Aan de inhoud van deze vragen en antwoorden kunnen geen rechten worden ontleend.

Deze vragen en antwoorden worden regelmatig aangevuld met nieuwe informatie die gedurende de transitiefase bekend wordt.

I. Algemene vragen

1. Wat is de rol van de VNG bij het faillissement van het HMC?

De VNG treedt op als belangenhartiger van alle gemeenten die een overeenkomst met het HMC hebben. Het zijn de door de rechtbank aangewezen curatoren die nu de beschikking en het beheer over het vermogen van het HMC voeren en hierbij met name  de belangen van de schuldeisers behartigen. Zij spreken actief met overnamekandidaten. Omdat de curatoren niet met alle circa 100 HMC gemeenten contact kunnen onderhouden, fungeert de VNG als aanspreekpunt voor de curatoren en zal de VNG de gemeenten op de hoogte houden van de ontwikkelingen

De VNG heeft contacten gelegd met de curatoren om de belangen van de betrokken gemeenten bij het beschikbaar blijven van hulpmiddelen en aanvullende diensten onder hun aandacht te brengen en zoveel mogelijk te bevorderen. Op ons verzoek worden wij betrokken bij, en geïnformeerd over de stappen die door de curatoren gezet worden om, rekening houdend met alle belangen, tot een duurzame  oplossing te komen.


2. Wat is de meest recente  stand van zaken ten aanzien van de overdracht van de activiteiten?

De curatoren onderhandelen over de mogelijkheden om de activiteiten van het HMC over te dragen aan enkele overnamepartijen. De voorkeur van de curatoren gaat uit naar een zo breed mogelijke overdracht van de activiteiten aan één partij.  De betrokken gemeenten zullen wekelijks op de hoogte worden gebracht van de stand van zaken door deelname aan de speciale klankbordgroep die hiervoor is ingesteld en die vanaf week 17/18 wekelijks digitaal bij elkaar komt. Vertegenwoordigers van de circa 30 gemeentelijke contractpartijen zijn voor de klankbordgroep uitgenodigd.


3. Wat houdt de transitiefase in het kader van het faillissement van het HMC in?

De curatoren kunnen bij de voorzetting van de activiteiten gebruik maken van een door BNG Bank N.V. ter beschikking gesteld boedelkrediet. In beginsel zullen daardoor de activiteiten – in afwachting van een overname – tot medio juni 2020 kunnen worden gecontinueerd. Dankzij dit boedelkrediet kan de dienstverlening op basisniveau tot die datum doorlopen en kunnen de curatoren zich richten op  de overdracht van de activiteiten naar andere partijen. De planning is dat de overgang naar andere partijen wordt geregeld binnen die periode. Die periode wordt ook transitiefase genoemd.


4. Heeft het zin om als gemeente zelf contact met de curatoren op te nemen?

Curatoren streven er naar om  een overdracht van alle activiteiten te realiseren. Indien gemeenten ieder voor zich zouden gaan opereren, kan dat betekenen dat dat streven wordt tegengewerkt. Het gevolg kan ook zijn dat nieuwe individueel overeengekomen voorwaarden minder gunstig zijn dan de voorwaarden die curatoren proberen af te spreken.

Mogelijk hebben gemeenten zelf al een keuze gemaakt aan welke nieuwe aanbieder zij de activiteiten met betrekking tot de bestaande hulpmiddelen over zouden willen dragen. Dat is echter niet altijd zomaar mogelijk. Alle betrokken partijen dienen te beseffen dat hierbij de aanbestedingsrechtelijke voorwaarden in acht genomen moeten worden. Het eigendom van (veel van) die hulpmiddelen lag en ligt namelijk grotendeels niet bij het HMC, maar bij Econocom. Econocom heeft curatoren medegedeeld dat zij in beginsel het streven van curatoren naar een zo breed mogelijke transitie deelt. Zij vragen gemeenten waarbij dat nog mogelijk is,  daarom een pas op de plaats te maken met betrekking tot het aangaan van nieuwe individuele overeenkomsten met aanbieders en het brede, landelijke voorstel af te wachten. Daarnaast  realiseert de VNG zich  dat dit de dienstverlening aan cliënten kan bemoeilijken omdat het failliete HMC alleen nog de hoogstnoodzakelijke dienstverlening  kan leveren maar er wordt naar gestreefd deze periode zo kort mogelijk te houden en zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen.


