Naast de kansen voor integraliteit per onderdeel van de wet zijn er ook 4 overkoepelende kansen. Te weten:
- Doelstelling wet geeft mogelijkheid tot vervlechting met andere doelen van de gemeente
- Regierol geeft mogelijkheid tot voorkomen van problematiek en stimuleren van ontwikkeling
- Bundelen van middelen en gebruik van bestaande voorzieningen geeft mogelijkheid om tot ‘totaalaanbod’ te komen
- Taken geven mogelijkheid tot lokale worteling
(Klik hieronder op het symbool / driehoekje naast de titel om de tekst uit te klappen.)
Kansen
- Het doel van de nieuwe wet is breed: het gaat om snel en volwaardig participeren, liefst via betaald werk. Voor snel en volwaardig meedoen is méér nodig dan het inburgeringsdiploma alleen. Door deze doelstelling te hanteren wordt inburgering neergezet als middel, voor het bereiken van de doelstelling van de nieuwe wet is immers méér nodig. Met de nieuwe Wet inburgering heeft de gemeente er een regierol, extra taken en verantwoordelijkheden bij die vooral ook kans geven om passend aanbod te bieden voor inwoners met een inburgeringsplicht en hen te helpen sneller en volwaardiger mee te doen. Door de nieuwe wet op deze wijze (en positief) te framen, wordt de benodigde integrale blik gestimuleerd.
- Een groot aantal inburgeraars maakt gebruik van diverse gemeentelijke voorzieningen. Nu en/of in de (nabije) toekomst. Te denken valt aan onder meer Wmo, jeugdzorg, (bijzondere) bijstand, begeleiding naar werk. Het is een groep waar (financieel) bij te winnen valt wanneer ervoor gekozen wordt om vóór te investeren: nu fors in te zetten op begeleiding en ondersteuning zodat (onderliggende) problematiek waar mogelijk voorkomen wordt of niet escaleert. Met de nieuwe wet wordt de kans geboden om op holistische wijze naar inburgeraars te kijken: waar moet een inburgeraar (de groep inburgeraars) over X jaar staan? Om deze visie na te streven moeten meerdere domeinen van de gemeente worden vervlochten.
- Een deel van het aanbod dat nodig is om inburgeraars te begeleiden zal niet binnen de gemeente in huis zijn en moet dus worden ingekocht. In dat geval is het belangrijk om een eigen visie te hebben, welke wordt doorvertaald in de eisen van integraliteit die u stelt aan aanbieders van bijvoorbeeld taaltrajecten of maatschappelijke begeleiding.
Wat komt u tegen?
Uitdagingen
- Hoe creëer je betrokkenheid van het brede sociaal domein? Inburgering is lange tijd iets geweest waar gemeenten weinig mee te maken hadden en nu de regie weer terug bij gemeenten komt moet het een plek krijgen en aangehaakt worden op allerlei lopende processen binnen de gemeente. Om daar een samenhangend geheel van te maken moeten verschillende domeinen met elkaar gaan samenwerken en wellicht ook zaken anders gaan doen dan voorheen. Dit vergt afstemming en betrokkenheid van verschillende medewerkers.
- Er kan spanning bestaan tussen verschillende doelstellingen in de wetten. Een inburgeraar moet de Nederlandse taal leren en toewerken naar de ontwikkeling van zijn/haar potentieel (Wet inburgering), maar ook ‘de kortste weg naar werk’ zoeken (Participatiewet). Vanuit de wetten lijkt er spanning te zijn. Bezien vanuit de inburgeraar stimuleren beide wetten hem/haar naar ‘meedoen’ in de maatschappij. Hoe vervlecht jouw gemeente de doelstellingen? Welke prioriteiten legt jouw gemeente op welk moment? Waarop ga je als gemeente handhaven?
- Om inburgeraars goed te begeleiden is inzet nodig op verschillende domeinen. Vaak is de verantwoordelijkheid voor deze domeinen (ook) bestuurlijk op verschillende plekken belegd. Zo vallen huisvesting, integratie en inkomen soms onder één maar vaker onder meer wethouders. Dit betekent dat een integrale aanpak ook op bestuurlijk niveau afstemming tussen meerdere personen vraagt.
Hoe deze kans te verzilveren?
Suggesties voor sleutels
- Maak inzichtelijk hoe groot de impact van een goede start is. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een business case waarin duidelijk wordt wat het effect op de lange termijn is van investeren bij de start (bijv. kosten langjarige bijstand, Wmo, intensieve behandeling voor trauma’s en depressie vs. middelen voor een stevige start nu met begeleiding naar werk, inburgering, inzet op traumabehandeling per direct etc.). Uit eerdere business cases weten we: een slechte start werkt zelfs generaties lang door, en zorgt voor minder gelukkige burgers en hogere kosten voor gemeenten.
