Momenteel bieden 6 steden opvang aan EU-burgers die geen recht hebben op een plek in de reguliere maatschappelijke opvang. Uit de praktijk blijkt dat gemiddeld 62% van hen via deze route weer werk vindt of terugkeert naar het land van herkomst. Vanwege deze positieve resultaten wil het kabinet de bestaande opvang voortzetten én uitbreiden naar extra steden. Hoewel de structurele aanpak van kwetsbare arbeidsmigratie vraagt om bredere maatregelen, ziet de VNG dit als een stap die gemeenten op korte termijn lucht geeft – én mensen perspectief.

Noodzakelijke maatregel

De VNG ziet het extra geld als een noodzakelijke maatregel. Zo voorkomen we dat dakloze arbeidsmigranten terechtkomen in de reguliere maatschappelijke opvang, die daar niet voor bedoeld is. En voorkomen we de overlast die in veel steden op straat wordt ervaren. Hoewel het om symptoombestrijding gaat, biedt de tijdelijke opvang wel perspectief voor mensen die anders volledig buiten het vangnet vallen. De VNG is dan ook blij dat de maandenlange lobby voor extra geld effect heeft gehad.

Opvang gericht op activering

Het doel van de tijdelijke opvang is gericht op activering: via begeleiding terug naar werk, of – indien nodig – ondersteuning bij vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst. Daarbij gaat het om arbeidsmigranten die vaak na ontslag ook hun woning verliezen, en zonder vangnet achterblijven.

Eigen initiatief

De VNG is blij met de inzet van de 5 pilotgemeenten – Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag, Eindhoven en Venlo – die actief ervaring opdoen met opvang van deze groep. Tegelijk spreekt de VNG ook waardering uit voor gemeenten zoals Roosendaal en Arnhem, die zélf het initiatief hebben genomen om opvang te organiseren. Binnenkort kijkt de VNG samen met gemeenten hoe de extra middelen goed kunnen worden ingezet.