donderdag 1 juli 2021

In de meicirculaire zijn gemeenten geïnformeerd over de compensatie van de meerkosten die zij maken in verband met de uitvoering van de Wet open overheid (Woo). De hoogte van de meerkosten zijn het resultaat van het overleg van BZK met VNG naar aanleiding van de uitvoeringstoets van VNG Realisatie.

De financiële middelen bestaan uit zowel incidentele als structurele middelen. De incidentele middelen (voor de periode 2022 tot en met 2026 € 24,98 miljoen per jaar, in totaal € 121,89 miljoen) zijn bestemd voor het verbeteren van systemen, het opleiden van medewerkers en het aanpassen van processen en de organisatie. De structurele middelen (€ 21,03 miljoen in 2022, oplopend naar structureel € 42,06 miljoen vanaf 2026) zijn bedoeld voor de actieve openbaarmaking van de informatiecategorieën zoals genoemd in de Woo, het aanwijzen van een contactfunctionaris en het beheer en onderhoud van systemen.

Afwijkingen van de uitvoeringstoets

De uitvoeringstoets brengt de meerkosten van gemeenten in beeld. Op 2 punten is afgeweken van de uitvoeringstoets:

  • De kosten voor de verplichte contactfunctionaris werden geraamd op het drievoudige bedrag dat eerder in de Maatschappelijke Kosten en Batenanalyse (MKBA) was genoemd. BZK en VNG zijn een verdubbeling van het bedrag uit de MKBA overeengekomen. Daarbij is in een memorandum vastgelegd wat de rol- en taken zijn van de contactfunctionaris en hoe deze volgens de Wet minimaal een invulling kan krijgen.
  • De variabele kosten voor het actief openbaar maken van de 11 informatiecategorieën. Een deel van deze documenten wordt al actief openbaar gemaakt. BZK en VNG zijn overeengekomen dat de helft van de kosten genoemd in de uitvoeringstoets wordt gecompenseerd.

In de bijgevoegde tabel wordt een overzicht geboden van de totale compensatie.

Verwerking in het gemeentefonds

De uitvoeringstoets brengt de kosten van de Woo in beeld per klasse van organisaties: klein, middel en groot. In totaal 705 organisaties (gemeenten en gemeenschappelijke regelingen). De verdeling via het gemeentefonds volgt de maatstaven ‘vast bedrag’ (60%) en ‘inwonertal’ (40%); het resultaat correspondeert evenwel met de meerkosten/compensatieberekening.

Gemeenschappelijke regelingen ontvangen geen bijdrage uit het GF. De compensatie is aan de gemeenten toegekend en naar rato verdeeld.

Meer informatie