De VNG had op 3 juli een bestuurlijk overleg Wmo met de Directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO) van het ministerie van VWS. Aan de orde kwam een groot aantal uiteenlopende onderwerpen, veelal financieel van aard. Hieronder een volledig verslag.

Samenvattend bericht (12 juli 2024)

Wetsvoorstel inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage en monitor

De VNG en het ministerie van VWS zijn eensgezind over het belang dat de inkomensafhankelijke eigen bijdrage Wmo met ingang van 1 januari 2026 van kracht wordt. De internetconsultatie van de AMvB waarmee het wetsvoorstel verder wordt uitgewerkt loopt tot 16 juli. De VNG reageert namens de gemeenten.

We zijn nog met VWS in overleg over de uitgangspunten voor de monitor die per 2026 het effect van de invoering van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage gaat volgen. We zijn het eens over de volgende uitgangspunten:

  • Een brede monitor die het gedragseffect, het financiële effect, de bedoeling van de wetswijziging en de uitvoerbaarheid evalueert.
  • Gezamenlijk opdrachtgeverschap en uitvoering van de monitor door een onafhankelijke partij.
  • Heldere bestuurlijke afspraken voorafgaand aan de invoering over hoe we omgaan met de uitkomsten van de monitor.

Als het gedragseffect van de eigen bijdrageregeling minder is dan de uitname uit het gemeentefonds van € 225 miljoen, zullen we het tekort betrekken bij het totale plaatje van de keuzes ten aanzien van een houdbare Wmo (inclusief financieringsmodel). In het volgende bestuurlijk overleg worden de bestuurlijke afspraken hierover vastgelegd.

Financiële verhoudingen

De VNG en VWS zijn het eens dat in aanvulling op het houdbaarheidstraject Wmo ook gekeken gaat worden naar de financieringswijze in het gemeentefonds. Het is van belang dat rijk en gemeenten samen gaan sturen op de ontwikkeling van het gebruik en de kosten van de Wmo.

Het is wel  zaak om met het houdbaarheidstraject Wmo tempo te blijven maken zodat de weging en keuze voor het financieringsmodel voor zowel Jeugd als Wmo gelijktijdig en op elkaar afgestemd kunnen plaatsvinden. VWS zegt toe zich te zullen inspannen om de aanvullende structurele post van € 75 miljoen in de Miljoenennota 2024 te regelen.

Volumecompensatie in de Integratie Uitkering Beschermd Wonen

In de meicirculaire is de volumecompensatie in de Integratie Uitkering Beschermd Wonen voor 2025 niet opgenomen. Dit heeft staatssecretaris Van Ooijen destijds besloten op grond van tot dan toe beschikbare cijfers, die een daling lieten zien in het beroep op beschermd wonen. De VNG heeft al vaker inhoudelijke én systeembezwaren geuit tegen het niet uitkeren van deze volumecompensatie. Recente cijfers van het CBS laten bovendien een stijging zien van het gebruik van beschermd wonen in 2023. Dat maakt een heroverweging noodzakelijk. Het ministerie van BZK onderschrijft de bezwaren en de noodzaak tot heroverweging.

De vorige staatssecretaris, Maarten van Ooijen, kon deze knoop niet meer doorhakken, wegens de financiële consequenties. De nieuwe staatssecretaris, Vicky Maeijer,  kan hierover op dit moment geen besluit nemen. Zij is pas aangetreden en heeft zich deze materie dus nog niet eigen kunnen maken. Partijen zijn het erover eens dat er uiterlijk in augustus een besluit moet worden genomen, op tijd voor de miljoenennota. Daartoe zal in augustus een bestuurlijk gesprek worden gevoerd tussen de staatssecretaris, de VNG en BZK. 

Er liggen dan 3 scenario’s voor: 1) wel toekennen 2) niet toekennen 3) deels toekennen. De VNG pleit daarbij, in navolging van het advies van de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs, voor optie 1. Als de staatssecretaris een ander besluit neemt dan vindt het VNG- bestuur heroverweging van deelname aan de eerder gemaakte bestuurlijke afspraken Wlz Ggz (2023-2025) aan de orde. Gemeenten zijn immers met wisselende randvoorwaarden onvoldoende in staat om een structurele bijdrage te kunnen leveren aan deze afspraken. Dat past niet in de afspraken over bestuurlijke-financiële verhoudingen.

