Minister Van Gennip van SZW heeft met een Kamerbrief de conclusies van de Universiteit Utrecht (UU) gedeeld over de voor- en nadelen van verschillende stelsels van toezicht en handhaving in de kinderopvang. De VNG gaat graag met gemeenten in gesprek over de uitkomsten.   

Voordelen in het huidige stelsel 

Uit het onderzoek komt naar voren dat elk stelselvariant voor- en nadelen kent. De onderzoekers geven geen voorkeur aan één specifiek stelsel. Het huidige stelsel functioneert over het algemeen goed en biedt ruimte voor gemeenten en GGD’en om maatwerk toe te passen. En toezicht en handhaving vorm te geven op een manier die aansluit bij de lokale situatie en lokale prioriteiten. 

Ruimte voor doorontwikkeling

Verder zien we mogelijkheden om het huidige stelsel door te ontwikkelen, bijvoorbeeld door het vergroten van het lerend effect van toezicht en handhaving en de aansluiting van toezicht en handhaving bij lokaal jeugd- en onderwijsbeleid. Daarnaast willen we graag stimuleren dat gemeenten meer van elkaar leren. We gaan met gemeenten in gesprek over de verschillende mogelijkheden en stelsels als input voor de gesprekken die we met het rijk voeren. 

Principe gestuurde regelgeving

Er wordt al enige tijd gedacht over het anders vormgeven van toezicht en handhaving in de kinderopvang, waarbij meer wordt uitgegaan van principe gestuurde regulering. Daarom heeft de Universiteit Utrecht op verzoek van de minister een onderzoek uitgevoerd. Zo heeft de UU gekeken naar de randvoorwaarden voor een effectieve vorm van principe gestuurde regulering. En heeft de UU onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen van verschillende stelselvarianten die hier het beste bij aansluiten.  

Meer informatie