De VNG heeft ingestemd met het voorstel van de fondsbeheerders om het volume-accres gemeentefonds voor 2022, 2023, 2024 en 2025 te bevriezen. Daarmee is er ook duidelijkheid over de methode voor het afsplitsen van het deel van het accres voor de compensatie van de loon- en prijsontwikkeling bij gemeenten.

Dit deel wordt voor de toekomstige accressen blijvend bijgesteld aan de actuele ramingen en als bedrag pas definitief vastgezet in mei van het jaar waarop het accres betrekking heeft. Met het bevriezen van alleen de volume-accressen lopen gemeenten de komende jaren slechts een beperkt inflatierisico op de kosten die met de algemene uitkering worden gedekt.

Op het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 8 juni 2022 hebben de fondsbeheerders aan onze delegatie een voorstel gedaan om de volume-accressen gemeentefonds voor de periode 2022-2025 te bevriezen op de stand meicirculaire gemeentefonds 2022. Na bespreking van het voorstel in de VNG-commissie gemeentefinanciën en het VNG-bestuur is besloten om hiermee akkoord te gaan.

Met de bevriezing zijn de volume-accressen voor de jaren 2022-2025 vast komen te staan. Voor de berekening ervan moet het deel voor de loon- en prijscompensatie van het accres (LPO-deel) worden afgesplitst. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de indices loonvoet overheid, overheid materieel (imoc) en overheid investeringen (iboi), zoals die door het Centraal Planbureau op een cijfer achter de komma zijn geraamd en gepubliceerd in het Centraal Economisch Plan 2022. De gewichten van deze indices voor de LPO-correctie zijn respectievelijk 60%, 20% en 20%. De uitkomst moet worden afgerond op 2 cijfers achter de komma. Tabel 1. geeft de percentages voor afsplitsing van de LPO-delen van de nominale accressen 2022-2025 uit de meicirculaire 2022.

Tabel 1. LPO-correctie voor afsplitsing volume-accressen 2022-2025

Centraal Economisch Plan 2022

2022

2023

2024

2025

a. Loonvoet overheid (60%)

4,3

3,6

4,2

4,1

b. Overheid materieel (imoc) (20%)

4,1

2,3

2,4

2,4

c. Overheid investeringen (iboi) (20%)

5,2

2,5

1,9

1,8

LPO-correctie

4,44%

3,12%

3,38%

3,30%

Tabel 2 geeft vervolgens de berekening van het percentage van de vaste volume-accressen. Voor het jaar 2023 moet daar dan nog aanvullend de uitname voor de 2 specifieke uitkeringen ten behoeve van de woningbouw van in totaal € 250 miljoen worden afgetrokken. Dat is niet in de tabel opgenomen.

Tabel 2. Berekening percentages van de vaste volume-accressen 2022-2025

Meicirculaire gemeentefonds 2022

2022

2023

2024

2025

Nominaal accres (x € 1.000)

2.501.164

2.285.237

2.299.495

2.085.052

Nominaal accrespercentage

8,43%

6,70%

6,67%

5,91%

LPO-correctie

4,44%

3,12%

3,38%

3,30%

Percentage vast volume-accres

3,99%

3,58%

3,29%

2,61%

De volume-accressen 2022, 2023, 2024 en 2025 staan vervolgens vast, evenals het LPO-deel van het accres voor het jaar 2022. De bedragen van de LPO-delen voor de jaren 2023, 2024 en 2025 worden vervolgens met de septembercirculaire op basis van de MEV en met de meicirculaire op basis van het CEP geactualiseerd. Het bedrag van het LPO-deel in het accres voor een jaar komt definitief vast te staan met de meicirculaire van het jaar waarop het LPO-deel betrekking heeft. Met de Meicirculaire gemeentefonds 2023 komt dus het LPO-deel voor de accrestranche 2023 definitief vast te staan en wordt dus ook het nominaal accres voor het jaar 2023 definitief bekend.

In de brief waarin we de afspraak over de bevriezing bevestigen, gaan we ook in op het financiële ravijn dat vanaf 2026 ontstaat door ombuigingen op de gemeentefondsbegrotingen 2026-2029 die het huidige kabinet voor nu heeft ingeboekt. Dat zien we als het grootste stabiliteitsprobleem en daarvoor willen we ook een adequate oplossing. Daarnaast willen we dat de € 250 miljoen aan accres die voor de 2 specifieke uitkeringen voor woningbouw wordt afgezonderd, na afloop van deze doeluitkeringen in het gemeentefonds terugvloeit.

Meer informatie