Gemeenten in Nederland hebben moeite om voldoende financiering te vinden voor het onderwijs aan nieuwkomerskinderen, met name voor onderwijshuisvesting voor de Internationale Schakelklassen (ISK). Dit blijkt uit het onderzoek naar gemeentelijke kosten voor nieuwkomersonderwijs.
Vooral druk op onderwijshuisvesting
De groeiende en onvoorspelbare instroom van leerlingen legt een zware druk op de financiële middelen van gemeenten, vooral op het gebied van onderwijshuisvesting.
Kosten blijven toenemen
In 2023 was er al een negatief verschil van € 76 miljoen tussen de kosten voor nieuwkomersonderwijs en de rijksvergoedingen. Dit bedrag zal de komende jaren verder toenemen. Gemeenten zullen daardoor keuzes moeten maken en lokale prioriteiten tegen elkaar afwegen.
Dringend extra geld nodig
De VNG benadrukt dat er dringend extra geld nodig is voor het onderwijs aan nieuwkomers, zonder dat de kosten worden afgewenteld op het gemeentefonds. Op dit moment dragen vooral 'centrumgemeenten,' die de meeste ISK's huisvesten, een grote last. Er is namelijk geen formeel aangewezen regio verantwoordelijk voor het nieuwkomersonderwijs. De huidige samenwerking is pragmatisch en niet structureel georganiseerd. Dit leidt tot extra kosten voor onder meer onderwijshuisvesting, regiocoördinatie, leerlingenvervoer en openbare orde.
De VNG en gemeenten pleiten voor snelle en structurele oplossingen om te voorkomen dat nieuwkomerskinderen buiten de boot vallen en om te zorgen dat de gemeenten niet vastlopen door de oplopende kosten van het nieuwkomersonderwijs.