VNG Magazine nummer 5, 22 maart 2024

Tekst: Marten Muskee | Beeld: Dirk Hol

Gemeenten zijn cruciaal bij de bouw van honderdduizend nieuwbouwwoningen per jaar tot 2030, zegt Hein de Haan. Hij reflecteert op de Woontop waar twaalf organisaties de Uitvoeringsagenda Wonen ondertekenden.

Woontop VNG

Hein de Haan (PvdA) is wethouder in Leeuwarden en hield als lid van de VNG-commissie Ruimte, Wonen en Mobiliteit de vinger aan de pols bij het opstellen van de Uitvoeringsagenda Wonen. Hij zegt dat bouwplannen echt te lang duren. ‘Gemeenten zijn een belangrijke sleutel bij het verkorten van de proceduretijd. Als we aan de bal zijn, moeten we actief zijn. Dat is in de besluitvorming, in de participatie en in het hele voortraject. Het is urgent dat gemeenten dat voortvarend, integraal en snel oppakken.’
De Woontop, zegt De Haan, was een mooie afsluiting van de gezamenlijke inspanningen van die twaalf partijen om tot de uitvoeringsagenda te komen. ‘Het is bijzonder dat de hele bouwcolonne, van vastgoedontwikkelaars tot en met gemeenten en de Woonbond, de stap naar voren zet om honderdduizend woningen per jaar te bouwen. Let wel, het gaat om van elkaar verschillende partijen met andere achterbannen met andere belangen. Dat we elkaar vinden in de agenda, heeft iets historisch. Iedereen ervaart de urgentie en beseft dat we het met elkaar moeten doen.’

Comfortabel
Voor iedereen bevat de uitvoeringsagenda wel afspraken die niet helemaal comfortabel zijn, zegt De Haan. ‘Neem de verdeling van het aandeel sociaal en betaalbaar. Daar zijn vastgoedpartijen niet echt blij mee. Ze ondertekenen wel, omdat ook zij snappen dat wonen een basisrecht is, en de overheid zorg draagt voor voldoende woningen voor alle doelgroepen.’ 
De agenda geeft gemeenten de opdracht om in het hele informele voortraject veel meer parallel te plannen, in plaats van stap voor stap. Nu is het wachten tot de ontwikkelaar ergens op reageert, waar de gemeente dan weer op reageert. Daar gaat veel tijd mee verloren. De Haan erkent dat er zorgvuldig moet worden gewerkt, maar er zijn voorbeelden dat ‘het college tot drie keer toe met een plan naar de raad stapt’. De Haan: ‘Dat kan ook in één keer, dat zijn onze eigen procedures. Versnellen betekent agenda’s op elkaar afstemmen. Niet op elkaar wachten, maar gelijktijdig zaken oppakken.’ 
Dat is ook wat de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) adviseert: planning en uitvoering vanaf het begin naast elkaar en in gelijke mate gewaardeerd. ‘Gemeenten wijzen tevens de locaties aan. We moeten voldoende bouwcapaciteit hebben, die staat ook onder druk. Hoe minder tijd we daaraan kwijt zijn, hoe meer je met dezelfde handjes kunt doen.’
Aan de wettelijke procedures kunnen gemeenten niets veranderen. De Haan hoopt dat de Omgevingswet een goede bijdrage levert. Dat moet nog blijken. ‘In het informele voortraject zit nog veel ruimte. In Leeuwarden vond net de eerste versnellingstafel plaats tussen partijen die elkaar goed kennen. Toch bleek, alle planningen over elkaar heen leggend, dat er nog steeds tijdwinst valt te behalen. Onder meer door eigen procedures en gezamenlijke procedures te standaardiseren.’
 