Motie over het beboeten van dakloze mensen

Een motie van het Kamerlid Bruyning (NSC) verzoekt de regering om de gemeenten en de VNG op te roepen om meer in te zetten op alternatieve maatregelen in plaats van het opleggen van boetes aan dakloze mensen die wetten of regels overtreden. Daarmee beoogt de motie de onderliggende problematiek van dak- en thuisloosheid te helpen oplossen. 

De VNG onderschrijft de constatering dat boetes opleggen meestal niet effectief is en dat het daarom beter is om in te zetten op het in gesprek gaan met mensen die dakloos zijn en hen de helpende hand te bieden. Bij ernstige vormen van overlast wordt deze maatregel echter ook wel effectief ingezet door gemeenten, in het kader van het waarborgen van de veiligheid. Daarom wil de VNG graag eerst intern het gesprek voeren met de commissies die gaan over zorg en veiligheid alvorens zij hierop een standpunt inneemt en gemeenten daarop adviseert.

Pilots en checklist gelijke behandeling EU-migranten

De evaluatie van de pilots EU-migranten in 6 gemeenten is onlangs afgerond en wordt openbaar zodra deze naar de Tweede Kamer is gestuurd. De resultaten zijn positief. Er is daarom ook voor 2025 weer € 7 miljoen beschikbaar gesteld door de staatssecretaris voor de pilots EU-migranten, vanuit de middelen die VWS beschikbaar stelt voor de aanpak van dakloosheid. Er is nog geen besluit genomen over welke gemeenten hier in 2025 aanspraak op kunnen maken. Er zijn meer gemeenten die interesse hebben, maar het budget groeit vooralsnog niet, waardoor uitbreiding eigenlijk niet wenselijk is. De VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs zal in september tot een advies komen over het vervolg van deze pilots.

Verder is besproken dat er snel een breder bestuurlijk gesprek moet plaatsvinden over het vervolg vanaf 2026. Daarbij hoort ook een gesprek over huisvesting en passende ondersteuning voor EU-migranten. Zowel tussen de departementen (VWS, SZW, JenV) als met gemeenten. Ook  werkgevers hebben hierin een rol.

De checklist voor gelijke behandeling van EU-migranten is inmiddels gepubliceerd. De VNG houdt na de zomer een webinar om gemeenten te informeren over deze checklist. De VNG zal het gebruik van de checklist niet verplichten. De wet is het kader en gemeenten hebben de keuze om deze checklist te gebruiken om zich aan die wet te houden.

Indexatie Decentralisatie Uitkering Maatschappelijk Opvang en Vrouwenopvang

Valente en de VNG uiten de gezamenlijke wens van een transparantere indexatie voor gemeenten. We vinden het wenselijk dat de indexatie landt in de uitkering van de centrumgemeenten en niet bij alle gemeenten. Het gaat misschien over een relatief beperkt budget op de totale Wmo, maar voor aanbieders van maatschappelijke opvang en centrumgemeenten is het naar mening van Valente en de VNG een substantieel probleem. 

VWS,  BZK en de VNG zijn voornemens dit punt meer fundamenteel en generiek te betrekken in de verkenning van de toekomstige financieringssystematiek van de Wmo, over dit laatste zijn in de voorjaarsbesluitvorming en het recente bestuurlijk overleg financiële verhoudingen afspraken gemaakt. Aanpassing nu van de geldende methodiek aan rijkszijde specifiek voor DU MO en VO is binnen de huidige kaders niet mogelijk. Decentralisatie-uitkeringen tellen mee in de grondslag van het gemeentefonds waarover het accres wordt berekend. Het accres wat gemeenten krijgen is, conform de Financiële-verhoudingswet, vrij besteedbaar. Het accres wordt daarom dan ook niet toegerekend aan (onderdelen van) de algemene uitkering en/of aan decentralisatie-uitkeringen. Het accres wordt over gemeenten verdeeld op basis van hun aandeel in de algemene uitkering.

In de tussentijd staat het gemeenten uiteraard vrij om onderling afspraken te maken over het inzetten van het accres voor de Maatschappelijke Opvang.