18 gemeenten, 2 Wmo-regio’s en 1 opgave: de juiste zorg op de juiste plek organiseren voor de inwoners van Noordoost-Brabant. De ingrediënten voor een succesvolle samenwerking zijn daarbij een gezamenlijke visie, urgentie, vertrouwen, inzicht in elkaars taal en werkwijze, draagvlak en bestuurlijke ruimte, aldus de betrokken spelers. In gesprek met een wethouder, beleidsadviseur en regiomanager zorg vanuit de gemeenten en de grootste zorgverzekeraar in de regio.

Sinds de decentralisaties in het sociaal domein in 2015 weten gemeenten en zorgverzekeraars elkaar in de regio Noordoost-Brabant te vinden als het gaat om zorg en maatschappelijke ondersteuning. Gemeenten als Oss en Den Bosch hadden al nauwe contacten met de grootste zorgverzekeraar VGZ. Toch was dat best ingewikkeld, zonder landelijke afspraken over een werkstructuur, zegt wethouder Joost Hendriks van de gemeente Cuijk. “Voor zorgverzekeraars was het lastig om op individuele vragen van gemeenten in te gaan. De landelijke afspraken vanuit de VNG en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben enorm geholpen om de samenwerking structureel op te pakken.”

Procesafspraken

De aftrap van de huidige samenwerking was in 2019 op een bijeenkomst om te komen tot een samenwerkingsagenda in de zorgkantoorregio. Hendriks: “Dat hebben we met elkaar heel voortvarend opgepakt.” Vanuit de grootste zorgverzekeraar VGZ werd een regiomanager zorg aangesteld: Angeline van Doveren-Kersten. En de partijen formuleerden de gezamenlijke opgave maakten procesafspraken. “Wat is de gezamenlijke opgave waar we voor staan, wat is onze visie daarop en vanuit welke rol zitten we aan tafel?”, somt beleidsadviseur Sociaal Domein van de gemeente Oss Emine Yildirim op. “Een belangrijk onderdeel in het proces was het opstellen van een regiobeeld rondom de drie landelijk vastgestelde thema’s ouderen, ggz en preventie. We zijn begonnen met een data-analyse, zowel vanuit de gemeenten als vanuit de zorgverzekeraar en het zorgkantoor. Op basis van de data-analyse en bronnenonderzoek zijn we tot bouwstenen gekomen die hebben geleid tot een samenwerkingsagenda. De portefeuillehouders van de 18 gemeenten zijn daar inmiddels mee akkoord gegaan.” Hendriks: “Een belangrijk begin van een ingewikkeld maar mooi vraagstuk.”

Met zijn collega’s in de regio heeft de wethouder twee sporen benoemd die van belang zijn in de samenwerking met de zorgverzekeraar. “Spoor 1 richt zich op de korte termijn en houdt in dat we binnen de bestaande kaders de juiste zorg op de juiste plek kunnen leveren. Hier gaat de samenwerkingsagenda over. Met spoor 2 willen we daarnaast vooruitkijken naar hoe we de zorg en ondersteuning betaalbaar en uitvoerbaar houden. Dit vraagt om een transformatie in zorg en welzijn waarbij meer wordt ingezet op preventie en lichtere vormen van zorg en ondersteuning. Over 10, 20 jaar hebben we niet genoeg mensen om zorg en ondersteuning te kunnen verlenen. We moeten niet te lang wachten om daar met elkaar over na te denken. We hebben samen een enorme klus te klaren om dat schip te draaien. Daarbij is het nodig om juist buiten de bestaande kaders te kijken en op zoek te gaan naar innovatie en experimenteerruimte. Hoe kunnen we de verschillende domeinen van zorgverzekeraar, zorgkantoor en gemeenten beter op elkaar laten aansluiten om die grote opgave met elkaar op te pakken?”

Elkaar verrijken

Op ambtelijk niveau zijn het afgelopen jaar volop gesprekken gevoerd met de zorgverzekeraar over de ontwikkelingen in de zorg en ondersteuning. VGZ-regiomanager zorg Van Doveren-Kersten: “We hebben elkaar de afgelopen periode goed leren kennen, door geduldig met elkaar te spreken. Het klinkt misschien vreemd, maar juist door elkaars verschillen te benoemen, en die niet als een probleem te zien, konden we elkaar verrijken. Het was heel fijn om te merken dat de gemeentes zich hebben verdiept in het zorgstelsel en de rol van de zorgverzekeraar en het zorgkantoor hierin; hoe de verschillende wetten zich tot elkaar verhouden en wat een zorgverzekeraar en zorgkantoor wel of niet kunnen binnen het huidige stelsel. Een prachtig moment vond ik het toen een gemeenteambtenaar tijdens een grote bijeenkomst met diverse stakeholders aan een zorgaanbieder uitlegde waarom wij als zorgverzekeraar iets wel of niet konden doen.”

