Alhoewel schadevergoeding in geld de hoofdregel is, ligt volgens de Hoge Raad schadevergoeding in natura voor de hand.

'(…) ligt het voor de hand dat de rechter, indien de gedepossedeerde* dat vordert en de occupant nog steeds eigenaar is, op de voet van art. 6:103 BW de bezitter veroordeelt bij wijze van schadevergoeding de wederrechtelijk in bezit genomen zaak aan de benadeelde in eigendom over te dragen.' (Heusden-arrest)

(*gedepossedeerde = degene van wie het bezit is afgenomen)

Deze wijze van schadevergoeding is dus alleen mogelijk als de gedaagde de grond nog steeds in eigendom heeft. 

Het Hof Amsterdam zag teruglevering van de grond als een passende wijze van schadevergoeding zonder dat een belangenafweging aan de orde was:

Ook het Hof ’s-Hertogenbosch wees schadevergoeding in natura toe:

Om misverstanden te voorkomen is het aan te raden te onderbouwen waarom teruglevering van de grond wordt gevorderd. Subsidiair kan dan schadevergoeding in geld worden gevorderd.

Mocht er een kans zijn dat niet de volledige vordering van de gemeente zal worden gehonoreerd (er is bijvoorbeeld ook sprake is van eigen schuld van de gemeente), dan is het aan te raden om vooraf te bepalen of de gemeente gedeeltelijke schadevergoeding wil eisen of gedeeltelijke teruglevering van de grond.