- De komst van de nieuwe wet biedt een kans (extra middelen, extra wettelijk kader) om inburgeraars een goede start te geven in uw gemeente. Door de komst van de wet vanuit dit positieve en integrale frame aan te vliegen wordt het gemakkelijker collega’s van andere domeinen aan te haken.
- Een integrale aanpak vraagt samenwerking van verschillende domeinen, op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau. Dat betekent dat afstemming tussen verschillende bestuurders nodig is en de betrokkenheid van medewerkers die op verschillende afdelingen van de gemeenten werken. Maak een bewuste afweging over hoe inburgering in de gemeente gepositioneerd wordt (als aparte kolom of juist de taken verdeeld over de diverse domeinen). Richt een werkgroep in waarin het brede sociaal domein vertegenwoordigd is en maak gezamenlijk een plan voor de inbedding van de nieuwe wet in het sociaal domein. Veranker dit ook bestuurlijk.
- Om aanbieders te stimuleren de nieuwe wet integraal aan te vliegen kunt u eisen omtrent integraliteit opnemen in het programma van eisen dat u schrijft voor de aanbesteding. Daarin kunt u bijvoorbeeld vragen van aanbieders om taaltrajecten en de module arbeid en participatie gecombineerd aan te bieden.
Voorwaarden voor succes
- Stel gezamenlijk een visie op, met bestuurlijk commitment. Met gezamenlijk bedoelen we met het brede sociaal domein. Op deze manier wordt deze nieuwe taak iets van het hele sociaal domein. Het gaat immers niet om een inburgeraar maar om een inwoner. Inburgering is daarbij slechts een middel om een deel van de inwoners van uw gemeente goed mee te laten doen in de samenleving. Inburgering is geen doel op zich. Net zoals u zich inzet voor andere inwoners om hen te laten participeren doet u dit ook voor inburgeraars. De weg daar naartoe is voor deze groep alleen op sommige punten anders dan voor bijvoorbeeld bijstandsgerechtigden die u begeleidt naar werk.
Werkblad
U kunt onderstaand werkblad gebruiken in het lokaal vormgeven van de kans om doelen van uw gemeente te vervlechten. Bijvoorbeeld ter voorbereiding op interne gesprekken of ter verdere verdieping. Of als 'checklist', als u al bezig bent met de voorbereiding van de implementatie. De links uit de afbeelding vindt u onder de afbeelding.
(Klik op de afbeelding om hem te vergroten)
Meer informatie
De links in de afbeelding verwijzen naar onderstaande documenten
- Zie ook het Model Plan van aanpak van Divosa (divosa.nl)
- Lees de Handreiking Van beleid naar inkoop in de inburgering (pianoo.nl)
- Lees meer over het barrièremodel voor malafide taalbureaus
Kansen
- Jarenlang liepen gemeenten ertegenaan dat zij onvoldoende zicht hadden op de inburgering van hun inwoners. Met ingang van de nieuwe wet krijgen gemeenten de regierol weer terug waardoor zij op (zo goed als) alle facetten van het leven van een statushouder een leidende rol spelen en vanuit de regierol van de nieuwe wet ook zicht hebben op deze facetten. Hier ligt een kans voor gemeenten om vanaf het moment van koppeling alles in het werk te stellen om ontwikkeling te stimuleren en problematiek te voorkomen.
- Integraal vanaf moment van koppeling. Een kans die nog vaak onbenut blijft is het betrekken van huisvesting. In welke wijk iemand gehuisvest wordt, kan veel betekenen voor de ontwikkeling en het leven van de inburgeraar: zijn benodigde voorzieningen in de buurt? Is er ruim mogelijkheid voor sociale contacten? Door deze verbinding nadrukkelijker te maken en lokale huisvesting te betrekken in de integrale blik kan inzet op andere leefgebieden gemakkelijker worden.
- Tijdens de periodieke voortgangsgesprekken die vanuit de Wet inburgering vereist zijn, komen vanuit de brede opzet van het PIP – naast de voortgang op taalverwerving – ook andere aspecten aan de orde. Dit geeft de mogelijkheid om enerzijds een vinger aan de pols te houden en te signaleren en anderzijds de inburgeraar te stimuleren op leefgebieden waar eerder mogelijk niet zo vaak/snel zicht op was.
Voorbeeld gemeente Eindhoven
De gemeente Eindhoven heeft een sterke eigen visie op de factoren die bijdragen aan een succesvolle inburgering en snelle participatie.
