Als alle seinen na de voorgaande checks nog op groen staan voor het instellen van een vordering uit onrechtmatige daad (wie kan vordering instellen en tegen wie), is het bewijzen dat iemand 'te kwader trouw' is de grootste uitdaging. De stelplicht en de bewijslast van het in bezit nemen en houden, terwijl de inbezitnemer weet dat een ander daarvan eigenaar is, ligt namelijk bij degene die zijn eigendom door verjaring heeft verloren.

De meeste zaken in de jurisprudentie zijn gestrand op dit onderdeel. Hier volgen de meest in het oog springende voorbeelden.

Het Hof Arnhem-Leeuwarden formuleerde de ‘wetenschap dat een ander daarvan eigenaar is’, als het doelbewust inpikken of toe-eigenen van grond van een ander. Tot twee keer toe werden te weinig feiten aangedragen om tot dat oordeel te komen:

Hetzelfde hof oordeelde dat het feit dat gedaagde en zijn rechtsvoorgangers via onderzoek in het kadaster hadden kunnen weten dat de kadastrale perceelgrenzen anders waren dan de feitelijke grenzen, nog niet betekent dat gedaagde wist of behoorde te weten dat hij de strook grond in bezit had, wetende dat een ander daarvan de eigenaar was:

In een procedure waarin kon worden aangetoond dat gedaagde de kadastrale gegevens had geraadpleegd, beslechtte dat de strijd in dat geval ook niet. Zo duidelijk waren de kadastrale gegevens namelijk volgens de rechtbank niet:

Geslaagde zaken

In de zaken die wel tot toewijzing van de vordering hebben geleid (alle links verwijzen naar de website uitspraken.rechtspraak.nl) ging het om het volgende:

  1. De wetenschap dat een ander eigenaar van de grond was, stond niet ter discussie in de procedure:
    - Hof Amsterdam 30 juli 2019 ECLI:NL:GHAMS:2019:2817 
    - Rechtbank Rotterdam 26 februari 2020 ECLI:NL:RBROT:2020:2248 
    - Rechtbank Noord-Holland 13 november 2019 ECLI:NL:RBNHO:2019:8857 (met als bijzondere omstandigheid dat het ging om percelen die grensden aan ligplaatsen)
    - Rechtbank Rotterdam 19 juli 2017 ECLI:NL:RBROT:2017:9336 
  2. De ‘inpikker’ beriep zich zelf op eigendomsverkrijging door ‘bezit te kwader trouw’:
    - Rechtbank Noord-Holland 25 augustus 2021 ECLI:NL:RBNHO:2021:7216 
  3. De ‘inpikkers’ hadden ooit alle informatie verkregen, waarop die wetenschap gebaseerd kon worden:
    - Hof ’s-Hertogenbosch 18 mei 2021 ECLI:NL:GHSHE:2021:1469 Bevestigd door Hoge Raad 20 januari 2023 ECLI:NL:HR:2023:62
  4. De ‘inpikker’ had navraag moeten doen bij het kadaster omdat hij zelf twijfelde over de eigendom:
    - Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 november 2020 ECLI:NL:RBZWB:2020:5736 

Wat de bewijslast extra bemoeilijkt is het feit dat de gebeurtenissen zich altijd lang geleden hebben afgespeeld. Dit maakt het vinden van (betrouwbare) getuigen en bewijzen als schriftelijke stukken of foto’s er niet eenvoudiger op.