De onderlinge waarborgmaatschappij, ook vaak ‘de onderlinge’ genoemd, is een bijzondere vereniging en lijkt erg op de coöperatie. In principe zijn de regels die gelden voor de vereniging van toepassing op deze rechtspersoon naast de specifieke regels voor de coöperatie en de onderlinge waarborgmaatschappij.

De onderlinge waarborgmaatschappij mag alleen een verzekeringsbedrijf zijn en moet tot doel hebben om verzekeringsovereenkomsten met haar leden te sluiten. 

Anders dan de vereniging mag de onderlinge waarborgmaatschappij wel haar winst onder haar leden verdelen.

Oprichting

De oprichting van een onderlinge waarborgmaatschappij vindt plaats bij notariële akte. In de akte moet zijn opgenomen dat het een onderlinge waarborgmaatschappij is. In de statuten van de onderlinge waarborgmaatschappij moet staan dat het doel is om met haar leden verzekeringsovereenkomsten te sluiten in haar verzekeringsbedrijf.
In de statuten worden daarnaast de verplichtingen van de leden tegenover de onderlinge waarborgmaatschappij opgenomen. 

De onderlinge waarborgmaatschappij kent veelal een kwalitatief lidmaatschap. Dat betekent dat als je een verzekering afsluit bij deze maatschappij, je automatisch lid bent.

Inrichting

Net als bij de vereniging is de algemene ledenvergadering het hoogste orgaan. Voor de dagelijkse gang van zaken wordt een bestuur benoemd, met als voornaamste doel het dienen van de onderlinge waarborgmaatschappij. De leden worden nauw betrokken bij de strategie van de maatschappij. Hun rol is toezicht houden en het mede bepalen van de investeringen.

In de statuten kan worden bepaald dat er een raad van commissarissen is, die toezicht houdt op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de onderlinge waarborgmaatschappij.

Aansprakelijkheid leden

De leden zijn tegenover de onderlinge waarborgmaatschappij aansprakelijk voor tekorten die na ontbinding van de onderlinge waarborgmaatschappij blijken te bestaan. De statuten kunnen hiervoor een regeling treffen en de aansprakelijkheid uitsluiten of beperken. Dit moet wel tot uitdrukking komen in de naam van de onderlinge waarborgmaatschappij.

De wet schrijft voor dat de naam van een onderlinge waarborgmaatschappij het woord ‘onderling’ of ‘wederkerig’ moet bevatten en dat achter de naam U.A., B.A. of W.A moet staan, een aanduiding die betrekking heeft op de reikwijdte van de aansprakelijkheid van leden of oud-leden:

  • U.A. betekent ‘uitsluiting van aansprakelijkheid’
  • B.A. betekent ‘beperkte aansprakelijkheid’
  • W.A. betekent ‘wettelijke aansprakelijkheid’. W.A. wordt opgenomen als alle leden voor gelijke delen moeten bijdragen in de tekorten van de onderlinge waarborgmaatschappij.

Wetsartikelen

Zie de volgende artikelen op wetten.overheid.nl: