Minister Van Gennip van SZW kondigt in een Kamerbrief een onderzoek aan naar de wenselijkheid van een nieuw stelsel voor toezicht en handhaving in de kinderopvang. De VNG betwijfelt of dit de weg is die we moeten inslaan. Uit onderzoek van AEF/SEO blijkt namelijk dat het huidige stelsel juist effectief is.

Bevindingen onderzoeksrapport AEF/SEO

Het huidige stelsel van toezicht en handhaving op kinderopvang leidt in 98,4% van de overtredingen tot herstel van de gemaakte fouten. Dat blijkt uit onderzoek dat AEF/SEO vorig najaar in opdracht van minister Van Gennip heeft uitgevoerd naar de doelmatigheid van toezicht en handhaving op de kinderopvang. Bij slechts 8% van de overtredingen is er sprake van recidive.

Onderzoek naar wenselijkheid van ander stelsel

In de brief die minister Van Gennip naar aanleiding van het onderzoek naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, onderschrijft zij de bevindingen en conclusies van het onderzoeksrapport. Toch heeft zij haar twijfels over de effectiviteit van het stelsel voor toezicht en handhaving kinderopvang. Ze constateert dat er veel ongewenste verschillen zijn tussen zowel gemeenten als GGD’en.

Ze vreest dat die verschillen alleen maar groter worden als er in de regelgeving voor de kinderopvang minder strikte ‘middelvoorschriften’ en meer ‘doelvoorschriften’ komen, zoals het rapport aanbeveelt. Daarom kondigt ze in de kamerbrief een onderzoek aan naar de randvoorwaarden die nodig zijn om te komen tot zogenaamde 'principle based' regelgeving, waarbij de focus meer op de bedoeling van de Wet Kinderopvang komt te liggen. In het aangekondigde onderzoek wil zij na laten gaan in hoeverre een andere inrichting van het stelsel van toezicht en handhaving (waaronder centraal georganiseerd) oplossingen kan bieden.

VNG: eerst onderzoek naar vermeende verschillen tussen gemeenten

De VNG is er geen voorstander van om nu een pad naar een nieuw stelsel van toezicht en handhaving in te slaan. Dat zou nu voorbarig zijn omdat het onderzoeksrapport geen (cijfermatig) inzicht heeft opgeleverd over aard en omvang van verschillen tussen zowel GGD’en en gemeenten. We hebben daarom aan het ministerie gevraagd om daar eerst onderzoek naar te laten doen. Temeer omdat het onderzoek uitwijst dat het huidige stelsel juist zeer effectief is. Het zou bovendien onwenselijk zijn om nu een wijziging in te zetten. De invoering van de nieuwe financiering van de kinderopvang en de arbeidsmarktkrapte vragen komende jaren immers al veel van de sector.

Doorontwikkeling in huidig stelsel

We zien ook veel mogelijkheden voor doorontwikkeling in het huidige stelsel, met name in het vergroten van het lerend effect van toezicht en handhaving als onderdeel van het lokale jeugd- en onderwijsbeleid. Daar willen we als VNG graag samen met GGD GHOR een meer strategische rol in pakken. Benchmarks en het stimuleren dat gemeenten meer van elkaar leren zouden daar een invulling van kunnen zijn.

Meer informatie