Met een aantal belangrijke wijzigingen in de Gemeentewet wil de minister van BZK de integriteit van het decentraal bestuur bevorderen. De wijzigingen hebben belangrijke gevolgen voor de gemeenteraad, de burgemeester en de wethouders. Het is de bedoeling dat de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur op 1 januari 2023 van kracht wordt. Dit gebeurt met uitzondering van de nieuwe geheimhoudingsbepalingen: die treden op 1 april 2023 in werking. 

Wijzigingen in Gemeentewet

De Gemeentewet verandert als volgt:

  • Nieuwe wethouders moeten een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) overleggen.
  • De geheimhoudingsprocedure verandert op een aantal punten.
  • Raadsleden, burgemeesters en wethouders moeten nevenfuncties terstond en ook elektronisch openbaar maken.
  • Onverenigbare functies en de stemonthouding zijn duidelijker geregeld.
  • De Commissaris van de Koning heeft een prominentere positie bij integriteitskwesties in een gemeente.

Hieronder meer over deze wijzigingen. De wet is gepubliceerd als Staatsblad 2022/444. Het ministerie van BZK heeft een circulaire met nog uitgebreidere informatie over de wijzigingen naar gemeenten gestuurd.

Verklaring Omtrent Gedrag voortaan verplicht voor nieuwe wethouders

Nieuwe wethouders zijn voortaan verplicht om een VOG te overleggen. Het betekent dat betrokkene niet tot wethouder kan worden benoemd als die geen VOG kan overleggen. Tegen de weigering van een VOG is bezwaar en beroep mogelijk.

De overige vereisten voor het wethouderschap blijven bestaan. Zo is vereist dat men ingezetene van de gemeente is, de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en niet is uitgesloten van het kiesrecht. Ook mag dezelfde persoon niet in meer dan 1 gemeente wethouder zijn.

Verplichte risicoanalyse voor kandidaat-wethouders: wetsvoorstel in de maak

Een mogelijkheid om over andere dan strafrechtelijke handelingen enig inzicht te verwerven, is een integriteitanalyse. De VNG had hier al een vrijwillige integriteitstoets en het ministerie van BZK een vrijwillige basisscan integriteit voor ontwikkeld.

De Tweede Kamer heeft echter een motie aangenomen om te komen tot een verplichte risicoanalyse voor kandidaat-wethouders. Het ministerie van BZK werkt momenteel aan een zelfstandig wetsvoorstel hierover. De VNG houdt hierbij in de gaten of de procedure met voldoende waarborgen wordt omgeven.  

Verandering in geheimhoudingsprocedure

De geheimhoudingsprocedure verandert vanaf 1 april 2023 op een aantal punten:

  • De burgemeester is nu ook expliciet bevoegd om geheimhouding op informatie te leggen en deze informatie te verstrekken aan de raad, het college, de rekenkamer en een commissie.
  • Mondelinge informatie in besloten raadsvergaderingen is voortaan van rechtswege geheim.
  • De mogelijkheid vervalt om individuele raadsleden onder geheimhouding te informeren.
  • De raad hoeft de geheimhouding niet meer te bekrachtigen maar kan die wel opheffen.
  • Een raadslid of commissielid dat in strijd handelt met een geheimhoudingsplicht kan bij besluit van de raad ten hoogste 3 maanden worden uitgesloten van het ontvangen van informatie waarop een verplichting tot geheimhouding rust.

Naar aanleiding hiervan hebben we het VNG-model Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en de VNG-model Verordening op de raadscommissies aangepast. Meer informatie over de wijzigingen. Bovendien hebben we een praktisch overzicht gepubliceerd van de verschillen tussen de huidige en de nieuwe geheimhoudingsbepalingen, zie Factsheet over nieuwe geheimhoudingsbepalingen Gemeentewet

Nevenfuncties voortaan terstond openbaar maken

Raadsleden, burgemeesters en wethouders moeten nevenfuncties voortaan terstond na de benoeming of aanvaarding van een nieuwe nevenfunctie openbaar maken. Die openbaarmaking moet ook op elektronische wijze, naast de bestaande terinzagelegging op een fysieke locatie.

