Het VN-Verdrag heeft als doel dat Nederland toegankelijk en inclusief wordt voor iedereen. De samenleving moet ervoor zorgen dat de achterstanden die mensen met een beperking ervaren om volwaardig mee te kunnen doen, worden weggenomen. Het VN-Verdrag noemt daarvoor een aantal uitgangspunten die wij hebben samengevat in de woorden: gelijkheid, solidariteit, autonomie en participatie.

De implementatie van het VN-Verdrag is bedoeld om deze uitgangspunten in praktijk te brengen. Bij het maken van de Lokale Inclusie Agenda kunt u de uitgangspunten gebruiken als toetssteen: Voldoet het beleid aan deze uitgangspunten? Gaat het uit van gelijke rechten? Draagt het bij aan de autonomie van mensen met een beperking? Laat het zien dat we in de gemeenten uitgaan van solidariteit? Zorgt dit beleid ervoor dat echt iedereen kan deelnemen?

Gelijkwaardigheid

Mensen met en zonder beperking hebben dezelfde rechten.

Wat zegt het VN-verdrag?

Artikel 1: doelstelling, Artikel 3: Algemene beginselen, Artikel 12: Gelijkheid

Solidariteit

Er is sprake van acceptatie en betrokkenheid tussen mensen met en zonder beperking.

Wat zegt het VN-verdrag?

Artikel 1: doelstelling, Artikel 3: Algemene beginselen

Autonomie

Mensen met een beperking maken zelfstandig besluiten of worden ondersteund als zij daartoe niet in staat zijn.

Wat zegt het VN-verdrag?

Artikel 1: doelstelling, Artikel 3: Algemene beginselen

Participatie

Kinderen en volwassenen met een handicap doen mee.

Wat zegt het VN-verdrag?

Artikel 1: doelstelling, Artikel 3: Algemene beginselen