Het gaat goed met Nederland. De economie bloeit en de meeste Nederlanders zijn gelukkig. De levensverwachting blijft stijgen en 80 procent van de mensen voelt zich gezond. Als sterke punten van ons land noemen Nederlanders de democratische rechtsstaat, de ­florerende ­economie en de goede kwaliteit van het onderwijs. 

De onderzoeken van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) laten keer op keer die mooie kanten van ons land zien. Maar ze tonen ook een keerzijde: een grote en groeiende groep inwoners voelt zich onzeker over de toekomst en heeft er weinig vertrouwen in dat het ook voor hen beter zal worden. Deze maatschappelijke tegenstellingen vormen een groot vraagstuk.

SCP-directeur Kim Putters onderscheidt in zijn recente boek Veenbrand 4 ‘smeulende kwesties’ die een rol spelen bij die tegenstellingen: de focus op economische groei in plaats van brede welvaart, de afnemende inclusiviteit van onze diverse samenleving, de afnemende mate waarin burgers zich thuis voelen en de beperkte zeggenschap die ze ervaren in de politiek. De politiek heeft bijgedragen aan het ontstaan van die tegenstellingen, aan de sterke behoefte die mensen hebben aan houvast voor de toekomst en aan zekerheid en veiligheid. Het is nu noodzakelijk dat de politiek een samenhangend antwoord weet te formuleren op weg naar een nieuwe samenleving. 

De tegenstellingen komen vooral op lokaal niveau aan het licht, in de dagelijkse praktijk van bestuurders en ambtenaren. Binnen de lokale gemeenschappen ligt ook de sleutel voor de oplossing. Het lokaal bestuur kan op dit moment slechts de randen van de maatschappelijke tweedeling enigszins verzachten, omdat het gebonden is aan wet- en regelgeving. Het is nodig dat op rijksniveau wordt ingezien dat een inclusieve samenleving alleen kan bestaan bij de gratie van solidariteit en het overbruggen en verkleinen van verschillen. En, zoals Herman Tjeenk Willink het formuleerde: kabinet en parlement moeten ook bereidheid tonen om te leren van de uitvoeringspraktijk, bereid zijn om beleid dat verkeerd uitpakt te herzien. Slechts onder die condities kunnen gemeenten de grote opgaven waarvoor ze staan tot een goed einde brengen. 

Grote opgaven voor de komende periode vinden hun oorsprong vaak in wereldomvattende ontwikkelingen, zoals de klimaatopgaven en de omgang met informatietechnologie. Sommige opgaven volgen uit besluitvorming op Europese schaal, zoals de CO2-reductie en privacywetgeving. Weer andere opgaven vloeien voort uit landelijke besluitvorming, zoals het aardgasvrij maken van woningen, de invoering van de Omgevingswet en tal van andere grotere en kleinere onderwerpen die allemaal uitwerking en inpassing vragen door gemeenten, de eerste overheid.

Naast de vele onderwerpen die ‘van bovenaf’ op het bord van het lokaal bestuur belanden, wordt er ook vanuit de inwoners een beroep gedaan op de inventiviteit, besluitvaardigheid en uitvoeringskracht van het gemeentebestuur. Een breed scala aan maatschappelijke onderwerpen vraagt dagelijks om aandacht. Burgerinitiatieven, ondermijning, tweedeling, schuldenproblematiek of een nieuw zwembad, allemaal strijden ze om voorrang. 

De grote verantwoordelijkheden die het lokaal bestuur zijn toebedeeld, vragen om een sterk lokaal verhaal. De politiek raakt, zowel landelijk als lokaal, steeds verder gefragmenteerd. De overheersende politieke stromingen zijn op hun retour, nieuwe spelers eisen via de sociale media hun gelijk en beïnvloeden de meningsvorming. 

Binnen de vereniging van gemeenten komen alle lijnen samen. Daar moet de verbinding gezocht worden en moeten tegenstellingen worden overbrugd. De vereniging is ook het platform waarmee het lokaal bestuur zich verder kan versterken. We zien dat verschillen tussen regio’s en gemeenten onderling duidelijker zichtbaar worden en zich luider manifesteren. Dat vraagt om een richting en om een gedeelde opvatting over grote gezamenlijke maatschappelijke opgaven, zoals klimaat en energie, duurzaamheid, bouwen en wonen, de maatschappelijke tweedeling, digitalisering en de inclusieve samenleving. 

Deze opgaven moeten we binnen en buiten de vereniging agenderen. Als wij het niet doen, zullen anderen uiteindelijk voor ons besluiten.

Gemeenten 2024 benoemt de thema’s en richtingen voor de oplossingen en verbindt ons.