëren als een niet-commerciële activiteit, georganiseerd en/of uitgevoerd door een groep burgers, die zich afspeelt in het publiek domein en die ten goede komt aan de samenleving.
Onder dit thema vindt u meer informatie over de mogelijkheden om ruimte te geven aan dergelijke burgerinitiatieven en hoe u dat dan zou kunnen doen. Zoals u hierna zult zien is een overeenkomst vaak het meest aangewezen instrument om goede afspraken te kunnen maken over het gebruik van de openbare ruimte en om de continuïteit van het burgerinitiatief te bevorderen.
De informatie spitst zich toe op een tweetal in de meeste gemeenten voorkomende burgerinitiatieven:
- burgerinitiatieven in relatie tot speelplekken en speeltoestellen
- burgerinitiatieven in relatie tot groenbeheer.
Meer informatie
- Burgerinitiatief: waar een wil is.... (de Nationale ombudsman, 2018, pdf)
In dit onderzoek naar de rol van overheidsinstanties bij burgerinitiatieven zijn uitgangspunten geformuleerd voor een behoorlijke invulling van de omgang met burgerinitiatieven. Dit zijn: een constructieve houding, optreden als één overheid en heldere en kenbare keuzes maken. - Eindrapport Right to Challenge (Universiteit Leiden, 2019) (download pdf via rijksoverheid.nl)
Een studie naar de mogelijkheden voor een algemene regeling voor het 'Right to Challenge' en andere burgerinitiatieven in Nederland.
Bij groenbeheer komen verschillende vormen van participatie voor. In de genoemde gevallen is en blijft de gemeente eigenaar van de grond.
- Inwoners krijgen de gelegenheid om zelf boomspiegels te beplanten of een geveltuintje aan te leggen. Een boomspiegel is de ruimte rond de stam van een boom. Een geveltuin is een strook planten tegen de gevel van een woning. Of inwoners beheren zelf stukken openbaar groen, zoals een groenstrook, een plantsoen of een hofje. Dit kan bijvoorbeeld het ontstaan van een buurttuin of een moestuin tot gevolg hebben. Voor deze vormen van beheer door bewoners wordt ook wel de term groenadoptie gebruikt.
- Inwoners en de gemeente verdelen samen de taken en verantwoordelijkheden voor een openbaar gebied, zoals bijvoorbeeld een park.
Inwoners krijgen de gelegenheid om zelf boomspiegels te beplanten of een geveltuintje aan te leggen of inwoners beheren zelf stukken openbaar groen
Juridische aspecten
Afspraken over het beheer en onderhoud van openbaar groen kunnen worden vastgelegd in een contract. Er zijn ook gemeenten die ervoor kiezen om geen contract te sluiten. Zij zien voor de betreffende stukken groen geen grote risico’s en regelen het groenbeheer alleen met beleid. Het voordeel daarvan is dat er minder administratieve rompslomp is. Het nadeel is dat er minder duidelijkheid is over de afspraken die gelden. Door wel een contract te sluiten is er meteen een schriftelijk bewijsstuk van de houderschapsrelatie. Hierdoor ontstaan er geen verjaringsproblemen.
Voorbeeld Delft
Voor het beplanten van boomspiegels en het aanleggen van een geveltuin is geen toestemming nodig van de gemeente. Wel gelden er richtlijnen. Inwoners kunnen ook bij de gemeente een plantenbak aanvragen om te onderhouden.
Verder faciliteert Delft het beheer en onderhoud van openbaar groen door inwoners. Alle afspraken over het beheer en onderhoud legt de gemeente vast in een beheerovereenkomst.
Voorbeeld Zaanstad
Het is in Zaanstad mogelijk om samen met buren of als vereniging of stichting groen te adopteren. De gemeente sluit een overeenkomst met de inwoners waarin de afspraken worden vastgelegd.
Meer informatie
- Voorbeeld Zaanstad (zaanstad.nl)
- Voorbeeld Delft (delft.nl)
- Verjaring en grondzaken
Inwoners en de gemeente verdelen samen de taken en verantwoordelijkheden voor een openbaar gebied
Juridische aspecten
Vaak wordt hiervoor een meer projectmatige aanpak gekozen en gaat het om een meer georganiseerde vorm van overleg tussen de bewoners(organisaties) en de gemeente over de inrichting en het onderhoud van het terrein. Hiervoor kan een samenwerkingsovereenkomst worden opgesteld. Ook het oprichten van een stichting behoort tot de mogelijkheden.
Voorbeeld Amersfoort
Voor de ontwikkeling van het Elisabethterrein tot een groen stadspark is de stichting Elisabeth Groen opgericht aan wie de inrichting en het beheer van het park is toevertrouwd. De afspraken tussen de gemeente en de stichting Elisabeth Groen zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst.