5. Waar kunnen gemeenten terecht met algemene vragen over het faillissement van het HMC?

Vanaf week 16 kunnen gemeenten met algemene vragen over contracten, aanbestedingsrecht e.a. in relatie tot het HMC  terecht bij het informatiecentrum van de VNG (info@VNG.nl). Deze vragen worden verzameld en beantwoord in een team van deskundigen. Het team verleent geen (juridische) ondersteuning aan individuele gemeenten met betrekking tot onderhandelingen met een eventuele nieuwe aanbieder.

6. Wie houdt zich bij de VNG bezig met het HMC?

Alle acties rond het faillissement van het HMC worden gecoördineerd door een kernteam, bestaande uit vertegenwoordigers van VWS en VNG. Er is een externe projectcoördinator aangesteld. Zijn naam is Wim Bijl, zijn emailadres is wsbijl@gmail.com en vanaf week 19 Wim.Bijl@VNG.nl en zijn telefoonnummer is 0622381687, Wim is verantwoordelijk is voor  het onderhouden van de  contacten met gemeentelijke vertegenwoordigers en de andere stakeholders.

Terug naar boven

II. Vragen over (de dienstverlening van) het HMC

 

1. Het HMC is failliet, wat betekent dit voor de gemeente als contractpartner?

De activiteiten die het HMC ten behoeve van de gemeenten verricht, zullen moeten worden voortgezet door één of meerdere partijen. Het HMC zal daarna worden afgebouwd en ontmanteld. De curatoren zijn nu in gesprek met externe partijen die de activiteiten van het HMC kunnen overnemen. BNG Bank N.V., één van de financiers van HMC, heeft een boedelkrediet ter beschikking gesteld. Hiermee kunnen de activiteiten in de transitieperiode tot medio juni 2020 worden voortgezet. Dankzij dit boedelkrediet kan de dienstverlening op basisniveau tot medio juni 2020 doorlopen. Daarom zijn de locaties van het HMC nog wel steeds open is en wordt er vanuit alle locaties zo goed mogelijk doorgewerkt. Wel kunnen locaties worden samengevoegd en daardoor overbodig geworden locaties worden gesloten.


2. Wat houdt de basisdienstverlening van het HMC in?

Meldingen van spoedreparaties en storingen worden nog  door het HMC aangenomen. Er wordt vervolgens bekeken welke onderdelen nodig zijn. Indien het HMC  het onderdeel zelf niet op voorraad heeft (op de eigen vestiging of elders binnen de organisatie), wordt er bij de curator een verzoek ingediend om dat onderdeel aan te schaffen. Indien de curator hiermee instemt, wordt vervolgens bij de leverancier het onderdeel besteld. Indien de leverancier instemt met levering, wordt het onderdeel aangeschaft en gebruikt om de voorziening te repareren. Door deze andere werkwijze en gezien het feit dat het HMC toestemming nodig heeft van de curatoren voor onder andere het bestellen van onderdelen,   zal de doorlooptijd met (minimaal) een week worden verlengd. Preventief onderhoud wordt door het HMC niet meer uitgevoerd.

Ook managementinformatie voor gemeenten wordt niet meer door het HMC verstrekt.

NB: Het kan zijn dat de minimale dienstverlening niet altijd adequaat wordt opgepakt. Als dat het geval is, dan wordt de gemeente verzocht de concrete klacht door te geven aan de curatoren opdat zij daar naar kunnen kijken.


3. Welke verantwoordelijkheid heeft het HMC in de transitiefase met betrekking tot specifieke aanvragen zoals bijvoorbeeld ortheses?

