Gemeenten hebben bij Jeugdhulp en Wmo-ondersteuning de opdracht om bij de inkoop een goede verhouding tussen de prijs en de kwaliteit van de hulp te waarborgen. Een van de kostprijselementen is de indexatie voor loon- en prijsstijgingen.

De VNG en VWS geven jaarlijks rond deze tijd informatie die gemeenten kunnen gebruiken bij het maken van indexatieafspraken met aanbieders van Jeugdhulp en Wmo-ondersteuning. Lees:

Verhoging looncomponent met 1,13% in berekingen verwerkt

De integratie-uitkeringen (zoals beschermd wonen en Voogdij/18+) en decentralisatie-uitkeringen met betrekking tot Wmo en Jeugd worden door het rijk geïndexeerd met de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (ova) en het prijsindexcijfer particuliere consumptie (ppc). Over het algemeen wordt ongeveer 90% van de kosten van aanbieders als loongerelateerd beschouwd en 10% als prijsgerelateerd (materiële kosten).In de berekeningen is verhoging van de looncomponent van de tarieven Wmo en Jeugdhulp met 1,13% verwerkt.

Meer informatie