Voorbeeld Leiden
Bij de ontwikkeling van het Singelpark denken inwoners mee over het ontwerp, het gebruik en het beheer van het park. Met de Stichting Vrienden van het Singelpark is er bovendien een intensieve samenwerking.
Meer informatie
- Voorbeeld Amersfoort (elisabethgroen.nl)
- Voorbeeld Leiden (gemeente.leiden.nl
- Verjaring en grondzaken
De participatie van inwoners bij het inrichten van speelplekken komt voor in verschillende gradaties. De gradaties zijn:
1. Omwonenden krijgen inspraak in de inrichting van de speelplek.
2A. Bewoners beheren en onderhouden een speelplek. Hierbij kan het gaan om klein onderhoud en schoonhouden van de speelplek, maar het onderhoud kan zich ook uitstrekken tot groot onderhoud.
2B. Bewoners richten zelf een speelplek in, leggen deze aan en zorgen voor beheer en onderhoud. Hier laat de gemeente alles (inrichting, beheer en onderhoud) over aan de bewoners.
3. In veel gemeenten komt het voor dat bewoners losse speeltoestellen plaatsen in de openbare ruimte.
Omwonenden krijgen inspraak in de inrichting van de speelplek
Juridisch kader
De gemeente laat omwonenden meedenken en/of meebeslissen over de inrichting van de speelplek, maar blijft zelf verantwoordelijk voor de aanleg en het beheer daarvan. De gemeente regelt hier alleen de inspraak.
Voorbeeld Amersfoort
Amersfoort vroeg kinderen en buurtbewoners om mee te denken over de inrichting van speelplekken en speelruimte. Tijdens een wandeling langs speelplekken in de buurt konden de kinderen hun ideeën aangeven. Na de wandelingen met kinderen volgden inloopbijeenkomsten voor alle inwoners uit de wijk. Inwoners konden daar ideeën inbrengen en zelf met voorstellen komen. De input werd waar mogelijk meegenomen in de definitieve uitvoeringsplannen. Met deze plannen is de gemeente aan de slag gegaan met de uitvoering op speelplekken.
Meer informatie
- Voorbeeld Amersfoort (amersfoort.nl)
Bewoners beheren en onderhouden een speelplek / bewoners richten de speelplek zelf in
Juridisch kader
In deze gevallen leggen de meeste gemeenten afspraken over het beheer en onderhoud vast in een overeenkomst met de bewoners. Gaat het om enkele bewoners dan kan de overeenkomst met hen persoonlijk worden gesloten. Gaat het om een grote groep bewoners dan kan gecontracteerd worden met een met instemming van de bewoners aangewezen vertegenwoordiger van deze groep of bijvoorbeeld met de met instemming van een bewonerscommissie aangewezen leden van deze bewonerscommissie.
Bij een speelplek die wordt ingericht met vaste speeltoestellen op gemeentegrond, is er sprake van natrekking en wordt de gemeente eigenaar van de speeltoestellen. De gemeente wordt daarmee ook risicoaansprakelijk voor deze opstallen (artikel 6:174 BW). Dit betekent dat de gemeente aansprakelijk is bij een ongeval met een gebrekkig speeltoestel. Daarnaast kan de gemeente worden aangesproken door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit als het speeltoestel, zoals bijvoorbeeld een glijbaan, klimrek of wipkip, niet voldoen aan de eisen in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen. In de meeste gevallen blijven gemeenten daarom zelf de controles doen zodat gebreken aan de speeltoestellen tijdig ontdekt worden en de speeltoestellen blijven voldoen aan het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen. In overleg kan het door dit besluit vereiste logboek ook door bewoners worden bijgehouden.
De gemeente kan ervoor kiezen om in de overeenkomst met bewoners een vrijwaringsbepaling op te nemen. Een dergelijke bepaling zorgt ervoor dat de gemeente haar schade kan verhalen op de bewoners in het geval de gemeente aansprakelijk is voor schade door een gebrekkig speeltoestel.
Voor aansprakelijkheidsrisico’s van de gemeente kan een WA-verzekering worden afgesloten. Voor de risico’s die het werken met vrijwilligers met zich meebrengt kan de gemeente een vrijwilligersverzekering afsluiten.
Voorbeeld Tytsjerksteradiel
Tytsjerksteradiel plaatst zelf geen toestellen meer en pleegt zelf ook geen onderhoud meer. De gemeente laat vervanging en onderhoud over aan bewoners die zich organiseren in een buurtcommissie. De gemeente reserveert vervangingsbudget, de buurtcommissie krijgt de vrije hand om iets nieuws te bestellen als vervanging nodig is. 15% van het speeltoestel moet de buurtcommissie zelf betalen, de gemeente betaalt de factuur van de leverancier.