Dat we elkaar vinden in de agenda, heeft iets historisch

Standaardisatie
Die standaardisatie geldt ook voor de bouw zelf. Bouwers vragen al langer om langjarige opdrachten. Daarmee vullen ze de capaciteit van hun fabrieken en kunnen en efficiënt en betaalbaar produceren. Daar hebben gemeenten lang wat weifelend in gestaan, De Haan zelf ook. Hij wil de kwaliteit bewaken. ‘Niet dat mensen straks in een wijkje van een bekende bouwer wonen, maar nog steeds in Zoetermeer of Harlingen. Gemeenten vragen om kwalitatieve woningen, passend op de plek waar ze komen te staan. Inmiddels zijn de bouwers die kunst machtig, dus kunnen we opschalen via industriële bouw met behoud van architectonische kwaliteit. Zonder standaardisatie halen we de aantallen niet. De handjes zijn er eenvoudigweg niet, en het moet allemaal wel betaalbaar zijn. Dat besef is nu ook bij gemeenten wel ingedaald.’ 
Naast de afspraken in de uitvoeringsagenda zijn er allerlei andere opties om de woningbouw te versnellen. Te denken valt bijvoorbeeld aan het belasten van grondeigenaren die percelen ongebruikt laten liggen. ‘In deze tijd van woningnood is dat eigenlijk gewoon niet goed. We moeten alle prikkels aangrijpen om sneller te ontwikkelen.’
Oplossingen liggen ook in de bestaande bouw. Met alleen nieuwbouw lukt het niet om ruim negenhonderdduizend woningen neer te zetten tot 2030. Mogelijkheden zijn het optoppen van panden of het opsplitsen van woningen. De Haan ziet daar ook kansen. ‘In veel grote huizen woont slechts één persoon. Tegelijkertijd moet je wel uitkijken met opsplitsen als het om de leefbaarheid in de oude volkswijken gaat. Goedkope woningen worden opgekocht door pandjesbazen die dat maximaal uitponden. Dat heeft gevolgen voor de leefbaarheid in zo’n wijkje. Overigens ligt er ook nog een gigantische verduurzamingsopgave voor de bestaande bouw. We zijn er niet met alleen nieuwbouw.’

Verhuisbewegingen
‘Bouwprofessor’ Peter Boelhouwer herhaalde het tijdens de Woontop nog eens: de focus voor nieuwbouw hoort te liggen bij ouderen, bijvoorbeeld in knarrenhofjes, en alleenstaanden. De Haan noemt het verstandig bij nieuwbouw rekening te houden met de verhuisbewegingen die dat op gang brengt, zodat ook voor de juiste doelgroepen woningen vrijkomen. Door in te spelen op de woonwensen van senioren komen veel woningen vrij. ‘Onderzoek waar de woningmarkt het meest behoefte aan heeft. Dat is een andere prikkel dan de programmering van eengezinswoningen die morgen al verkocht zijn.’
Onder meer de stapeling van beleid, en daardoor de complexiteit ervan, zorgt ervoor dat de uitvoering van beleid voor de leefomgeving achterloopt. Dat geldt ook voor handelingsverlegenheid, de terughoudendheid om stappen te zetten. Dat blijkt uit het advies De uitvoering aan zet dat de Rli afgelopen december uitbracht.

Durf te handelen
Bij die stapeling van beleid gaat het niet alleen om gemeentelijk beleid, benadrukt De Haan. Ook dossiers als het stikstofdossier en de netwerkcongestie spelen een rol. Daarvoor is het rijk aan zet. Van belang is alle vraagstukken in één keer integraal af te wegen, zonder iedere keer nieuwe rondjes te maken met een nieuw vraagstuk. Dat kost veel kostbare tijd. ‘Betrek gelijk de uitvoering erbij, dat levert betere besluitvorming op en vooral snellere bouw’, zegt de Leeuwarder wethouder. ‘Laat ons nu samen heel slim in één keer aan de voorkant alle beleidsafwegingen langslopen. En durf dan ook te handelen. Bedenk niet drie maanden later weer iets nieuws erbij.’ 

 

Subsidies zijn leuk, maar twee derde van de aanvragen wordt niet gehonoreerd

Handelingsverlegenheid heeft met politieke dekking te maken. Ook hiervoor geldt volgens De Haan: ‘Is de opgave bekend en beleidsmatig akkoord, ook in de gemeenteraad, gebruik dan de handelingsruimte maximaal. Daar valt voor gemeenten nog wel winst te halen.’

Dertiende partij
Twaalf partijen hebben de uitvoeringsagenda ondertekend. De Haan mist nog de rijksoverheid. ‘We bieden ze de uitgestoken hand. Eigenlijk is dit gewoon in lijn met de door BZK uitgestippelde weg. Nu komt het aan op uitvoering van de gemaakte afspraken.’
Alle partijen zijn het erover eens dat er woningen moeten komen voor specifieke doelgroepen. Maar daar is nog wel structurele financiering van rijk en provincie voor nodig, zegt De Haan. ‘Van gemeenten wordt gevraagd actiever grondbeleid te voeren, maar gezien hun financiële situatie hebben zij weinig tot geen investeringsruimte. Subsidies zijn leuk, maar twee derde van de aanvragen wordt niet gehonoreerd. Met het verdelen van incidenteel geld is veel capaciteit gemoeid, terwijl we net constateren dat daar gebrek aan is. Structurele financiering creëert rust. Dan weten we allemaal precies waar we aan toe zijn.’