Datum

Organisatie

Bijstandsbode

Soort

Wet- en regelgeving

De Bijstandsbode publiceert elke maand interessante uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op het gebied van bijstand en aanverwante wet- en regelgeving. Dit zijn de uitspraken uit oktober 2018.

Uitzicht op inkomensverbetering?

Mag een gemeente de individuele inkomenstoeslag weigeren om de enkele reden dat de bijstandsuitkering van de aanvrager is verlaagd wegens schending van de re-integratieplicht. De CRvB oordeelt van niet. Uit de tekst van artikel 36 Participatiewet en uit de wetsgeschiedenis blijkt namelijk dat de gemeente de individuele omstandigheden van de aanvrager beoordelen. Dat kan de belanghebbende in deze zaak echter niet helpen. De CRvB oordeelt namelijk dat de man niet voldoet aan het criterium 'geen uitzicht op inkomensverbetering'. De aanvraag is terecht afgewezen. (CRvB 30 oktober 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3418)

Verzwegen werkzaamheden (IOAW)

Volgens de CRvB bestaat in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten (AIB) geen grondslag voor het betrekken van inkomen waarover de echtgenote redelijkerwijs kan beschikken, in dit geval voor te bedingen vergoedingen voor op geld waardeerbare activiteiten. De CRvB concludeert dat er geen sprake is van inkomen uit arbeid dat van belang is voor de hoogte van de IAOW-uitkering. Van schending van de inlichtingenplicht is daarom ook geen sprake. De uitkering is ten onrechte ingetrokken en teruggevorderd. (CRvB 4 september 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2761)

Zienswijze boete is geen bezwaar tegen intrekking en terugvordering

Het college heeft de bijstandsuitkering herzien en naar de toekomst toe ingetrokken, de ten onrechte verstrekte bijstand teruggevorderd en belanghebbende in kennis gesteld van het voornemen een bestuurlijke boete op te leggen. Belanghebbende heeft eerst haar zienswijze over het boetevoornemen ingediend, en later apart bezwaar gemaakt tegen het terugvorderingsbesluit. De CRvB concludeert dat belanghebbende er redelijkerwijs niet op heeft mogen vertrouwen dat het alsnog indienen van het bezwaarschrift tegen het terugvorderingsbesluit niet tot een niet-ontvankelijkheid zou leiden. (CRvB 28 augustus 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2956)

Geld minderjarige kinderen, beschikkingsmacht

Het college heeft de kosten van bijstand teruggevorderd wegens het achteraf kunnen beschikken over middelen. Belanghebbende heeft een bedrag ontvangen uit de boedelscheiding. Hij stelt dat dit bedrag bestemd is voor zijn kinderen. De bijstand is, naar het oordeel van de CRvB, terecht teruggevorderd, want belanghebbende kan vrijelijk beschikken over het bedrag waarover hij feitelijk de onbeperkte beschikkingsmacht heeft. Dat hij dit moreel gezien anders ervaart, heeft in het kader van de toepassing van de Participatiewet geen betekenis. (CRvB 11 september 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3036)

Verwervingskosten

Belanghebbende ontvangt bijstand en heeft daarnaast inkomsten als fotojournalist. Het college heeft besloten dat belanghebbende zijn materiaalkosten en verwervingskosten wel van zijn fotografie-inkomsten mag aftrekken, maar zijn kosten in verband met verblijf in het buitenland niet. De CRvB toetst enkel of het college zijn beleid op consistente wijze heeft toegepast. Dat is hier het geval. (CRvB 2 oktober 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3001)

Huisbezoek zonder redelijke grond, onrechtmatig bewijs, wettelijke rente

Het college heeft de bijstandsuitkering ingetrokken en teruggevorderd, omdat belanghebbende op het uitkeringsadres niet zijn hoofdverblijf zou hebben. In geding is of het bij een huisbezoek verkregen bewijs aan het besluit ten grondslag mag worden gelegd. De CRvB concludeert dat er geen redelijke grond was voor het afleggen van een onaangekondigd huisbezoek en dat het huisbezoek dan ook onrechtmatig was. Nu er geen andere onderzoeksbevindingen zijn, is er geen grond om aan te nemen dat belanghebbende niet woont op het uitkeringsadres. De CRvB vernietigt het bestreden besluit. (CRvB 11 september 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2805)

Bijzondere bijstand babyuitzet, inlichtingenplicht, vaste gedragslijn

Het college heeft geweigerd bijzondere bijstand te verstrekken voor de kosten van een babyuitzet, omdat belanghebbenden onvoldoende inkomensgegevens hebben verstrekt om hun draagkracht vast te stellen. In geschil is of het college ter beoordeling van de draagkracht van belanghebbenden bankafschriften van de 3 maanden voor de bevalling mocht verlangen. Naar het oordeel van de CRvB had het college gegronde redenen om te twijfelen aan de financiƫle situatie van belanghebbenden en is de aanvraag terecht afgewezen. (CRvB 2 oktober 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3042)

Inkomen te hoog voor inkomenstoeslag

Het college heeft geweigerd individuele inkomenstoeslag te verstrekken, omdat belanghebbenden in de 3 jaar voorafgaand aan de aanvraag een inkomen hadden dat hoger was dan 102% van de toepasselijke bijstandsnorm. Het CRvB oordeelt dat er geen sprake is van zodanig bijzondere omstandigheden dat het college daarin aanleiding had moeten zien om toch inkomenstoeslag te verstrekken. (CRvB 11 september 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2881)

Lees de uitgebreidere samenvattingen van de genoemde cases in de Bijstandsbode van oktober 2018.