De kosten van de zienswijzeprocedure, zoals genoemd artikel 16.65 van de Omgevingswet, mogen in rekening worden gebracht via de leges voor het in behandeling nemen van de vergunningaanvraag. Deze kosten mogen worden doorberekend omdat de zienswijzeprocedure direct verband houdt met de vergunningaanvraag en een zorgvuldige voorbereiding en belangenafweging vereist, zoals de Awb voorschrijft.

De 'zienswijzeprocedure' wordt niet gelijkgesteld met een inspraakprocedure, waarbij heroverweging van het algemene beleid plaatsvindt. In plaats daarvan wordt het beschouwd als een inventarisatie van bedenkingen die bij een zorgvuldige voorbereiding van de beslissing op de vergunningaanvraag hoort, waardoor het individuele belang op de voorgrond treedt.

Bij de reguliere procedure lijkt het inbrengen van zienswijzen meer incidenteel voor te komen. De kosten van de zienswijzeprocedure zouden dan verdisconteerd kunnen worden in het 'basistarief' voor het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning.

Het lijkt er dus op dat de gemeente leges mag verhogen wanneer de gemeente gebruik maakt van de zienswijzeprocedure. Dit moet echter zorgvuldig worden overwogen en in lijn zijn met de geldende regelgeving..

In de modelverordening leges van de VNG is een tariefverhoging (modaliteit) opgenomen als de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure moet worden gevolgd:

 

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: 
a. als sprake is van een milieubelastende activiteit:€ […];
b. als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:  € […];
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:€ […];

Toelichting bij artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

In beginsel is op de voorbereiding van de beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning om wijziging van de voorschriften van een omgevingsvergunning of om intrekking van een omgevingsvergunning de reguliere procedure van toepassing (paragraaf 16.5.2 van de Ow). De reguliere procedure is acht weken, met mogelijkheid van verlenging met 6 weken. Als instemming van een ander bestuursorgaan nodig is (zie hiervoor artikel 2.51 van de tarieventabel), is de beslistermijn vier weken langer (artikel 16.64 van de Ow). Artikel 16.65 van de Ow geeft aan wanneer de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is. Er zijn gevallen bij Amvb aangewezen, dit is uitgewerkt in artikel 10.24 van het O, bijvoorbeeld bij bepaalde rijksmonumentenactiviteiten, sommige mba’s of lozingsactiviteiten. Op verzoek of bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (als het college van B&W dat heeft bepaald) is de uitgebreide voorbereidingsprocedure ook voorgeschreven (artikel 16.65, eerste lid, aanhef en onder b, en vierde lid, van de Ow). De uitgebreide voorbereidingsprocedure staat in afdeling 3.4 van de Awb. Deze procedure leidt tot extra werkzaamheden en kosten en daarom ook tot extra leges. Er is een tariefdifferentiatie opgenomen voor mba’s en overige gevallen, omdat de procedure bij een mba naar verwachting meer kosten met zich meebrengt. In hoofdstuk 14 Or waarin de tarieven staan die de minister als bevoegd gezag toepast, is het tarief voor mba’s hoger gesteld.