De stukken die ter inzage worden gelegd, hoeven niet in schriftelijke vorm aanwezig te zijn. Een inwoner kan bijvoorbeeld met ondersteuning via een beeldscherm op het gemeentehuis toegang verkrijgen tot gegevens die in digitale vorm ter inzage zijn gelegd.

Onverenigbare functies raadsleden

Een raadslid mag geen werkzaamheden verrichten ten behoeve van de gemeente waar hij/zij raadslid is tenzij het raadslid vrijwilliger is, of uit hoofde van een wettelijke verplichting - en niet bij wijze van beroep - hulpdiensten verricht. 

Raadsleden werkzaam voor een (gemeente in een) samenwerkingsverband 

De Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur bevat geen absoluut verbod voor een raadslid om werkzaamheden uit te oefenen voor een samenwerkingsverband waaraan het eigen gemeentebestuur deelneemt. Zolang de werkzaamheden maar niet specifiek worden uitgeoefend ten behoeve van bestuurders van de gemeente waarin iemand raadslid is. Dit hangt af van de precieze functie en het exacte takenpakket bij de gemeenschappelijke regeling. Dat geldt ook voor een raadslid dat werkt voor een andere gemeente die is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de 'eigen' gemeente (waar hij/zij raadslid is) ook deel uitmaakt.

Een aanpassing van het takenpakket of een bepaalde verantwoordelijkheid in de uitoefening van de werkzaamheden kan helpen bij het minimaliseren of voorkomen van mogelijke onzuiverheden in de verhoudingen. Het is raadzaam dat de werkgever en het raadslid tijdig in gesprek gaan en op constructieve wijze naar de verschillende mogelijkheden. Maatwerk en het maken van goede afspraken zijn daarbij van belang 

Dit is primair de verantwoordelijkheid van het raadslid. De gestelde norm richt zich immers tot het raadslid, ook de gevolgen die de wet aan het aangaan van een onverenigbare betrekking verbindt, richten zich tot het raadslid. De rol van de werkgever is enkel om mee te denken over een manier waarop een werknemer die ook raadslid is, werkzaamheden kan verrichten zonder dat de zuiverheid van verhoudingen in het geding komt. Het is niet aan de werkgever om te beslissen of de functies al dan niet verenigbaar zijn. 

(Niet) deelnemen aan stemmingen en beraadslagingen

Een raadslid mag niet deelnemen aan een stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. Voortaan geldt dat ook voor de beraadslaging. Er is bovendien verduidelijkt dat artikel 2:4 Awb (verbod op vooringenomenheid) niet op deze beraadslaging en stemming van toepassing is.

Het raadslid maakt zelf de afweging om al dan niet deel te nemen aan de beraadslaging en stemming. In een reglement van orde of in de gedragscode kunnen procedurele bepalingen worden opgenomen die een afweging ondersteunen.

Adviserende en bemiddelende rol Commissaris van de Koning

Binnen het gemeentebestuur draagt de burgemeester een bijzondere verantwoordelijkheid voor het bevorderen van de bestuurlijke integriteit. Het lokale politieke krachtenveld kan ertoe leiden dat de burgemeester belemmerd wordt om te handelen naar deze plicht, of dat een bestuurlijke situatie zodanig escaleert dat hij de grip verliest. De Commissaris van de Koning (CvdK) heeft een adviserende en bemiddelende rol wanneer sprake is van verstoorde bestuurlijke verhoudingen binnen een gemeente, of van een situatie waarbij de bestuurlijke integriteit van een gemeente in het geding is.

De CvdK mag voortaan alle vergaderingen van het gemeentebestuur bijwonen en alle documenten inzien waarvan naar zijn redelijk oordeel voor het vervullen van zijn specifieke taak kennisneming nodig is. Op die wijze kan hij voortaan ook kennisnemen van informatie die in verband met bijvoorbeeld geheimhouding niet openbaar toegankelijk is of deelnemen aan vergaderingen die besloten zijn. Het is de bedoeling dat de CvdK's met het oog op de autonomie en het zelfreinigend vermogen van gemeenten niet lichtvaardig van deze bevoegdheid gebruik zullen maken.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over deze wijzigingen? Dan kunt u terecht bij de VNG via telefoonnummer 070 - 373 83 93 of ons contactformulier