De gemeente Roosendaal zette een professionele projectorganisatie op van eigen ambtenaren om haar 240 gedupeerde ouders te kunnen helpen. Het werk bleek anders niet te doen, naast alle andere dossiers die de gemeente moest behandelen.

Jaartal

2023

Gemeente

Gemeente Roosendaal zette een professionele projectorganisatie van eigen ambtenaren op om haar 240 gedupeerde ouders te kunnen helpen. Het werk bleek anders niet te doen, naast alle andere dossiers die de gemeente moet behandelen. Het operationele team wordt effectief gesteund door een beleidsteam én een stuurgroep. Ook al blijft de druk hoog, de aanpak werkt in de praktijk goed.   Wethouder René van Ginderen van gemeente Roosendaal was het zat. Rondom de toeslagenaffaire regende het aanvullende bepalingen vanuit landelijke partijen op de gemeentelijke organisatie. “De een wilde A, de ander wilde B, en de uitvoering werd steeds ondoorzichtiger.” In 2021 werd duidelijk dat de beleidsadviseurs bestaanszekerheid het herstelwerk niet naast hun reguliere taken konden blijven doen. Hij besloot daarom een projectorganisatie op te zetten en riep daarbij de externe hulp in van senior-adviseur Vivianne van Yperen. Sinds een jaar is zij nu projectleider hersteloperatie Kinderopvangtoeslagaffaire. 

Hoe zit de organisatie in elkaar? 

De uitvoering van de projectorganisatie is in handen van een multidisciplinair hulpteam van tien mensen. Zij komen uit alle gebieden van de brede ondersteuning. Het hulpteam is samen met de casemanagers het vaste contactpunt van een gedupeerde en zijn/haar gezin. Het team overlegt regelmatig. Daarbij sluiten soms ook de collega’s van woningcorporaties en de Wmo aan. Ook krijgen zij informatie over de gedupeerde ouders die daarvoor akkoord hebben gegeven.  De wethouder sluit eens per drie maanden aan bij het operationele team. Om te kijken hoe het gaat, en waar het team misschien hulp nodig heeft. Van Yperen: “Het is echt zeldzaam dat een bestuurder zo betrokken is bij de uitvoering. De wethouder trekt onze vragen of klachten nooit in twijfel, maar schaalt gelijk op. Zo fijn!”  

 Naast het operationele team is er ook een beleidsgroep. Die komt eens in de zes weken bij elkaar en bespreekt dan de regels die in de uitvoering knellen. Van Yperen geeft een aantal voorbeelden: “Denk aan: hoe spreken we mensen aan, en wat kan wel voor gedupeerden en niet voor andere inwoners van Roosendaal? Of: waar schuurt de brede ondersteuning met de bijzondere bijstand?” Tot slot is er nog een stuurgroep met daarin alle afdelingshoofden van het operationele team én de directeur van het sociaal domein.  

Ongemakkelijke vrijheid  

Het operationele team neemt regelmatig besluiten over zaken waar ze in hun reguliere werk, niet over mogen beslissen. Daarin moeten ze vaak tot 2 cijfers achter de komma berekenen of iemand ergens recht op heeft. In de hersteloperatie wordt echter toegekend op basis van ruimhartigheid. Dat verschil was erg wennen voor het team. “Onze mensen zijn professioneel en bescheiden genoeg om daar goed mee om te gaan, maar ze zijn die vrijheid niet gewend en ze vinden het ook niet altijd makkelijk. Het is te tegenstrijdig met het werk dat ze de andere helft van de week doen. Ze willen daarom duidelijke kaders”, legt Van Yperen uit. Het maakt ook dat het team regelmatig met elkaar overlegt over casuïstiek. 

Boos op de overheid  

Nu, na een jaar draaien, merkt Van Yperen dat de psychologische belasting voor de uitvoering steeds hoger wordt. “Een groot deel van het team heeft het daardoor erg zwaar. Dat komt niet door het werk, maar doordat sommige ouders woedend zijn op de overheid, en ondersteuning eisen die de gemeente niet kan geven. Dat is vreselijk frustrerend, ook al weegt het niet op tegen de dankbaarheid van andere ouders”.  Van Yperen wordt zelf ook regelmatig gebeld door boze ouders. “Dat is enorm intens en ik kan hen helaas ook niet helpen. Daarom verwijs ik toch iedereen terug naar hun vaste casemanager. Die bepaalt samen met de projectorganisatie de aanpak.”   

Goed bezig  

Gemeente Roosendaal wil graag blijven leren. Daarom hebben ze Stichting Lotgenotencontact gevraagd of ze op de goede weg zijn. “Zij vinden van wel, vooral omdat wij het geld beheren van ouders. Iemand die een nieuwe inboedel krijgt, ziet geen geldstromen, en dat ontzorgt. Wij regelen alles. Ik wist trouwens niet dat andere gemeenten het soms anders doen. Ik ben er erg trots op dat dit zo goed werkt”, vertelt Van Yperen.   

Hoe lang de projectorganisatie nog in stand blijft, is nog niet bekend. “Zolang er nog nieuwe mensen komen, houden we deze projectstructuur in stand. Dat schept ook duidelijkheid naar de ouders en de rest van onze organisatie. Gedupeerde ouders hebben immers echt baat bij een vaste contactpersoon met een eigen beslisbevoegdheid.”