Aanspraken van gemeenteambtenaren die zitting nemen in een stembureau

Met de verkiezingen voor de deur komen er bij gemeenten steeds meer vragen van medewerkers of zij werkzaamheden mogen verrichten in het stembureau van de gemeente waar zij wonen of werken. Hierbij kan het gaan om werknemers die benoemd worden in een stembureau, maar ook om werknemers die helpen bij de stemmentelling op een stembureau. Daarbij gaat het om vragen over de mogelijke vergoedingen die worden gegeven en hoe die fiscaal moeten worden behandeld. Hieronder volgt een overzicht hoe werkgevers in de sector gemeenten hiermee om kunnen gaan.

Geen centrale afspraken over vergoedingen of verlof

In de Cao Gemeenten en SGO zijn geen expliciete afspraak gemaakt over vergoedingen of verlof van medewerkers die werkzaamheden verrichten in een stembureau.

Lokale keuzemogelijkheden

Er zijn 2 mogelijkheden voor medewerkers om werkzaamheden te verrichten voor een stembureau. De mogelijkheden zijn afhankelijk van de vraag waar de medewerker werkzaamheden verricht. Dit kan een stembureau zijn in de gemeente waarbij de medewerker zelf werkzaam is of een stembureau in een andere gemeente. Dit kan bijvoorbeeld een gemeente zijn waar de medewerker woont of een buurgemeente.

  1. In het geval waarin de werknemer is benoemd in een stembureau in een andere gemeente dan waarbij deze in dienst is, heeft deze de keuze uit de volgende opties:
  • Wettelijke vakantie-uren opnemen. Het salaris en salaristoelagen van de medewerker worden doorbetaald.
  • Het Individueel Keuzebudget (IKB) gebruiken om bovenwettelijke vakantie-uren te kopen en op te nemen. Het salaris en salaristoelagen van de medewerker worden doorbetaald.
  • Als de werkgever een lokale verlofregeling heeft, kan de werknemer op grond daarvan verlof aanvragen om in een stembureau zitting te nemen.

2. In het geval waarin de werknemer is benoemd in een stembureau in dezelfde gemeente als waarbij die in dienst is, kunnen de werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het kader van het dienstverband. Voorwaarde is dat werkgever en werknemer overeenstemming hebben bereikt over het zitting nemen in het stembureau.

Presentiegelden

Het staat gemeenten vrij om een presentievergoeding te verstrekken aan de stembureauleden die zitting nemen op een stembureau bij een andere gemeente. De hoogte van deze vergoeding voor stembureauleden mag de gemeente zelf bepalen. Hiervoor zijn geen richtlijnen.

Gemeente als inhoudingsplichtige in de Wet Loonbelasting

Gemeenten hanteren een uurtarief of een vast bedrag, maar er zijn ook gemeenten die per dagdeel een presentievergoeding uitbetalen. De presentievergoeding is belast.  Gemeenten keren de vergoeding bruto uit aan de stembureauleden. Het stembureau-lid moet de vergoeding voor de werkzaamheden in de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgeven onder resultaat uit overige werkzaamheden. Het stembureau-lid blijft namelijk altijd zelf verantwoordelijk voor een juiste aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en moet de vergoeding opgeven controleren en zo nodig corrigeren.

Er zijn gemeenten die de presentievergoeding voor stembureauleden als vrijwilligersvergoeding uitbetalen. Een vrijwilligersvergoeding hoeft dan niet te worden opgegeven in de aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.  Het gerechtshof Amsterdam heeft inmiddels geoordeeld dat een vergoeding als lid van een stembureau niet kwalificeert als een onbelaste vrijwilligersvergoeding . Voor de vrijwilligersregeling is het van belang te toetsen of iemand niet beroepshalve werkzaamheden verricht en of de vergoeding ‘in redelijke mate in overeenstemming is met de aard van de verrichte werkzaamheden’.  De vergoeding staat in geen verhouding tot het tijdsbeslag en de aard van de verrichte werkzaamheden. Het feit dat het stembureau-lid een vergoeding van € 150 kreeg voor 1 dag werk, maakt dat er geen sprake kan zijn van een vrijwilligersvergoeding. De hoogte van de vergoeding is ook relevant en moet onder de maximale bedragen blijven. Een vrijwilligersvergoeding van 21 jaar of ouder mag niet hoger zijn dan maximaal € 5 per uur met een maximum van € 170 per maand en € 1.700 per jaar.