De Tweede Kamer heeft op 27 oktober 2023 het wetsvoorstel 'Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm' aangenomen. Gemeenten gaan daardoor fors minder betalen aan de 'no cure no pay-bureaus' die tegen veel te hoge vergoedingen bezwaar maakten tegen WOZ-beschikkingen. 

Inhoud wetsvoorstel 

Voor de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) bevat het wetsvoorstel in het kort het volgende:

  1. De vergoeding in de bezwaarfase wordt vermenigvuldigd met 0,25 als de WOZ-beschikking wordt vernietigd of gewijzigd.
  2. De vergoeding in de fase van beroep, hoger beroep of cassatie wordt vermenigvuldigd met 0,25 als de WOZ-beschikking wordt vernietigd of gewijzigd en vermenigvuldigd met 0,10 in de overige gevallen.
  3. De vergoeding voor immateriële schade wordt beperkt tot € 50 per half jaar (was € 500) waarmee de redelijke termijn voor afhandeling van een bezwaar is overschreden.
  4. Vergoedingen mogen uitsluitend worden uitbetaald op een bankrekening die staat op naam van de belanghebbende zelf.
  5. Het wetsvoorstel treedt in werking per 1 januari 2024.

Behandeling Belastingplan 2024

Het wetsvoorstel maakt deel uit van het Belastingplan 2024. De behandeling daarvan in de Eerste Kamer is op 11 en 12 december 2023. De stemming op 19 december 2023.

Webinar

Er is een VNG webinar over het wetsvoorstel 'Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm'. In het webinar wordt het voorstel, waaronder het overgangsrecht, nader toegelicht. 
Kijk het webinar terug

Verdere maatregelen

Dit wetsvoorstel geeft uitvoering aan een deel van de plannen van staatssecretaris Marnix van Rij over de Wet WOZ. Verdere maatregelen zijn in onderzoek:

  • introductie van verplicht informeel contact vóór de bezwaarfase

  • geen recht op proceskostenvergoeding bij beperkte aanpassing van de WOZ-waarde

Met name een eventuele regeling voor verplicht informeel contact vraagt om een uitgebreide uitvoeringsscan bij gemeenten en andere uitvoeringsorganisaties van de Wet WOZ.

Meer informatie