In 2017 is vanuit de visie dat werk en wonen de belangrijkste factoren zijn voor een goede inburgering de aanpak aangepast. Als een inburgeraar in de gemeente komt wonen, wordt met een integrale blik gekeken naar werk, woning en scholing.
Deze verandering in werkwijze is niet van de een op de andere dag geregeld en heeft ook uitdagingen met zich meegebracht. De eerste stap is om collega’s te overtuigen van deze visie en uit te leggen waarom dat een andere werkwijze vergt. Daarnaast moeten meerdere partijen nauwer met elkaar gaan samenwerken of hun werkwijze aanpassen om maatwerk te kunnen leveren.
Bijvoorbeeld:
- Nauwe afstemming met afdeling inkomen, omdat inburgeraars brieven krijgen die op B1 niveau zijn geschreven.
- Het werkgelegenheidsteam moet op een andere manier gaan werken omdat inburgeraars vaak niet binnen de profielen vallen die ze normaliter hanteren
- Nauw contact met wooncorporaties zodat passende woonruimte wordt gevonden.
Wat komt u tegen?
Uitdagingen
- In de uitwisseling van gegevens moet rekening gehouden worden met privacywetgeving. Daarbij zal de ene partij toegang moeten hebben tot meer informatie dan de andere. Dat vraagt om een systeem waarin het mogelijk is om verschillen aan te brengen in bevoegdheden van verschillende medewerkers, maar wel voldoende ruimte is voor informatie-uitwisseling.
Lees meer over gegevensverwerking in de Handreiking Gemeentelijke gegevensverwerking nieuwe Wet inburgering (pdf, 353 kB) - Zoals eerder aangegeven, is inburgering een proces dat zich op verschillende domeinen afspeelt en elk van die domeinen vormt een belangrijke schakel in het gehele traject. De vraag kan dan ook ontstaan wie er verantwoordelijk is voor de regie op de gehele keten. Hier ligt een wezenlijke keuze voor waarbij er geen goed of fout is, maar een keuze die wel bewust gemaakt moet worden omdat deze bepalend is voor de uitvoering van de wet (en evt. ook voor het integraal werken in het sociaal domein).
Hoe deze kans te verzilveren
Suggesties voor sleutels
- Zorg ervoor dat intern heldere afspraken gemaakt worden over de verantwoordelijkheden rond de monitoring van de voortgang van een inburgeraar en de signalering van mogelijke zorgen. Wie houdt er zicht op de voortgang, wie is regievoerder? En wie zorgt ervoor dat zorgelijke signalen daadwerkelijk worden opgepakt? Hetzelfde geldt voor het stimuleren van ontwikkeling van een inburgeraar. Als wensen worden uitgesproken of blijkt dat een inburgeraar zich sneller kan ontwikkelen dan is afgesproken in het PIP, wie zorgt dan voor de begeleiding en aanpassingen? Door vooraf afspraken te maken over wie daar verantwoordelijkheid voor draagt, kan gemakkelijker worden omgegaan met deze situaties op het moment dat die zich voordoen.
- Als de praktische zaken op orde zijn vergemakkelijkt dat de samenwerking tussen medewerkers die betrokken zijn bij het inburgeringsproces. Zorg voor aanpassingen in het cliëntvolgsysteem waarin de benodigde informatie kan worden ingevoerd en bijgehouden, en waar alle medewerkers die betrokken zijn op zijn aangesloten (uiteraard conform privacy wetgeving).
- Een periodiek overleg helpt om tijdig zaken met betrokken medewerkers te bespreken en zorgt ervoor dat de lijnen kort zijn en men elkaar kent. Door dit overleg een vaste plek in de uitvoering bij uw gemeente te geven wordt samenwerking tussen verschillende domeinen gestimuleerd en vergemakkelijkt.
Werkblad
U kunt onderstaand werkblad gebruiken in het lokaal vormgeven van de regierol. Bijvoorbeeld ter voorbereiding op interne gesprekken of ter verdere verdieping. Of als 'checklist', als u al bezig bent met de voorbereiding van de implementatie. De links van de afbeelding vindt u onder de afbeelding.
