Nieuws
Gemeenten hebben bij Jeugdhulp en Wmo-ondersteuning de opdracht om bij de inkoop een goede verhouding tussen de prijs en de kwaliteit van de hulp te waarborgen. Een van de kostprijselementen is de indexatie voor loon- en prijsstijgingen.
Sinds november 2021 hebben we een aantal keren aandacht gevraagd voor de structurele extra verhoging van de looncomponent van de tarieven Wmo en Jeugdhulp met 1,13% per 1 januari 2022. Koepels van zorgaanbieders geven momenteel signalen dat nog lang niet alle gemeenten de verhoging hebben doorbetaald.
Het CBS verzamelt jaarlijks gegevens bij de gemeenten over de uitgaven voor Wmo-voorzieningen en de uitgaven in het kader van de Jeugdwet. Gemeenten zijn verplicht deze informatie te verstrekken en ontvingen hierover een brief van het CBS. De deadline voor aanlevering van de gegevens over 2021 is 21 juni a.s.
De uitgaven van gemeenten voor het sociaal domein stijgen door. Behalve de kosten voor jeugdzorg stijgen ook de Wmo-kosten van gemeenten flink. De groei van de kosten die samenhangen met de Participatiewet lijkt te stabiliseren.
Het vorige kabinet stelde per 2022 € 675 miljoen beschikbaar voor salarisverhogingen in de zorg, gemeenten ontvangen hiervan € 94 miljoen structureel. Het ministerie van VWS geeft in een factsheet uitleg over de doorvertaling van dit extra budget voor de stijging van salarissen van middengroepen in de zorg.
Mede namens het ministerie van VWS en de werkgevers in de zorg riep de VNG 9 november vorig jaar op de looncomponent in de tarieven voor Wmo-ondersteuning en jeugdhulp per 1 januari 2022 te verhogen met 1,13 %. Wat als u met aanbieders geen overeenstemming kunt bereiken over de tariefsverhoging?