Het HMC geeft de curatoren  inzicht in de casuïstiek van de meest kwetsbare bewoners die een (aanpassing van een) orthese nodig hebben. De curator zal vervolgens overleggen met de BNG bank of er op basis van piëteit een uitzondering kan worden gemaakt voor wat betreft het maken van additionele kosten. Dit geldt slechts voor lopende orthese aanvragen.  Nieuwe aanvragen worden niet in behandeling genomen. De doorlooptijd van een nieuwe aanvraag voor  een op maat gemaakte prothese is namelijk veel langer dan de transitiefase.


4. Mag de gemeente de orthese zelf aanschaffen?

De eerste route is de route die we bij vraag 2 van deel II hebben beschreven. De gemeente moet het verzoek doen aan de vestigingsleider en (die) aan de curator. Maar mocht dit niet leiden tot een oplossing en de situatie is dringend, dan geldt ook hier dat de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de continuïteit van ondersteuning leidend is en dat in dat geval ook voor andere oplossingen zoals aanschaf door de gemeente zelf kan worden gekozen. Indien de gemeente zelf zou overwegen de orthese te betalen dient de gemeente eerst zelf juridisch advies in te winnen. Het is namelijk denkbaar dat de eigendom van de orthese voor de gemeente verloren gaat als gevolg van de wijze waarop de orthese wordt verwerkt.  In aanvulling hierop dienen gemeenten rekening te houden met mogelijke aansprakelijkheidsrisico’s.


5. Levert het HMC nog nieuwe voorzieningen uit?

Het HMC  levert alleen nieuwe voorzieningen uit als  deze binnen het HMC depot  beschikbaar zijn en de vergoeding voor de voorziening volledig wordt voldaan.  Het HMC mag zelf geen nieuwe voorzieningen meer aanschaffen.


6. Kan de gemeente zelf rechtstreeks een (nieuwe) voorziening bij een andere leverancier aanschaffen of huren als het HMC niet kan leveren?

Indien de gemeente binnen haar huidige contractenstructuur reeds samenwerkt met meerdere leveranciers dan kan dit uiteraard.  Als de voorziening bij een andere leverancier is aangevraagd, blijft de voorziening en de dienstverlening bij de andere leverancier.
 

7. Mag de gemeente een nieuwe voorziening bij een andere leverancier aanvragen wanneer zij alleen met het HMC een contract heeft?

Indien de gemeente een contract heeft waarbij het HMC als enige leverancier is opgenomen dan wordt de gemeente aangeraden  het hulpmiddel zelf aan te schaffen, of duidelijke afspraken te maken met deze leverancier over de overdracht van het hulpmiddel indien een nieuw contract wordt afgesloten. Dit wordt het ‘workaround proces’ genoemd. Indien  de gemeente  namelijk aan een andere leverancier vraagt de voorziening te leveren en deze leverancier is niet de leverancier naar wie het contract overgaat, dan kan voorziening tussen wal en schip vallen, indien geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over de overdracht (eigendomsbewijs). De gemeente moet erop letten dat de factuur en daarmee ook het eigendomsbewijs te zijner tijd kan worden overgezet naar een nieuwe leverancier. Het HMC zal deze voorziening niet meer mogen overnemen.
 

8. Wat gebeurt er met door de gemeente zelf aangeschafte voorziening in de overdracht naar een andere leverancier ?

Wij raden de desbetreffende gemeenten aan om na bekendmaking van de overnamekandidaat hiermee separate afspraken te maken over de zelf aangeschafte voorziening.
 

9. Waar kan de gemeente  de kosten verhalen die zij heeft moeten maken omdat het HMC niet kon leveren?

Er is sprake van een noodsituatie als gevolg van het faillissement van het HMC waarbij alle partijen hun best doen om deze zo snel en goed mogelijk op te lossen. Daarbij wordt van iedereen enige souplesse verwacht. De gemeente kan de kosten die zij maakt indienen bij de curator en deze zullen als concurrente vordering worden meegenomen bij de afwikkeling van de failliete HMC boedel.
 