(Klik op de afbeelding om deze te vergroten)
Meer informatie
De links in de afbeelding verwijzen naar onderstaande documenten
- Zie ook het Model Plan van aanpak van Divosa (divosa.nl)
- Eindrapport Uitvoeringstoets Wet inburgering (pdf, 583 kB)
- Eindrapport ketenproces en gegevensuitwisseling (rijksoverheid.nl)
Kansen
- Met de bundeling van middelen en bestaande voorzieningen kan vanuit het adagium ‘1+1=3’ meer bereikt worden. Door stapeling en omvorming naar één samenhangend aanbod krijgt het geheel meer body en worden activiteiten op de verschillende leefgebieden niet geïsoleerd opgepakt. Te denken valt aan de inzet op of opzet van duale trajecten waarin tegelijkertijd wordt gewerkt aan taal, participatie en/of financiële zelfredzaamheid.
- Uiteraard hoeft daarbij niet op nul te worden begonnen. Veel van de trajecten die gemeenten nu al in huis hebben en die beproefd zijn in de lokale context (bijvoorbeeld: participatietrajecten, jongeren coaching, trajecten ter bevordering van de financiële zelfredzaamheid) kunnen gebruikt worden om het inburgeringsaanbod rijker te maken. Deze trajecten en voorzieningen bestaan al en de effectiviteit ervan is al bekend. Ook weten gemeentelijk professionals al hoe en aan wie ze de trajecten het beste kunnen aanbieden.
Wat komt u tegen?
Uitdagingen
- Om reguliere gemeentelijke participatietrajecten geschikt te maken voor statushouders moeten deze meestal fors worden aangepast. Te denken valt aan het taalniveau maar mogelijk ook aan het type activiteiten. Om goed aan te sluiten bij de groep zou een begeleider expertise moeten hebben met cultuursensitief werken. De nieuwe wet voorziet niet in middelen om deze trajecten om te bouwen en het inventariseren, omvormen en maken van nieuwe afspraken kost veel tijd. Dat neemt niet weg dat nieuwe trajecten opzetten nóg meer tijd kost. Daarnaast zal de tijd die aanpassingen vergen vaak deels naast de gemeente ook bij aanbieders liggen.
- Bij asielstatushouders kunnen middelen vanuit verschillende wetten worden gekoppeld, zo kan een rijk programma worden vormgegeven. Voor gezinsmigranten kan dit niet. De gemeente kan wel een adviserende rol vervullen voor deze groep door bijvoorbeeld taalconvenanten te sluiten met aanbieders en daar gezinsmigranten op te attenderen of door (toch) een intake of voortgangsgesprekken te verzorgen. Gemeenten hebben voor deze groep dus de keuze om wel/niet begeleiding te bieden.
- Meer informatie over hoe u moet omgaan met de (verantwoording van de) verschillende geldstromen leest u op de website van Divosa (divosa.nl)
- Bekijk een voorbeeld van een gemeente (Den Haag) die ervoor kiest ook gezinsmigranten te ondersteunen door, los van het wettelijk kader, een integraal programma aan te bieden. Pagina 7 t/m 9 (denhaag.raadsinformatie.nl) - De schotten tussen de verschillende domeinen binnen de gemeente maken een brede inventarisatie soms lastig. Zowel voor het inzichtelijk maken van wat er allemaal al is (benut ook de lokale sociale kaart), als het maken van afspraken om de verschillende activiteiten te benutten in een samenhangend programma. Het voeren van regie op voorzieningen die niet onder een wettelijk kader vallen kan ook niet altijd.
- Wanneer gemeenten hun aanbod regionaal inkopen is het ingewikkelder de lokale sociale basis volop te benutten.
Hoe deze kans te verzilveren?
Suggesties voor sleutels
- Inventariseren: wat is er al in de sociale basis? Eerst dient vanuit de gemeentelijke visie duidelijk te zijn op welke leefgebieden de gemeente een aanbod wil doen. Is dat participatie en taalverwerving of wenst de gemeente ook aanbod op bijvoorbeeld gezondheid, sport, cultuur en sociale activiteiten mee te nemen waar mogelijk? Vervolgens volgt hieruit de vraag: welke middelen en welke voorzieningen zijn al ‘in huis’ die dit kunnen faciliteren? Wat is ervoor nodig om dit aanbod ook aan deze doelgroep aan te bieden?
- Bevraag ervaringsdeskundigen. Vraag ervaringsdeskundigen (en gemeentelijk professionals die vaker met de doelgroep werken) om mee te kijken op omgevormde trajecten. Bijvoorbeeld: is de cursus financiële zelfredzaamheid nu te snappen voor iemand die een (zeer) laag taalniveau heeft? Dit om te voorkomen dat het traject aan effectiviteit inboet.
- Business case opzetten. Om te bewijzen dat 1+1 inderdaad meer dan 2 is, is het belangrijk om dit te kunnen aantonen met cijfers. Dat helpt ook om betrokkenheid van collega’s in het bredere sociaal domein te stimuleren. Een business case of maatschappelijke kosten-batenanalyse kan hier helpen.
