Christiaan Ravensbergen is directeur van VNG Risicobeheer en initiatiefnemer van het VNG Risicobeheerfonds. Zijn missie is gemeenten ondersteunen bij risicomanagement en verzekeren. ‘Meer samen optrekken bespaart kosten en geeft meer kwaliteit’, zegt hij. 

Hoe kwam je op het idee voor het Risicobeheerfonds?

Tijdens mijn promotieonderzoek naar gemeentelijk vastgoed. In het vooronderzoek sprak ik de Rijksgebouwendienst. Het rijk verzekert gebouwen niet en draagt het risico zelf. Gemeenten verzekeren daarentegen maximaal. Uit openbare data blijkt dat er een enorm verschil is tussen de betaalde premies en de uitgekeerde schadelast. Dit verschil zette mij aan het denken. In gemeenten gaat veel aandacht uit naar de aanbesteding van brandverzekeringscontracten, we zijn minder bezig met de vraag wat we nodig hebben om het risico te dekken, en te verkleinen. 

Waarom is het Risicobeheerfonds juist nu relevant voor gemeenten?

Uit oogpunt van kosten besparen, ook gezien de moeilijke financiële positie van gemeenten. Daarnaast vanwege krapte op de arbeidsmarkt. Verzekeren en risicomanagement vragen specifieke kennis en kunde. Als je dit collectief organiseert, help je elkaar. Meer samendoen past ook in de VNG Verenigingsvisie 2030, vorig jaar omarmd door de Algemene Ledenvergadering (ALV).

Wat is de meerwaarde van samen optrekken?

Wanneer een individuele gemeente haar vastgoed verzekert, is het beeld anders dan wanneer je het met z’n allen doet. Dan spreid je risico’s onderling, en gaat de wet van de grote getallen gelden. De verzekeringsmarkt is krap, de onderhandelingspositie van elke gemeente op zich is niet gunstig. Het is ook zo dat kleine gemeenten nu relatief hoge premies betalen, maar voor grote gemeenten is er ook genoeg voordeel te halen. 

Wat gaat het Risicobeheerfonds gemeenten opleveren? 

We verwachten dat we alleen al op het risicothema Gebouwen gezamenlijk meer dan € 100 miljoen per jaar aan premie besparen. Daarnaast ontzorgen we gemeenten, wat van belang is in tijd van personele krapte. Er gaat veel tijd zitten in het aanbesteden van brandverzekeringen. Dat is straks niet meer nodig. Bovendien neemt het Risicobeheerfonds alle schadeafhandeling op zich, ook van eigenrisicoschades. Daarnaast krijgen gemeenten gezamenlijk meer expertise voor het verkleinen van risico’s; we gaan landelijk inzetten op preventie. Dit levert meer veiligheid op. 

Hoe verandert dit het werk voor verzekeringsambtenaren in gemeenten?

Het werk ontwikkelt zich in de richting van risicoadviseur; het wordt interessanter. Het gaat van verzekeren naar het breder afwegen van risico’s. Wat geeft de grootste veiligheid tegen de laagste maatschappelijke kosten? Veiligheid vóór alles is niet altijd het beste adagium, het gaat om proportionaliteit. We hebben daarom ook een post-HBO-opleiding ontwikkeld over de balans tussen risicomanagement en verzekeren, speciaal voor verzekeringsambtenaren. Daarnaast brengen we via platforms zoals het RPO (Risico Platform Overheden) en het VPO (Verzekeringsplatform Overheden) kennis en ervaringen landelijk bij elkaar. 

Jij vindt solidariteit en gelijkheid belangrijke aspecten van het Risicobeheerfonds, waarom?

Solidariteit is het basisbeginsel van verzekeren. Gemeenten dragen gezamenlijk het risico en betalen enkel de daadwerkelijke kosten. Elke gemeente betaalt straks hetzelfde premiepromillage op basis van het risicolabel, de score die we geven aan het risico van een gebouw. Ook kijken we naar de waarde van het vastgoed. Gemeenten worden gezamenlijk voor de helft eigenaar van het VNG Risicobeheerfonds NV, de VNG ook voor de helft. Dit vergt een eenmalige investering die structureel geld oplevert. Risico’s onderling delen, gelijke premies en gelijke eigen risico’s. Dat bedoel ik met solidariteit en gelijkheid. 

Stel, een gemeente wil meedoen, hoe werkt dat?

Om te beginnen kan de gemeente het premievoordeel laten uitrekenen, we vragen daarvoor data van gebouwen en verzekeringen. Nadat de gemeente kennis heeft genomen van de premiebesparing, de governance en de benodigde investering in het Risicobeheerfonds, kan ze kenbaar maken geïnteresseerd te zijn in toetreden. Het Risicobeheerfonds kan doorgaan wanneer het gemeentelijk equivalent van 50% van de inwoners van Nederland wil meedoen. We verwachten dit te bereiken in het voorjaar van 2025. Wanneer het VNG-bestuur dan een oprichtingsbesluit neemt, ontvangen gemeenten het Informatiepakket Generiek Collegevoorstel Deelname Risicobeheerfonds. Zo hoeven gemeenten geen dubbel werk te doen om toetreding tot het Risicobeheerfonds bij het college en de gemeenteraad te brengen. 

Hoe zie je de ontwikkeling van het Risicobeheerfonds?

We beginnen met het risicothema van gemeentelijke gebouwen. In de toekomst willen we ons ook richten op andere risico’s, zoals dataveiligheid en digitale infrastructuur. Schadeherstel na een hack is in de bestaande markt moeilijk te verzekeren. Stapsgewijs gaan we uitbreiden.

Wat is je oproep aan gemeenten? 

Laten we de handen ineenslaan om er samen beter van te worden. Ik roep gemeenten op om met ons contact te zoeken, en te laten uitrekenen hoe – op basis van huidige verzekeringsdata – de premie uitvalt. De crux is dat we als gemeenten een bewuste keuze maken om voordeel te halen uit samenwerken. Met z’n 342’en zijn we net zo’n grote entiteit als het rijk, en daarmee in staat samen risico’s te dragen en te spreiden tegen de laagste maatschappelijke kosten. 

Bent u geïnteresseerd? Laat de premie van uw gemeente berekenen: stuur een mail naar risicobeheerfonds@vng.nl 

Meer informatie

Feitelijke informatie over het VNG Risicobeheerfonds vindt u op de webpagina Initiatief Risicobeheerfonds