De vraag kwam vanuit de WIJ-teams die in opdracht van de gemeente Groningen taken uitvoeren in het kader van Wmo, Jeugdwet en samenlevingsopbouw. WIJ-consulenten gaven aan behoefte te hebben aan meer houvast en juridische rugdekking bij de soms lastige gesprekken met ouders over de grenzen van jeugdhulpen de advisering daarover. Groningen greep de vernieuwing van de Verordening jeugdhulp aan om die afbakening te verduidelijken in een Richtlijn gebruikelijke hulp aan jeugdigen. ‘We zien dat veel andere gemeenten hier ook behoefte aan hebben.’

‘De nieuwe richtlijn is een eerste aanzet voor een afwegingskader en is in die zin nog in ontwikkeling’ vertelt Hinke de Boer, beleidsadviseur jeugdhulp bij de gemeente Groningen. ‘Vanaf 1 januari 2021 gaan we er al wel vast ervaring mee opdoen in de praktijk.’ Met de Richtlijn gebruikelijke hulp geeft Groningen invulling aan het onderscheid tussen gebruikelijke en boven-gebruikelijke hulp, oftewel: wat mag je redelijkerwijs van ouders verwachten en wanneer kunnen ouders aanspraak maken op een jeugdhulpvoorziening. Dat past volgens De Boer bij de kanteling die Groningen in het sociaal domein maakt van denken in problemen, naar denken in mogelijkheden. ‘Als gemeente hebben we al flinke stappen gezet als het gaat om normaliseren in zorg en ondersteuning, bij de jeugd en in het brede sociale domein. We benadrukken dat sterk in ons beleid en ook in de uitvoering willen we inwoners en gezinnen vooral stimuleren en helpen op eigen kracht of met hulp van de omgeving verder te komen.’

Gebruikelijk of boven-gebruikelijk

In de praktijk is het voor de consulenten van WIJ Groningen vaak lastig om in gesprekken met ouders duidelijke grenzen aan te geven tussen gebruikelijke en boven-gebruikelijke hulp. Hinke de Boer: ‘De onduidelijkheid bij ouders heeft vaak te maken met de zelfstandigheid van het kind in relatie tot de leeftijd en de eventueel aanwezige beperking: welke dingen zou een kind van een bepaalde leeftijd zelf moeten kunnen? Ook het referentiekader van de ouders - de kinderen van mijn vriendinnen gedragen zich nooit zo - speelt een rol. Maar het ene kind heeft nu eenmaal meer zorg en aandacht nodig dan het andere. Voor de meeste ouders is het vanzelfsprekend dat die extra zorg bij hun opvoedtaken hoort, of ze zoeken steun in hun omgeving. Van de ouders die bij de WIJ-teams aankloppen, kunnen we een groot deel goed helpen met opvoedtips, informatie, cursussen en ontmoetingen met andere ouders en algemene voorzieningen. En als er professionele hulp nodig is, maken we een plan en betrekken we zo nodig specialistische hulp. Maar daartussenin hebben de consulenten regelmatig te maken met ouders die vinden dat zij jeugdhulp nodig hebben, terwijl hun kind in de ogen van de consulent gedrag vertoont dat past bij de leeftijd. De richtlijn geeft in die gevallen houvast en helderheid, voor medewerkers én ouders.

De richtlijn geeft houvast en helderheid, voor medewerkers én ouders.

Geen afvinklijstje

Gemeente Groningen stelde de Richtlijn gebruikelijke hulp op geïnspireerd door het protocol gebruikelijke hulp van de (voormalige) gemeente Haren en aangevuld met recente jurisprudentie over de jeugdhulpplicht. ‘Het doel is de uitvoering hiermee meer houvast te geven’, licht juridisch adviseur Rolf Mulder toe. ‘Maar het is met nadruk géén afvinklijstje: wel of geen jeugdhulp blijft altijd een individuele afweging, afhankelijk van de situatie van kind en gezin.’ Inmiddels zijn er contacten met de Rijksuniversiteit Groningen om de Richtlijn met een wetenschappelijke toetsing meer inhoud en status te geven. ‘In het land maken gemeenten om het onderscheid tussen gebruikelijk en boven-gebruikelijk hulp toe te passen, nu meestal gebruik van de richtlijnen van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), die de aanvragen beoordeelt voor de Wet langdurige zorg. Die CIZ-richtlijnen geven een kader voor wat je van een kind met een bepaalde leeftijd mag verwachten. In de jurisprudentie is die norm geaccepteerd, dus als je als gemeente een eigen afwegingskader maakt en het wetenschappelijk kunt onderbouwen, wordt het alleen maar beter. De richtlijn is in die zin nog niet af en blijft de komende tijd in ontwikkeling. Vandaar dat we het ook belangrijk vinden om hiermee op korte termijn al ervaring op te doen in de praktijk.'

Wel of geen jeugdhulpindicatie blijft altijd een individuele afweging, afhankelijk van de situatie van kind en gezin

Bredere afbakening met andere wetten

Vanaf 1 januari 2021 gaan de WIJ-teams werken met de nieuwe Verordening jeugdhulp en Nadere regels en de Richtlijn gebruikelijke hulp. Er komt ook een versie voor het publiek, zodat het voor ouders en verzorgers duidelijk is wat zij van de gemeente mogen verwachten en wat de gemeente van hen als opvoeders verwacht. De documenten worden gepubliceerd en besproken met de (jeugd)consulenten van alle WIJ-teams in de gemeente. Rolf Mulder: ‘In regionaal verband hebben we als juridisch adviseurs een document opgesteld dat in bredere zin gericht is op afbakening tussen Jeugdwet en andere wetten, zoals de Wet Passend Onderwijs, de Zorgverzekeringswet en de Wmo. Dat zijn óók allemaal grenzen die we scherp moeten hebben. Dat stuk, dat een flink juridisch naslagwerk is geworden, is bijna klaar om gedeeld te worden. We merken dat er veel interesse is vanuit het land en we gaan het binnenkort aanbieden aan VNG, zodat andere gemeenten hier ook van kunnen profiteren.’

‘Met de Richtlijn gebruikelijke hulp verwacht ik in gesprek met ouders over een aanvraag voor jeugdhulp meer houvast te hebben om tot een gedegen advies te komen en meer duidelijkheid over gebruikelijke/niet-gebruikelijke hulp te kunnen geven.’ 

Marijke de Jong, jeugdconsulent bij Stichting WIJ Groningen