10. Mag de gemeente boetes en eventuele meerkosten  verrekenen met openstaande facturen?

Zoals gezegd gaat het erom zo snel en goed mogelijk de activiteiten van het HMC bij een nieuwe partner onder te brengen. Boetes bestaan alleen als prikkel om de organisatie beter te laten presteren. Dat heeft nu geen zin meer. Boetes kunnen worden ingediend in het faillissement en zullen als vordering worden meegenomen in de afwikkeling.  Het innen van de boetes door gemeenten kan mogelijk van invloed zijn op de continuering van de dienstverlening en de mogelijkheden voor de curatoren om tot een goede deal te komen en dat kan ook voor gemeenten nadelig uitpakken.


11. Mag  de gemeente een voorziening die eigendom is van het HMC/Econocom door een andere leverancier laten onderhouden?

Dat is  normaal gesproken niet de bedoeling. Dit heeft te maken met aansprakelijkheid, garantie en verzekeringen. Maar er is hier geen sprake van een normale situatie. De gemeente moet zorgdragen voor de continuïteit van ondersteuning. Indien het HMC in gebreke blijft met een noodzakelijke reparatie of het verhelpen van een storing dan heeft de gemeente in het kader van haar eigen verantwoordelijkheid het recht om op andere wijze in een oplossing te voorzien. Dan kan zijn dat een andere leverancier de reparatie uitvoert en de gemeente de kosten daarvan als vordering indient bij de curator. De realiteit gebiedt te stellen dat een failliete boedel over het algemeen weinig verhaalsmogelijkheden biedt.


12. Levert het HMC nog overzichten  van uitstaande voorzieningen per gemeente?

Nee, dat is na het faillissement niet meer mogelijk.


13. Kan een gemeente die de hulpmiddelen in eigendom heeft, deze hulpmiddelen uit het depot bij het HMC ophalen?

Nee, dit mag niet. De rechtbank heeft een zgn. afkoelingsperiode ingesteld die dit verhindert. Dit betekent dat er niets verplaatst mag worden, zodat de curatoren de gelegenheid hebben om de eigendommen van het HMC en derden te inventariseren en mee te nemen in een zo breed mogelijke oplossing.


14. Wat moeten gemeenten doen die hun hulpmiddelen in eigendom al voor het faillissement hebben opgehaald?

Zij worden geadviseerd om dit aan de curator te melden.


15. Factureert het HMC ook tijdens het faillissement?

Ja, de basisdienstverlening loopt door en daarom zal het Hulpmiddelencentrum ook deze periode  blijven factureren. De gemeenten worden verzocht de facturen tijdig te blijven betalen. Zoals gezegd wordt de dienstverlening tijdens de transitieperiode door de BNG bank gefinancierd. Het is ook van belang  dat de gemeente snel reageert op uitvalregels.


16. Moet de gemeente nog steeds beschikkingsnummers aanleveren aan het HMC?

Ja, de basisdienstverlening loopt door en indien er een opdracht wordt verstrekt en/of een verzoek wordt gedaan, moet de gemeente het  beschikkingsnummer aanleveren aan het HMC. Dit geldt ook in het geval er reeds een voorziening is uitgeleverd zonder beschikking. Gemeenten ontvangen de komende weken lijsten met ontbrekende beschikkingsnummers van het HMC en worden gevraagd deze zo spoedig mogelijk aan te leveren.


