Eind juni is het eindrapport van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Problematische schulden, ‘Naar een beter werkende schuldenketen’ aan de Tweede Kamer aangeboden. De VNG onderschrijft het belang van een gezamenlijke aanpak schuldenproblematiek en wil hierover in gesprek met het nieuwe kabinet.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid en integrale oplossingen noodzakelijk

De VNG waardeert het IBO-rapport Problematische schulden, ‘Naar een beter werkende schuldenketen’:

  • We zijn blij met de integrale analyse die schuldhulpverlening, invordering en preventie met elkaar verbindt. 

  • We onderschrijven de aanbevelingen om de schuldketen als geheel te beschouwen, interdepartementale samenwerking te bevorderen en meer gedragswetenschappelijke studies uit te voeren naar schuldmechanisme en beleidseffectiviteit. 

  • Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het ontstaan van schulden te voorkomen, om op een zorgvuldige en sociale manier om te gaan met het innen van schulden en om oplossingen te vinden voor schulden. 

Sleutel in systeem en aanpak oorzaken schulden

Om de verantwoordelijkheid goed op te pakken, moet er echter verder worden gekeken dan de beleidsopties in het IBO. De beleidsopties lijken zich vooral te richten op het systeem van schuldhulpverlening en incasso. 

De sleutel zit in het systeem van bestaanszekerheid en het aanpakken van de oorzaken van schulden. 

Het borgen van bestaanszekerheid op de lange termijn en het commitment hiervoor bij alle partijen in de keten van groot is van groot belang (rijk, gemeenten, toeslagen, deurwaarders, schuldeisers, jeugdzorg, werkgevers, gezondheidszorg, onderwijs en onderzoekers). 

Verandering nodig in de kern

Zolang er nog wordt verdiend aan gokreclames, ‘positief betaalgedrag’ wordt gestimuleerd door boetes, er een verdienmodel zit op aanmaningen en de hoogste kosten terechtkomen bij de laagste inkomens, kunnen we daar vanuit systemen een tegengeluid op proberen te maken, maar verandert er niets in de kern. 

Een gezamenlijke ambitie om bestaanszekerheid te borgen op de korte en lange termijn van waaruit alle belanghebbenden beleidskeuzes maken, kan wel verandering tot stand brengen.

De kracht van de lokale benadering

De VNG herkent zich niet in de constatering in het rapport dat de autonomie en beleidsvrijheid van gemeenten de overheid belemmert om de hoge maatschappelijke kosten van schuldenproblematiek effectief te beheersen. Wij zien gemeenten als onderdeel van de oplossing en waarderen deze beleidsvrijheid juist omdat het gemeenten in staat stelt lokaal maatwerk te leveren binnen het brede sociale domein tot op inwonersniveau. 

Lokale invulling van de schuldhulpverlening aan inwoners is onderdeel van het stelsel en is ook de kracht van dat stelsel. Het geeft gemeenten de mogelijkheid hun regierol in te vullen in het voorkomen en aanpakken van schulden bij inwoners en ondernemers. 

Rust en ruimte voor de uitvoering

Gemeenten zijn aan de slag om de schuldhulpverlening aan inwoners nog verder te versterken. Dit gebeurt door onder andere de Basisdienstverlening en de VNG routekaart Financiële Zorgen. Een verdere aanscherping van de basisdienstverlening is niet aan de orde. De uitvoeringspraktijk heeft nu eerst rust en ruimte nodig om het goede te doen voor de inwoner. 

Gemeenten worden nu ondersteund om op gelijke basis uitvoering te geven aan het voorkomen en oplossen van schulden. Denk daarbij aan preventie, vroegsignalering, het regelen van schulden, begeleiding en nazorg. Het biedt een beleidskader voor kwalitatieve inrichting en uitvoering van ondersteuning aan inwoners zonder dat elke gemeente het wiel zelf opnieuw moet uitvinden. Tegelijkertijd biedt het gemeenten een basis om waar nodig maatwerk te leveren, van elkaar te leren en uit te wisselen wat effectief is om op voort te bouwen.

Noodzaak van voldoende structurele middelen 

De VNG wijst op het belang van voldoende middelen om de aanbevelingen uit het rapport effectief te kunnen implementeren. Gemeenten hebben behoefte aan structurele financiering om de intensivering van schuldhulpverlening en preventie mogelijk te maken. Zonder deze middelen zullen de gewenste verbeteringen moeilijk te realiseren zijn.