De VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs (ZJO) heeft in haar vergadering op donderdag 29 februari het VNG-bestuur geadviseerd de handreiking gepast beschikken niet vast te stellen en dus niet aan de leden ter beschikking te stellen. Dit advies heeft het bestuur overgenomen.

Strekking handreiking en standpunt VNG-commissie en -bestuur

De handreiking biedt informatie over hoe gemeenten hun beschikkingsproces zo kunnen inrichten dat zij voldoen aan de wet en de jurisprudentie terwijl de ondersteuning toch zo flexibel mogelijk kan worden ingezet. De handreiking is in samenwerking met gemeenten en Wmo- en jeugdhulpaanbieders tot stand gekomen. De commissie ZJO en het VNG-bestuur zijn van mening dat het naleven van de wet in dit opzicht het door het rijk en de VNG zo gewenste transformatieproces in zorg en ondersteuning belemmert. Het bestuur roept staatssecretaris Van Ooijen (VWS) op de wet zo aan te passen dat deze het transformatieproces ondersteunt.

Resultaatgericht beschikken in Wmo: uitspraak CRvB

Een deel van de gemeenten beschikt Wmo-ondersteuning (zoals huishoudelijke hulp en begeleiding) resultaatgericht. Dat houdt in dat in de beschikking wel het resultaat van de ondersteuning en de frequentie van de activiteiten wordt benoemd, maar niet de omvang in uren. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft bepaald dat deze wijze van beschikken de clënt onvoldoende rechtsbescherming biedt.

Jeugdwet bepaalt dat cliënt beschikking moet krijgen

Veel gemeenten voeren de Jeugdwet beschikkingsvrij of beschikkingsarm uit. Dat wil zeggen dat de cliënt wel een jeugdhulpverleningsplan van de jeugdhulpaanbieder krijgt, maar geen beschikking van de gemeente. De gemeente geeft deze beschikking alleen af als de cliënt er zelf om vraagt. Deze werkwijze is niet in overeenstemming met de Jeugdwet die bepaalt dat een cliënt die een individuele voorziening voor jeugdhulp krijgt een beschikking moet krijgen. Met deze beschikking kan de cliënt in bezwaar en beroep bij de rechter als hij het niet eens is met het besluit.

Achtergrond VNG-standpunt

Het VNG-bestuur is van mening dat de toekenning van ondersteuning in de Wmo en Jeugdwet  over het algemeen goed functioneert. Gemeenten en aanbieders zien de voordelen van de huidige  werkwijze en uit cliëntervaringsonderzoeken blijkt dat ook zij over het algemeen tevreden zijn. Er zijn relatief weinig bezwaren en weinig rechtszaken. 

Gemeenten benadrukken het belang van de huidige werkwijze vanwege de grotere flexibiliteit bij de inzet van ondersteuning voor de cliënt, vermindering van administratieve lasten, meer mogelijkheden tot op- en afschaling van de zorg en een efficiëntere inzet van het schaarse zorgpersoneel. Het draagt ook bij aan de beweging van domeinoverstijgend samenwerken die we met het Integraal Zorgakkoord beogen: de inzet van zorgpersoneel voor het bieden van persoonlijke verzorging of langdurige zorg thuis vindt ook plaats op basis van resultaat. 

Bestuurlijk overleg 20 maart

De VNG bespreekt het standpunt met staatssecretaris Van Ooijen in het bestuurlijk overleg van 20 maart. We zullen erop aandringen dat hij (opnieuw) werk maakt van een aanpassing van de wet.

Nog vragen?

Heeft u vragen, neem dan contact op met  ons klantcontactcentrum via info@vng.nl, 070 - 373 83 93 of het contactformulier.