Werkblad
U kunt onderstaand werkblad gebruiken bij het bundelen van middelen en bestaande voorzieningen. Bijvoorbeeld ter voorbereiding op interne gesprekken of ter verdere verdieping. Of als 'checklist', als u al bezig bent met de voorbereiding van de implementatie.
(Klik op de afbeelding om hem te vergroten)
Kansen
- Diverse taken en verantwoordelijkheden in de nieuwe wet geven de mogelijkheid om het aanbod écht lokaal te wortelen. Te denken valt aan het Participatieverklaringstraject waarin statushouders en gezinsmigranten –naast meer leren over Nederland- ook hun nieuwe leefomgeving kunnen verkennen, de B1 leerroute waarin nadrukkelijk de koppeling met (vrijwilligers-) werk wordt gemaakt en de Z-route die in zijn geheel lokaal kan worden vormgegeven. Door de trajecten lokaal te wortelen krijgt de inburgeraar meer handvatten om zijn lokale omgeving te leren kennen. Daarnaast geeft het gemeenten de kans om sterker regie te houden op de diverse trajecten.
- Een bijkomend voordeel van lokale inbedding van het inburgeringstraject is dat er ook meer betrokkenheid ontstaat van de inwoners die al langer in uw gemeente wonen bij de inburgeraars. Hierdoor wordt de sociale cohesie versterkt en vinden inburgeraars gemakkelijker hun weg in hun nieuwe omgeving.
Voorbeeld gemeente Rotterdam
De Rotterdamse taalstart (RTS) is een programma van 10 weken waarin nieuwe Rotterdammers worden begeleid om hun weg te vinden in de stad. Een lesweek bestaat uit taallessen, workshops en excursies, waarmee wordt ingezet op het vergroten van de zelfredzaamheid. In het programma wordt aandacht besteed aan essentiële onderwerpen, zoals gezondheidszorg en hulp, financiën, werk en inburgering. Elke week staat een ander thema centraal. Nieuwkomers leren zo hoe ze bijvoorbeeld een huisarts kunnen vinden, maar ook hoe je goedkoop kunt winkelen of waar de bioscopen en musea in de stad te vinden zijn.
De RTS draagt bij aan het vergroten van het eigen netwerk. Door de taallessen, workhsops, uitstapjes en facebookgroep wordt onderling contact gestimuleerd. Een ander bijkomend voordeel van het programma is dat het de gemeente inzicht geeft in de zaken waar statushouders tegenaan lopen, al aan het begin van hun inburgering. Zo kunnen mogelijke problemen vroeg gesignaleerd en aangepakt worden.
Wat komt u tegen?
Uitdagingen
- Beperkt aanbod. Door de focus te leggen op lokale werkgevers beperk je het aanbod. Mogelijk zijn niet alle arbeidsmarktsectoren daardoor vertegenwoordigd.
- Kleine vijver. Niet alle werkgevers zijn geneigd om kansen te bieden aan statushouders die de taal nog niet (geheel) beheersen. Het kan zijn dat de vijver hierdoor te klein wordt om in te vissen.
Hoe deze kans te verzilveren?
Suggesties voor sleutels
- Organiseren van netwerkbijeenkomsten: zorg dat partijen in de stad – die onderdeel (willen) uitmaken van het aanbod aan statushouders – elkaar kennen en weten te vinden. Zo blijven de lijnen kort.
- Bevraag ervaringsdeskundigen: bevraag (oud-)statushouders die al een tijdje in uw gemeente wonen. Wat heeft ze op weg geholpen en/of wat hebben ze gemist? Wat mag volgens hen niet ontbreken in het aanbod?
- Betrek lokale werkgevers en vrijwilligersorganisaties: betrek lokale participatiepartners in een vroeg stadium. Wat is er volgens hen nodig om deze groep te laten instromen op de arbeidsmarkt / in participatie? Wat zijn (on)mogelijkheden? Welke hulp en ondersteuning vinden ze belangrijk, voor zowel de doelgroep als voor henzelf?
Lees meer over de ervaring van de negen pilots duale trajecten waar nauw met werkgevers wordt opgetrokken op de website van Divosa (divosa.nl)
Werkblad
U kunt onderstaand werkblad gebruiken in het lokaal vormgeven van de kans om trajecten lokaal te wortelen. Bijvoorbeeld ter voorbereiding op interne gesprekken of ter verdere verdieping. Of als 'checklist', als u al bezig bent met de voorbereiding van de implementatie.
(Klik op de afbeelding om hem te vergroten)