Situatie 2

  • Gemeente past nog geen vaste regelstructuur van het omgevingsplan toe. 

  • Er kan nog niet volledig conform de plan-plan koppeling worden uitgewisseld.
     

Er zijn in deze situatie 4 opties mogelijk (hieronder verder uitgelegd):

  1. Werken in de software van de gemeente (tijdelijke structuur)
  2. Aanleveren kant-en-klaar besluit (tijdelijke structuur)
  3. Losse bestanden aanleveren
  4. TAM-IMRO


1. Werken in de software van de gemeente (tijdelijke structuur)

Het adviesbureau werkt ingelogd in de gemeentelijke plansoftware. Het maakt hierin een complete wijziging in STOP-TPOD, conform de structuur van het gemeentelijk omgevingsplan.

  • In dit geval wordt het adviesbureau geautoriseerd in de gemeentelijke software om het plan van de gemeente te bewerken. Dit kan zijn als ‘hoofdbewerker’ of als bewerker van een specifiek traject of ‘spoor’. Er is dus eigenlijk geen sprake van plan-plan uitwisseling zoals hiervoor beschreven. 
     
  • De mate waarin deze optie bruikbaar is, hangt af van de mogelijkheden van de plansoftware, van de intensiteit van het wijzigen van het plan en ook de mate waarin de opdrachtgever voor de planwijziging het wenselijk vindt dat de gemeente kan meekijken bij alles wat het adviesbureau doet. Dit laatste is vooral relevant indien een marktpartij opdrachtgever is.


2.    Aanleveren kant-en-klaar besluit (tijdelijke structuur)

Het adviesbureau werkt bij deze workaround de eigen plansoftware en levert van daaruit een kant-en-klaar besluit in STOP-TPOD die 100% past op de laatst-besloten regeling. Dit besluit is in lijn met de gemeente afgesproken tijdelijke structuur. De gemeente doet enkel de publicatie en brengt later de eigen regelingversie in sync met de landelijke voorziening. De wijziging wordt op een later tijdstip integraal in het nieuwe deel van het omgevingsplan verwerkt. 

  • Deze workaround wordt door enkele leveranciers ondersteund. Het advies is om hierover in gesprek te gaan met uw leverancier en te kijken naar de mogelijkheden. 
     
  • Deze workaround is werkbaar zolang de gemeente zelf (of een ander adviesbureau) niet tegelijkertijd bezig is om planwijzigingen voor te bereiden (die eerder in procedure gaan dan deze planwijziging) en de frequentie van wijzigen nog beperkt is. Later dient de gemeente de eigen versie van het plan weer te synchroniseren met de gehele regeling zoals deze na het besluit te vinden is in de LV.
     
  • Het advies is om de wijzigingen onder te brengen in een apart hoofdstuk van het plan (of een aparte reeks van hoofdstukken). Dit voorkomt dat een voorschot wordt genomen op de nog te bepalen structuur, hetgeen later belemmerend kan werken. Ook vermindert een apart hoofdstuk de structuur-afhankelijkheid met andere delen van het plan. In een latere fase van moet de inhoud van de afzonderlijk hoofdstukken worden opgenomen in de gewenste structuur van het plan.
     
  • Let op: een ondoordacht doorgevoerd wijzigingsbesluit kan onverwachte en ongewenste effecten hebben, zowel juridisch als in de dienstverlening. De gemeente moet daarom voor het publiceren van het besluit goed en nauwkeurig door het adviesbureau worden geïnformeerd over de inhoud van het besluit en de gevolgen voor de regeling. Bijvoorbeeld door gezamenlijk met het adviesbureau in detail het opgestelde wijzigingsbesluit en de consolidatie die daaruit volgt door te nemen. Het is tevens belangrijk dat de gemeente nauwgezet afspraken maakt over het maken van annotaties en deze controleert voor publicatie. 
     
  • De voorgaande waarschuwing geldt niet voor het publiceren van een ontwerpbesluit. Een ontwerpbesluit wordt niet geconsolideerd in de totale regeling en de annotaties in een ontwerpbesluit hebben nog geen effect op de registratie toepasbare regels. Daarom kan deze workaround bij ontwerpbesluiten zonder risico worden toegepast. 
     

3.    Losse bestanden aanleveren

Het adviesbureau maakt de motivering en de regels in Word of Excel, dus niet in plansoftware. Geometrieën worden afzonderlijk aangeboden. Dit wordt als losse bestanden aangeleverd bij de gemeente. De gemeente verwerkt dit in hun plansoftware tot een complete wijziging in STOP-TPOD, in een door hen gekozen tijdelijke structuur voor deze wijziging. De gemeente kan dit bijvoorbeeld zelf plaatsen in een afzonderlijk hoofdstuk. De wijziging wordt op een later tijdstip integraal in het nieuwe deel van het omgevingsplan (met de definitieve structuur) verwerkt. 

  • Deze workaround is bewerkelijk, maar kan in sommige gevallen uitkomst bieden. 
     
  • Een variant van deze workaround is dat het adviesbureau wel onderbouwing en motivering van het wijzigingsbesluit neemt, maar de gemeente zelf de juridische regels en geometrieën opstelt. Het al dan niet aanleveren van geometrieën door het adviesbureau is daarbij een afzonderlijke keuze. De gemeente kan in deze werkwijze optimaal controle houden over de consistentie van juridische regels en annotaties.
     

4.    TAM-IMRO

Het adviesbureau maakt een TAM-IMRO wijziging met de (Wro) techniek/standaarden en software, te publiceren op huidige wijze ruimtelijkeplannen.nl. Inhoudelijk wordt de wijziging opgebouwd conform de Omgevingswet. Dit kan op de huidige manier tussen adviesbureau en gemeente worden uitgewisseld.

  • Let op: gebruik van deze workaround ligt minder voor de hand als de gemeente een plan kan en wil opbouwen in STOP-TPOD. Maar evengoed kán TAM-IMRO gebruikt worden, bijvoorbeeld indien voorgaande mogelijkheden voor de uitwisseling van het concept plan niet uitvoerbaar blijken of grote nadelen hebben.
     
  • Het is niet aan te raden om TAM-IMRO te gebruiken voor het neerzetten van de basisregeling, ofwel de basisstructuur voor het nieuwe omgevingsplan. Dit dient vorm te krijgen in STOP-TPOD en kent een langere transitieperiode. TAM-IMRO is primair bedoeld om gebiedsontwikkeling en eventueel andere urgente ontwikkelingen voortgang te laten vinden.