17. De verzekering van de mobiliteitshulpmiddelen loopt af op 30 april. Wie regelt de nieuwe verzekering?

Het HMC is bezig een nieuwe verzekeraar te contracteren voor alle hulpmiddelen, zowel voor de hulpmiddelen die eigendom zijn van Econocom als ook voor de hulpmiddelen die eigendom zijn van de gemeenten. Een drietal gemeenten dat eigenaar is van de hulpmiddelen heeft aangegeven zelf een verzekering te zullen afsluiten. Dit zijn de gemeenten Zoetermeer, Capelle a/d IJssel en de Stedendriehoek (Apeldoorn e.o).  De verzekering gaat in op 1 mei 2020. Vanaf die datum zijn de gebruikers verzekerd. Het HMC zorgt ervoor dat de verzekeringsstickers bij de cliënten thuis worden afgeleverd. Hoe dit proces precies verloopt wordt in de volgende vraag beschreven.

18. Hoe en wie regelt dat de verzekeringsbewijzen voor de hulpmiddelen bij de gebruikers komen?

1.         De curator moet nog toestemming geven voor het bestellen van de plaatjes bij de verzekeringsmaatschappij

2.         Na toestemming van de curator gaat het HMC de verzekeringsmaatschappij opdracht geven de hulpmiddelen per 1 mei 2020 in de verzekering nemen, de plaatjes te maken en de plaatjes naar het HMC op te sturen.

3.         Het HMC maakt de verzekeringspapieren voor de gebruikers  (die bij de plaatjes horen, vergelijkbaar met de nieuwe auto polis thuis) gereed.

4.         Als de plaatjes aankomen bij het HMC gaan ze samen met de verzekeringspapieren en een begeleidende brief naar een verzend bedrijf, die de verzekeringspapieren, brief en de plaatjes samenvoegt in een envelop en per post naar de gebruikers stuurt

5.         Tussen stap 1 en stap 4 zitten ca 2 werkweken ofwel 10 werkdagen.

6.         In de begeleidende brief worden gebruikers gevraagd zelf het plaatje op het hulpmiddel te plakken (het zijn stickers). Het plakken is niet moeilijk, dus de meeste cliënten zijn prima in staat dat zelf te doen (of door hun mantelzorgers en/of familieleden te laten doen). Als voorbeeld is  de brief van vorig jaar toegevoegd.

7.         Mocht een gebruiker staande gehouden worden op straat in de periode dat het hulpmiddel nog geen nieuw plaatje heeft, dan heeft de gebruiker nog geen bewijs dat het nieuwe plaatje onderweg is. In dat geval moet de gebruiker contact op (laten) nemen met het HMC, zodat zij kunnen zorgdragen voor de bewijsvoering dat het hulpmiddel verzekerd is.

 

19. Wie is in deze transitiefase de HMC contactpersoon voor de gemeente?

De gemeente dient de vestigingsleider te  blijven benaderen met alle vragen. Indien het HMC geen antwoord kan geven op de vraag dan zal zij met de curator overleggen. De gemeente kan met haar vragen ook rechtstreeks terecht bij de directie van het HMC. Ook zij werken tijdens deze overdrachtsperiode door.


20. Worden de cliënten van mijn gemeente nog door HMC of de curator geïnformeerd?

Nee, HMC en de curatoren zullen de cliënten in de gemeente niet actief informeren. Er is wel een concept-informatiebrief ten behoeve van de gebruikers van een hulpmiddel van het HMC opgesteld die de curator heeft gedeeld met de VNG. Op de website van het HMC kunnen cliënten eveneens informatie terugvinden over de huidige situatie en wat ze wel en niet van het HMC  kunnen verwachten. Op de website van Iederin zijn veel gestelde vragen en antwoorden voor de cliënten van HMC te vinden  

 

21. Wat gebeurt er met de medewerkers van het Hulpmiddelencentrum?

Voor alle medewerkers is na het uitgesproken faillissement formeel ontslag aangezegd. Tijdens de in het faillissement geldende opzegtermijn blijven de  medewerkers van doorwerken. Een deel van de medewerkers zal langer aanblijven om tijdens het proces van overdracht aan een overnamekandidaat de dienstverlening te continueren. Het is daarnaast het streven van de curatoren om niet alleen de activiteiten over te dragen naar andere partijen, maar zich ook in te spannen om de overnamekandidaten zoveel mogelijk personeel met al haar kennis en ervaring een dienstverband aan te laten bieden

Terug naar boven

III. Juridische vragen met betrekking tot contracten en aanbestedingsvraagstukken

1. Heeft de gemeente het recht het voorstel van de curator voor een nieuwe contractpartij  af te wijzen en wat zijn dan de consequenties?

