Simpel gezegd is het DSO een keten van digitale systemen die informatie uitwisselen. Door middel van werkplaatsen en Indringend Keten Testen (IKT) wordt al geruime tijd getoetst of de lokale systemen en de landelijke voorziening dit naar behoren doen. Inmiddels staat de basis. “Het is nu zaak dat gemeenten in hun eigen omgeving nagaan of alles technisch voldoende werkt en zo ja, ermee gaan oefenen”, stelt Wimfred. “Dit kunnen ze sinds kort zelfstandig doen. Via DSO-keten testen, een speciaal hiervoor ingerichte pagina op de VNG-website, delen we allerlei business scenario’s en tips die voortkomen uit onze ervaring met IKT en werkplaatsen. Het is immers zonde om iedereen zelf het wiel te laten uitvinden.”

We delen allerlei business scenario’s en tips die voortkomen uit onze ervaring met IKT en werkplaatsen; zonde om iedereen zelf het wiel te laten uitvinden.
 

Durf, leer en accepteer

Gemeenten kunnen met de scenario’s de hele DSO-keten testen, of de aparte delen, te weten de plan-, Toepasbare Regels- en de vergunningenketen. Wimfred licht hierbij de belangrijkste tips uit. “Als de materie nog nieuw voor je is, start dan met de speciale video om een goed beeld te krijgen van hoe de keten in elkaar zit. Omring je met een multidisciplinair team waarin alle rollen vertegenwoordigd zijn. En durf vooral te dóen! Koken leer je ook niet door eindeloos kookprogramma’s te kijken. Wees niet bang om fouten te maken. Begin gewoon klein, aan de hand van de DSO-keten testen. Je kunt het stap voor stap complexer maken. Veel gemeenten gingen je al voor, dus leer van hen, bijvoorbeeld via het VNG forum of via de netwerksessies. Ja, op sommige punten missen we nog functies in de planketen en zijn er tekortkomingen. Daaraan wordt volop gewerkt, maar er valt genoeg te leren en voor te bereiden met wat er wel is.” Wimfred raadt aan écht tijd te nemen voor verdieping. “Oefen met zoveel mogelijk scenario’s. En lees de handreikingen door. Dit kost absoluut tijd. Ik hoor – volkomen terecht – vaak dat het veel is, maar er staat zoveel waardevolle informatie in die je verder helpt.” Een Cruyffiaanse wijsheid acht hij hierbij essentieel: “Je gaat het pas zien als je het doorhebt. Accepteer dat je niet alles in één keer kunt doorgronden. Kauw er een tijdje op, alle informatie vindt zijn plek als je ermee aan de gang gaat.” Je zult tijdens het oefenen soms dingen tegenkomen die niet goed gaan of die je niet begrijpt. Dan roept Wimfred op dit zeker te melden. “Vragen en eventuele tekortkomingen in je eigen software kaart je aan bij je softwareleverancier. Loop je aan tegen iets dat niet klopt in de landelijke voorziening, neem dan contact op met IPLO. Vragen over processen en werkwijzen kun je eveneens mailen aan IPLO, maar je kunt ze ook stellen tijdens een van de vele interactieve sessies op het forum, zoals ‘Netwerk omgevingsplan’, of mailen aan omgevingswet@vng.nl.

Je gaat het pas zien als je het doorhebt; accepteer dat je niet alles in één keer kunt doorgronden.

Blijf up-to-date

Op de pagina ‘Status ontwikkeling functionaliteiten DSO’ kan iedereen terecht voor de actuele status van de ontwikkeling van de DSO-actualiteiten. Een aantal verbeterslagen rekent Wimfred tot de belangrijkste van dit moment. Te beginnen met de landelijke voorzieningen. “De juridische raadpleegbaarheid van het omgevingsplan wordt verbeterd, namelijk door de viewer met regels overzichtelijker en completer te maken. Ten tweede: de ontwerpregeling – die toont hoe een ontwerpbesluit de regeling gaat wijzigen – gaat beter getoond worden. En ten derde is de gebruiksvriendelijkheid van het loket een belangrijk punt. Zo wordt in kleine stapjes gewerkt aan het verbeteren van checken en aanvragen. Denk bijvoorbeeld aan het beter en duidelijker verwoorden van de conclusie die uit de vergunningscheck komt.” In gesprekken met softwareleveranciers over de (lokale) plansoftware ligt de nadruk op drie gewenste functionaliteiten. Wimfred legt uit: “Het gaat allereerst om ‘parallel wijzigen’, zodat er binnen de gemeente meerdere wijzigingstrajecten op het plan tegelijk kunnen lopen. Daarnaast besteden we aandacht aan het uitwisselen van plannen tussen gemeente en adviesbureaus. Tenslotte gaan we in op het tonen van plannen aan de gemeenteraad. Hiermee willen we zorgen dat het hele planproces, met alle wijzigingen en toevoegingen die daarbij horen, beter wordt ondersteund.” Al met al is Wimfred positief over de ontwikkelingen. “Op hoofdlijnen is er een heleboel af. Zowel in de lokale software als in de landelijke voorzieningen. Nu moeten we zorgen dat het van ‘bijna af’ naar ‘écht af’ gaat. En dit gaat nooit in één keer, maar in vele kleine stappen.”