Om decentrale overheden meer houvast te bieden bij de behandeling van vermeende of daadwerkelijke integriteitsschendingen door decentrale politieke ambtsdragers, heeft het ministerie van BZK een handreiking gepubliceerd met goede bouwstenen voor een protocol.
Naar de Handreiking voor omgang met (vermoedens van) integriteitsschendingen
Aanspreekbare en open houding als uitgangspunt
De handreiking is te beschouwen als een extra hulpmiddel bij structurele aandacht voor integriteit. Uitgangspunt blijft dat politieke ambtsdragers elkaar aanspreken en aanspreekbaar zijn op voorgenomen of getoond gedrag wanneer over dat gedrag vragen of twijfels bestaan. Zo’n aanspreekbare en open houding draagt eraan bij dat politieke ambtsdragers makkelijker het gesprek met elkaar kunnen aangaan over integriteitskwesties en integriteit ook regelmatig onderwerp van gesprek tussen hen blijft.
Zorgvuldigheid en onpartijdigheid
Het protocol drukt uit dat de politieke ambtsdragers van de gemeente bij een vermoeden van een integriteitsschending belang hechten aan zorgvuldigheid en onpartijdigheid. In die gevallen waarin het tot een onderzoek komt, staat waarheidsvinding centraal. Individuele of partijpolitieke opvattingen zijn daaraan ondergeschikt. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan een proces dat zich kenmerkt als procedureel rechtvaardig.
Handelingsperspectief verschilt
In de handreiking staat echter niet duidelijk dat het handelingsperspectief bij de uitkomst van een integriteitsonderzoek verschillend is voor raadsleden, wethouders of burgemeesters. Zo kan een raadslid niet worden ontslagen, geldt voor wethouders opgezegd vertrouwen (artikel 49 Gemeentewet) en voor de burgemeester een verstoorde verhouding (artikel 61b Gemeentewet) als criteria voor eventueel ontslag.
Toepassing van het protocol en de handreiking
Gemeenten zijn niet verplicht om het protocol en de bijbehorende handreiking in te voeren. Wel kunnen gemeenten hiermee een eigen werkwijze opstellen die past bij de lokale context. Zo mogen gemeenten zelf kiezen of het protocol ook bedoeld is voor meldingen over ongewenste omgangsvormen en grensoverschrijdend gedrag. Bovendien kunnen gemeenten zelf het gewenste detailniveau van het protocol bepalen.