De curatoren doen hun best om te komen tot een zo’n passend mogelijke oplossing. Zodra er een overnamepartij bekend is zal er contact worden opgenomen met de  gemeente. De overnamepartij zal met u in overleg treden. Indien de gemeente door middel van bijvoorbeeld het hanteren van een spoedprocedure er niet uitkomt met de overnamepartij, dan staat het de gemeente  uiteraard altijd vrij om een nieuwe aanbesteding in gang te zetten. Het nadeel hiervan is dat de gemeente in de periode tot aan gunning in de aanbestedingsprocedure zelf dient te voorzien in het regelen van de dienstverlening. Bij het eindigen van de transitieperiode zullen de activiteiten van het HMC niet langer worden voortgezet.


2. De situatie dat een gemeente het contract met het HMC  niet heeft verlengd en reeds een nieuwe aanbesteding is gestart. Wat betekent dit in deze fase?

 Bij het eindigen van de transitieperiode zullen de activiteiten van het HMC niet langer worden voortgezet.

 

3. De situatie dat de gemeente haar inwoners al heeft geïnformeerd over het gebruik maken van een andere leverancier. Wat betekent dat in deze fase?

Normaal gesproken  kunnen cliënten niet naar een andere leverancier met een service of reparatieverzoek.  In de situatie waarin HMC niet kan leveren en de reparatie kan niet worden uitgesteld, dan is hetzelfde antwoord als bij vraag 11 van deel II van toepassing. Nood breekt wet.


4. Is het mogelijk het contract met het HMC over te doen aan een andere partij zonder aan te besteden?

De hoofdregel is dat een wijziging in de wezenlijke voorwaarden van het contract tot een nieuwe aanbestedingsprocedure verplicht. Hierop zijn twee eventuele uitzonderingen die in de casus van het HMC van toepassing kunnen zijn.

 Ten eerste, er is sprake van dwingende spoed waardoor een onderhandelingsprocedure zonder aankondiging kan worden gevolgd (artikel 2.32 AW 2012)

Ten tweede, er is sprake van een duidelijke herzieningsclausule. Dan is het mogelijk het contract aan een andere partij over te dragen op voorwaarde dat de voorwaarden in het contract acceptabel zijn voor andere partijen. De voorwaarden mogen niet worden aangepast.

Vanzelfsprekend dienen alle betrokken partijen de aanbestedingsrechtelijke beperkingen in acht te nemen. Voor gemeenten waar meerdere aanbieders actief zijn, geldt niet per definitie dat er altijd een nieuw aanbestedingstraject dient te worden ingezet. Gemeenten die met meerdere leveranciers werken en in hun contract een verruimingsclausule hebben opgenomen – bijvoorbeeld verruiming door overname van nog uitstaande hulpmiddelen in een sterfhuis, of uitbreiding van het aantal cliënten door het wegvallen van één van de andere gecontracteerde partijen – kunnen de opdrachten bij andere leveranciers onder brengen.


5. Wat houdt een onderhandelingsprocedure zonder aankondiging in?

De aanbestedende dienst die de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepast doorloopt de volgende stappen: de aanbestedende dienst:

  • Onderhandelt met de betrokken ondernemers;
  • Maakt een proces-verbaal van de opdrachtverlening;
  • Deelt de gunningsbeslissing mee;
  • Kan de overeenkomst sluiten
  • Maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend

De opdracht hoeft niet vooral te worden aangekondigd in het EU-publicatieblad. De aanbestedende dienst gunt de opdracht op basis van beste prijs/kwaliteitverhouding en biedt een reëel tarief.

Terug naar boven