De CRvB deed onlangs uitspraak in 3 Wmo-zaken bij 2 gemeenten over het meewegen van (financiële) draagkracht bij de toegang tot huishoudelijke hulp. De Raad is van oordeel dat de Wmo geen ruimte biedt om rekening te houden met de financiële mogelijkheden van betrokkenen om voorzieningen zelf te bekostigen.

Hieronder de deeplinks naar de 3 uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) zoals gepubliceerd op Rechtspaak.nl: 

Lees voor meer toelichting en achtergrond ons artikel Gelijkluidende uitspraken CRvB in 3 hoger beroepszaken gemeenten Beesel en Leusden

Kerngedachte Wmo ondergraven

De invoering van het abonnementsarief voor de eigen bijdrage aan Wmo-voorzieningen ondergroef de kerngedachte van de Wmo dat inwoners eerst nagaan wat zij zelf aan het probleem kunnen doen en dat daarna pas de gemeente aanvullend ondersteuning biedt. Het abonnementstarief leidde tot een groter beroep op Wmo-voorzieningen, en gemeenten ontvingen van het rijk geen financiële compensatie voor de gestegen kosten. 

Na proefproces rijk nu aan zet

De VNG moedigde gemeenten aan om maatregelen te nemen om de kosten te beheersen en daarbij de grenzen van de Wmo op te zoeken teneinde een proefproces uit te lokken. Het hoger beroep van de gemeenten Leusden en Beesel voorziet daarin. Nu het hoger beroep niet is geslaagd zullen deze gemeenten hun beleid moeten aanpassen en is het rijk aan zet. De CRvB gaat overigens niet in op de principiële vraag van de gemeenten en de VNG over de bedoeling van de Wmo en de zorgplicht van gemeenten. 

Zorgen over houdbaarheid Wmo blijven bestaan 

Het demissionaire kabinet bereidt inmiddels een wetswijziging voor waarmee de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor alle Wmo-voorzieningen met uitzondering van rolstoelen, opnieuw mogelijk wordt. Maar zover is het nog niet en de zorgen over de houdbaarheid van de Wmo blijven voorlopig bestaan: zowel in financieel opzicht als vanwege personele krapte. Het onderzoek naar de houdbaarheid van de Wmo dat nu loopt, levert hopelijk op termijn een gezamenlijk beeld op van de opgaven in de Wmo 2015. Het nieuwe kabinet zal in overleg met de VNG moeten besluiten welke beleidskeuzes nodig zijn om tot een houdbare en toekomstbestendige Wmo te komen.