De bibliotheken stonden deze week stil bij de 100.000ste digitale hulpvraag die zij sinds de start van de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO's) van bezoekers kregen. Dat gebeurde tijdens een bijeenkomst in Rotterdam samen met demissionair staatssecretaris Van Huffelen. 

IDO's als nuldelijnshulploketten

IDO’s zijn laagdrempelige, nuldelijnshulploketten (meestal in lokale bibliotheken) waar burgers met hun vragen over online overheidsdienstverlening terecht kunnen. Dit betreft vragen omtrent de digitale overheid, maar ook hulpvragen over digitalisering in het algemeen. Er zijn 682 IDO's overal in het land en dat aantal groeit. 

Mensen krijgen het liefst persoonlijke hulp

Uit onderzoek blijkt dat mensen het liefst hulp van iemand persoonlijk hebben als ze tegen een probleem aanlopen met een website, app of andere digitale dienst. Bij voorkeur komt die hulp van een familielid, vriend of kennis. Maar als die niet beschikbaar zijn, willen zij graag iemand kunnen bellen of langsgaan bij een loket. Veel vragen (6 van de 10) aan IDO's zijn afkomstig van 65-plussers. Ook laaggeletterden, mensen met een lichte verstandelijke beperking en anderstaligen lopen geregeld vast in de digitale wereld.

Zie ook: NOS-bericht: Miljoenen snappen digitale overheid onvoldoende, meeste hoofdpijn over DigiD

Rol gemeenten en ondersteuning VNG

Gemeenten hebben sinds 1 januari 2023 de regie over de IDO's. De VNG ondersteunt gemeenten in deze rol, onder meer door het publiceren van een Handreiking (pdf, 926 kB) en een Factsheet voor bestuurders (72 kB).

Meer informatie