De gemeente sluit overeenkomsten over het beheer en onderhoud met de buurtcommissie. De buurtcommissie ontvangt een jaarlijkse onderhoudsbijdrage. Daarvan moet onderhoud en herstel worden bekostigd. De gemeente laat de toestellen jaarlijks keuren; de buurtcommissie is vervolgens verplicht om eventuele gebreken te herstellen.
Blijft het herstel achterwege of zijn er andere problemen - bijvoorbeeld omdat de buurtcommissie uiteen is gevallen of geen initiatief meer toont - dan wordt de speeltuin - na de buurt de gelegenheid te hebben gegeven om de alsnog verantwoordelijkheid te nemen - door de gemeente ontmanteld. Dit komt bijna nooit voor, omdat buurtbewoners de speeltuinen in de buurt vaak te zeer waarderen.
Voorbeeld Midden-Drenthe
In Midden-Drenthe zijn zo’n 135 plekken met speelvoorzieningen die openbaar toegankelijk zijn. Voor elke speelplek is er een contactpersoon in de wijk met wie de gemeente contact opneemt in geval van bijzonderheden of aandachtspunten in het onderhoud. De afspraken tussen gemeente en de contactpersonen staan beschreven in overeenkomsten. De gemeente doet het groot onderhoud en de jaarlijkse inspectie. De contactpersonen doen klein onderhoud en eens in de twee maanden een periodieke inspectie. Zij melden defecten aan de gemeente.
Buurtspeeltuinen hebben zich georganiseerd in de vereniging Speeltuinoverleg Midden-Drenthe. Speeltuinoverleg behartigt de belangen van de speeltuinvrijwilligers die aangesloten zijn als lid. Speeltuinoverleg kan hen bijvoorbeeld ondersteunen bij het aanvragen van subsidies. De wethouder heeft twee keer per jaar overleg met Speeltuinoverleg.
Meer informatie
- Voorbeeld Midden-Drenthe (speeltuinoverlegmiddendrenthe.nl)
In veel gemeenten komt het voor dat bewoners losse speeltoestellen plaatsen in de openbare ruimte
Juridisch kader
Hier wordt verschillend mee omgegaan. Er zijn gemeenten die bewoners hierop aanspreken en het plaatsen verbieden. Maar er zijn ook gemeenten die ruimte aan deze initiatieven willen geven. Zij gedogen het plaatsen van losse speeltoestellen. Zij verbinden er vaak wel bepaalde spelregels aan. Die spelregels zien met name op de veiligheid: onveilige speeltoestellen worden bijvoorbeeld niet gedoogd, maar weggehaald.
Bij plaatsing van losse speeltoestellen in de openbare ruimte is er geen sprake van natrekking en wordt de gemeente dus ook geen eigenaar van deze speeltoestellen. Dit betekent dat de risicoaansprakelijkheid van artikel 6:174 BW niet van toepassing is. Voor de eigenaar van een speeltoestel geldt dan weer wel de risicoaansprakelijkheidsregeling voor gebrekkige roerende zaken (artikel 6:173 BW). Als de gemeente weet dat er een gevaarlijke situatie is, dan kan zij op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk zijn voor opgetreden schade als zij de gevaarlijke situatie op gemeentegrond in stand laat. De gemeente zou bijvoorbeeld verweten kunnen worden dat zij (onveilige/gebrekkige) speeltoestellen niet heeft weggehaald. Daarnaast gelden ook hier de voorwaarden in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen.
Voorbeeld Amersfoort
Amersfoort vroeg kinderen en buurtbewoners om mee te denken over de inrichting van speelplekken en speelruimte. Tijdens een wandeling langs speelplekken in de buurt konden de kinderen hun ideeën aangeven. Na de wandelingen met kinderen volgden inloopbijeenkomsten voor alle inwoners uit de wijk. Inwoners konden daar ideeën inbrengen en zelf met voorstellen komen. De input werd waar mogelijk meegenomen in de definitieve uitvoeringsplannen. Met deze plannen is de gemeente aan de slag gegaan met de uitvoering op speelplekken.
Voorbeeld Almere
Ook in Almere gelden spelregels voor het door bewoners plaatsen van losse speeltoestellen in de openbare ruimte en worden gevaarlijke speeltoestellen verwijderd.
Meer informatie
Wetsartikelen
- Artikel 6:174 BW (wetten.overheid.nl)
- Artikel 6:162 BW (wetten.overheid.nl)
- Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (wetten.overheid.nl)