Soort

Wet- en regelgeving

De Bijstandsbode publiceert elke maand interessante uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op het gebied van bijstand en aanverwante wet- en regelgeving. Dit zijn de uitspraken uit februari 2019.

Safeloket

Een vrouw uit Den Haag zit, met enkele onderbrekingen, al sinds april 1998 in de bijstand. Ze huurt al die tijd ook een safeloket bij een bankkantoor in de buurt. Ze heeft de gemeente hierover niets verteld en de gemeente komt achter het loket. De CRvB oordeelt dat het bezit van een bankkluis een omstandigheid is waarvan het de belanghebbende redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kan zijn op het recht op bijstand. De vrouw had de gemeente dus van begin af aan moeten vertellen dat zij een safeloket huurde. Daarop besluit de gemeente de volledige bijstandsuitkering in te trekken en ruim € 167.000 terug te vorderen. (CRvB 22 januari 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:340)

Werkster, inkomsten schatten

Het college heeft de bijstandsuitkering over een periode van 5 jaar ingetrokken en teruggevorderd wegens schending van de inlichtingenplicht waardoor het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. De CRvB overweegt dat niet in geding is dat belanghebbende door het niet melden van haar werkzaamheden als werkster de inlichtingenplicht heeft geschonden. Dat levert een rechtsgrond op voor intrekking van de bijstand indien als gevolg daarvan niet kan worden vastgesteld of en, zo ja, in hoeverre belanghebbende in bijstandbehoevende omstandigheden verkeert. Het college heeft ter zitting in hoger beroep berekend dat, uitgaande van de 3 werkadressen, het aantal keren (bij benadering) dat belanghebbende kwam en de door alle 3 de getuigen genoemde beloning van € 30 per keer, het in de te beoordelen periode op de bijstand in mindering te brengen bedrag kan worden vastgesteld op € 15.300. De CRvB sluit zich aan bij de berekening van het college en draagt het college op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. (CRvB 18 december 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:4124)

Verkeerde brievenbus

Het college heeft de bijstandsaanvraag buiten behandeling gesteld, omdat belanghebbende geen gebruik heeft gemaakt van de haar geboden hersteltermijn om gegevens in te leveren. Mevrouw spreekt tegen dat zij een brief met een hersteltermijn heeft ontvangen. Het college stelt deze brief persoonlijk te hebben bezorgd in de groene brievenbus op haar adres. De CRvB overweegt dat het in een brievenbus deponeren van een brief op een lijn kan worden gesteld met niet-aangetekende verzending per post. Nu belanghebbende de deponering betwist, is het aan het college om aannemelijk te maken dat de brief wel bij haar is bezorgd. Het college is daarin niet geslaagd. Daarom moet het college belanghebbende een nieuwe termijn geven en alsnog inhoudelijk op de aanvraag beslissen. (CRvB 11 december 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:4024)

Herziening in strijd met rechtszekerheidsbeginsel

Het college heeft de toegekende woonkostentoeslag met terugwerkende kracht herzien en een bedrag van ruim € 1.450 teruggevorderd. De CRvB oordeelt dat het college in dit geval geen gebruik mocht maken van zijn bevoegdheid om de bijzondere bijstand te herzien. Volgens vaste rechtspraak mag een bestuursorgaan een gemaakte fout in beginsel met terugwerkende kracht herstellen. Daarvoor geldt wel dat het besluit om te herstellen niet in strijd is met het rechtzekerheidsbeginsel. Belanghebbende hoeft de toeslag niet terug te betalen en ontvangt bovendien een schadevergoeding van de Staat wegens overschrijding van de redelijke termijn. (CRvB 4 december 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:4317)

Onevenwichtige terugvordering

De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft de bijstandsuitkering en de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) ingetrokken en € 32.060,56 teruggevorderd wegens schending van de inlichtingenplicht. Belanghebbende bezit onroerend goed in het buitenland met een waarde boven de vermogensgrens. De CRvB oordeelt dat de hoogte van het teruggevorderde bedrag niet evenredig is met de omvang van het door belanghebbende verzwegen vermogen en dat bij de vaststelling van de hoogte van het terugvorderingsbedrag daarmee rekening had moeten worden gehouden. (CRvB 5 februari 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:433)

Boete, ex-gehuwden, opzet, grove schuld

Belanghebbenden hebben ooit gezamenlijk bijstand ontvangen, maar zijn inmiddels uit elkaar. Het college heeft een boete opgelegd wegens schending van de inlichtingenplicht. De man heeft zwart bijgewerkt. De CRvB overweegt dat, in een geval waarin een boete wordt opgelegd wegens schending van de inlichtingenverplichting die betrekking heeft op aan gehuwden verleende bijstand, de boete van de (ex-)gehuwden individueel moet worden vastgesteld. Daarbij moet de boete van elk van belanghebbenden evenredig zijn in het licht van zijn of haar individuele omstandigheden. De CRvB oordeelt dat het college heeft aangetoond dat belanghebbenden hun inlichtingenplicht hebben geschonden door niet te melden dat de man bijverdiende.  (CRvB 11 december 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:4120)