Volgens beleidsadviseur Yildirim is de wil om elkaar echt te leren kennen en te bouwen aan de relatie de basis van de succesvolle samenwerking. “Je verplaatst je in een andere manier van werken, een andere wereld. Als je elkaars verschillen erkent, kun je verder bouwen.” Volgens Van Doveren-Kersten is een belangrijk onderdeel daarbij het benoemen van het verschil in begrippen. “Het woord preventie bijvoorbeeld betekent voor ons niet hetzelfde als voor gemeenten. Als zorgverzekeraar denken wij daarbij aan het voorkomen van zwaardere zorg op individueel niveau. Terwijl het voor de gemeente een veel breder begrip is; meer een perspectief.” Yildirim: “We staan samen voor de opgave om te investeren in preventie. Naast de definitie daarvan is het ook belangrijk om elkaars wereld te kennen en te begrijpen. Welke opdracht hebben gemeenten en zorgverzekeraar in het kader van preventie, hoe verhouden deze zich tot elkaar en welke ruimte is er om te investeren? Waar kun je elkaar vinden als je gezamenlijk een project mogelijk wilt maken? Voor VGZ staat Zinnige Zorg centraal; betere zorg voor de patiënt tegen lagere kosten. Gemeenten zijn bezig met de transformatie in het sociaal domein. In het kader van onze gezamenlijke opgaven gaan we hier verbindingen leggen.”

Tandje bijzetten

Waren er weleens momenten waarop het botste? Van Doveren-Kersten: “Die waren er zeker. Vanuit de gemeente kregen we af en toe een heel krachtige boodschap. Dat was best spannend, maar tegelijkertijd weet je dat de basis goed zit.” Een ander moment waarop de belangen verschilden, was rond de inhoud van de samenwerkingsagenda. Yildirim: “VGZ en gemeenten hebben een landelijke afspraak gemaakt om eind dit jaar een samenwerkingsagenda op te leveren in de vorm van een knelpuntenanalyse. Voor VGZ was dat voor nu voldoende. Terwijl wij dat vanuit de gemeenten te mager vonden en minimaal oplossingsrichtingen per thema geschetst wilden zien. De zorgverzekeraar heeft toen meebewogen en nu ligt er een agenda met een gezamenlijke ambitie, knelpunten en oplossingsrichtingen.” Van Doveren-Kersten: “De landelijk afgesproken timing was: eind van het jaar een knelpuntenanalyse, in de loop van het volgende jaar oplossingsrichtingen. We proefden echter zoveel energie en ambitie dat we een tandje hebben bijgezet. Ik begreep de wens van de gemeenten heel goed. Met de samenwerkingsagenda zoals die er nu ligt lopen we voor op de landelijke afspraken, dat is alleen maar mooi.”

Volgens Yildirim is er inmiddels sprake van groot vertrouwen in elkaar. “We begrijpen elkaars belangen, verstaan elkaar beter en er is echt een teamgevoel ontstaan om ervoor te gaan en er een succes van te maken. In plaats van met elkaar te onderhandelen, kijken we nu naar hoe we samen betaalbare en betere zorg kunnen organiseren en kunnen voorkomen dat inwoners/verzekerden last hebben van de schotten in ons zorgstelsel.” Van Doveren-Kersten: “Door de samenwerking verbinden we de verschillende domeinen met elkaar, met inachtneming van de wettelijke kaders. Door heel dicht bij elkaar te gaan staan, schouder aan schouder, kunnen we samen werken aan duurzaam toegankelijke zorg, nu en in de toekomst.”

Handen en voeten

Mooie ambities, maar hoe zit het met de uitvoering? Volgens Yildirim zijn er voldoende kaders, commitment en draagvlak om aan de slag te kunnen. “Wel is het van belang dat we onze ervaringen goed overdragen aan de collega’s binnen de gemeenten, de zorgverzekeraar en het zorgkantoor. Nog niet iedereen staat in dezelfde stand als wij.” Volgens Van Doveren-Kersten is het daarnaast belangrijk om de aanbieders goed te betrekken. “Zij zijn onze handen en voeten, we kunnen niet zonder ze. De eerder genoemde knelpuntenlijst hebben we ook aan hen voorgelegd en gevraagd: herkent u dit, hebben we blinde vlekken? De kennis ligt bij de mensen in het veld.” Volgens Yildirim helpt het de zorgaanbieders enorm dat de financiers, gemeenten en zorgverzekeraar/zorgkantoor, elkaar hebben gevonden. Van Doveren-Kersten: “Ik hoop dat het vertrouwen dat we samen uitstralen aanstekelijk zal zijn.”

Samen in een flow

Welke tips hebben de drie voor andere gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars? Yildirim: “Zorg dat je vanuit een open houding opereert. Wees helder over je belangen en agenda. Ga van hieruit op zoek naar de gezamenlijkheid. Waar kun je elkaar vinden? Ben bereid om mee te bewegen en heb begrip wanneer de ander dat niet kan. Daarnaast is bestuurlijke ruimte belangrijk. We konden open het gesprek aangaan. Ook is het goed om je te verdiepen in de inrichting en het functioneren van het zorgstelsel en het krachtenveld waarbinnen je actief bent. Welke partijen hebben een rol in het zorgstelsel, hoe liggen verantwoordelijkheden, hoe lopen de geldstromen, waar zitten de kansen en bedreigingen?” Volgens Hendriks is het belangrijkste om te investeren in de relatie, het leren kennen van elkaar en kennis opdoen van elkaars wereld. “Soms kom je niet zo snel tot elkaar omdat een ander zegt: daar zijn wij niet van, dat is niet onze taak. Dan is het de kunst om dat te begrijpen en een plek te geven, maar tegelijkertijd niet los te laten. Vandaar dat wij ook een tweede spoor bewandelen. We starten nu eerst met het laaghangend fruit en zetten in op waar we snel successen kunnen boeken. Daarmee kom je met elkaar in een flow waarna er meer mogelijk is.”