In de podcast ‘Blokje Omgevingswet’ gaat Peter Melis in gesprek met professionals die te maken hebben met de Omgevingswet. In deze tweede aflevering komen we meer te weten over (ontwikkelingen van) het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en het Omgevingsloket. Samen met Wimfred Grashoff, Business Liaison Manager Digitaal Stelsel Omgevingswet bij de VNG, en Peter Klerken, Procesregisseur Werken met de Omgevingswet bij Gemeente Land van Cuijk, duikt Melis volop de diepte in met de techniek, waarbij ook al snel de essentiële rol van de mens duidelijk wordt.
Géén ict-project
Grashoff trapt graag af met een afspraak over waar we het met elkaar precies over hebben: “Het Omgevingsloket is de website waar mensen zien wat de regels zijn en waar ze aanvragen en een vergunningcheck kunnen doen. Het DSO zit ónder de motorkap, en gaat dus over alle systemen en functies die het Omgevingsloket draaiende houden.” Oké, helder.
Maar, benadrukken beide heren, laten we het vooral niet zien als ICT-project. “In feite is het een dienstverleningsvraagstuk,” stelt Klerken. “ICT is het gereedschap, maar geen multitool die bepalend is voor het succes van de Omgevingswet.” Grashoff vergelijkt het graag met een boekhoudpakket, waarmee je na de aanschaf ook niet opeens een goede begroting hebt. Je hebt mensen nodig die de juiste input erin stoppen.
Gebruikers voeden de techniek
Nu het eerste jaar van de Omgevingswet erop zit, kan gesteld worden dat het DSO an sich goed werkt. 342 gemeenten zijn erop aangesloten en de meeste functies doen wat het moet doen. Waarbij Grashoff ook eerlijk aantekent dat we op dit moment nog wel situaties ervaren waarin qua gebruiksvriendelijkheid, gebruiksgemak en begrijpelijkheid de verwachtingen niet geheel worden waargemaakt.
“Dit is alleen geen technisch probleem, maar ligt het samenspel van het gereedschap, de processen en de gebruikers. Het DSO bestaat uit veel verschillende informatiestromen (zowel landelijk als lokaal), gebruikers, programmeurs en leveranciers, en de aanpassingen werken in heel veel lagen door.”
Van juridische naar begrijpelijke taal
Een van de belangrijkste uitdagingen die gebruiksvriendelijkheid in de weg staan, is de juridische taal. Klerken: “Als je dienstverlening op een goed niveau wilt leveren, dan heb je aansluiting nodig bij burgers, in taal die zij begrijpen. Denk aan een inwoner die in het Omgevingsloket geen informatie aantreft over het kappen van een boom, omdat de juridische term van deze werkzaamheid ‘het vellen van een houtopstand’ is.” Hierbij zit de oplossing niet in de techniek, maar in de menselijke input. Grashoff: “Dus denkt er nu een werkgroep na over hoe we de lijst werkzaamheden dichter bij de taal van inwoners kunnen krijgen. Iets wat zomaar nog een paar maanden kan kosten, omdat we echt op detailniveau discussies moeten voeren. Noemen we iets bijvoorbeeld een kapperszaak, detailhandel of lichaamsverzorging?”
Waarbij Grashoff ook een achterliggend vraagstuk opgooit. “Een jurist wil volledigheid en correctheid en dat botst soms met kort, krachtig en helder zijn. Dus wellicht moet er hier en daar gekozen worden voor ‘volledig genoeg’ en niet alles 100% juridisch willen afdekken in de vragenboom, want anders wordt deze net zo moeilijk als de juridische regel zelf.”
Functionaliteit staat of valt met goede afspraken
Een ander voorbeeld waarbij de menselijke input de techniek maakt of kraakt, is de samenwerkingsfunctionaliteit. Klerken: “De samenwerkingsfunctionaliteit zorgt ervoor dat je met verschillende partijen – gemeenten, brandweer, omgevingsdienst, waterschap, noem maar op – kunt corresponderen over een bepaalde aanvraag. Bij Gemeente Land van Cuijk werkt dit nu perfect, maar alleen doordat we heel gedetailleerde afspraken hebben gemaakt. Wat noemen we zaaktype a, wat b, wanneer stuur ik jou dit, wanneer krijg ik dat van jou retour, et cetera.”
En soms is die slag in de gebruiksvriendelijkheid vooral te slaan door een aanpassing in de techniek. Klerken: “Het komt nu voor dat gebruikers drie keer dezelfde vraag voor de kiezen krijgen, namelijk van het rijk, de provincie en de gemeente. Wat voor slims kunnen we binnen de systeemwereld bedenken om die dubbelingen eruit te halen?”
En zo passeren nog verschillende ‘mens-‘ en ‘techniekzaken’ de revue die momenteel spelen binnen het digitale stelsel.
Luister de volledige aflevering
Nee, een ICT-project zal je het DSO niet snel meer noemen na het beluisteren van deze podcast. Wil je meer te weten komen over alle ontwikkelingen en hoe we dit technische gereedschap gezamenlijk het best kunnen hanteren om werken onder de Omgevingswet eenvoudiger en gebruiksvriendelijker te maken? Laat je inspireren door deze volledige aflevering van ‘Blokje Omgevingswet’.