In de podcast ‘Blokje Omgevingswet’ gaat Peter Melis in gesprek met professionals die te maken hebben met de Omgevingswet. In deze eerste aflevering spreekt hij met Geert Teisman, em. Professor Public Administration aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, die zich bezighoudt met complexiteit. Iets waar de meesten van ons graag met een grote boog omheen lopen, maar Teisman pakt het thema graag beet: “Complexiteit kun je niet reduceren, die is er gewoon in deze samenleving.” Wat heeft complexiteit met de Omgevingswet te maken? En hoe (en waarom) houd je dingen complex, in plaats van altijd maar proberen de complexiteit eruit te krijgen? Ook bespreken we concrete praktijkvoorbeelden. Met speciale aandacht voor de kracht van tussenruimte en ondeugende ambtenaren. 

Complex is niet ingewikkeld

Een belangrijk vertrekpunt in Teismans betoog is het onderscheid tussen "complex" en "ingewikkeld". Waar ingewikkeldheid vaak verwijst naar technische details die met een set regels of protocollen te beheersen zijn, gaat complexiteit over de interacties en afhankelijkheden binnen een systeem. "Complexiteit reduceren is een illusie," aldus Teisman. "Het is inherent aan de samenleving waarin we leven." Maar hoe kan deze complexiteit productief worden gemaakt binnen de kaders van de Omgevingswet? 

De grootste denkfout: opknippen

Volgens Teisman is de grootste denkfout over complexiteit dat men systemen wil opsplitsen in beheersbare delen. Dit lijkt logisch – kleinere stukken zijn immers eenvoudiger te beheren. Maar in een complex systeem leidt dit juist tot fragmentatie. Elke organisatie focust zich op haar eigen stukje, waardoor het grotere geheel wordt verwaarloosd. “Samenwerken wordt ingewikkelder omdat organisaties grip willen houden door zich te richten op hun eigen belangen en doelstellingen, in plaats van op de gemeenschappelijke opgave,” legt Teisman uit. 

Paradoxale oplossing: nog complexer maken

Wat werkt dan wel? Verrassend genoeg is het antwoord: maak het nóg complexer. Door een vastgelopen systeem juist te vergroten en uit te breiden, ontstaat ruimte voor nieuwe ideeën, middelen en actoren. Teisman noemt dit het creëren van tussenruimte: een plek waar partijen samenkomen om gezamenlijke doelen te formuleren en te realiseren.

In deze tussenruimte ligt de focus op coproductie en het gezamenlijk sturen op waarden en kwaliteit. Dit vraagt om vragen als:

  • Wat is de gemeenschappelijke opgave?
  • Welke waarde willen we creëren?
  • Hoe leggen we gezamenlijk verantwoording af?

Dit proces leidt tot innovatieve oplossingen die anders ondenkbaar waren. 

De kracht van tussenruimte

De essentie van hoogwaardige gebiedsontwikkeling ligt in het benutten van deze complexiteit en de tussenruimte. Door ruimte te bieden aan nieuwe ideeën en samenwerkingen kunnen we niet alleen voldoen aan de eisen van de Omgevingswet, maar zelfs verder reiken. Dit vraagt om lef, creativiteit en een cultuur waarin fouten maken mag. Alleen dan kan de Omgevingswet, zoals Teisman zegt, "vliegen." 

Trek de stoute schoenen aan

De boodschap van deze podcast is duidelijk: durf complexiteit te omarmen. Wil je meer leren over hoe dit in de praktijk werkt en wat ondeugende ambtenaren hiermee te maken hebben? Luister naar de volledige aflevering van ‘Blokje Omgevingswet’, trek je wandelschoenen aan, of stap op de fiets en ga letterlijk een blokje om – en ontdek hoe complexiteit de sleutel kan zijn tot innovatie en kwaliteit in ruimtelijke ontwikkelingen.