Eind juli publiceerde de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) het rapport ‘Bescherming van persoonsgegevens in de ontwikkeling van Nederlandse smart cities’. Met dit rapport beoogt de AP duurzame innovatie te stimuleren, waarbij de privacy van betrokken burgers in smart cities is gewaarborgd. De VNG stemt in met deze doelstelling en dat geldt ook voor de waardevolle inzichten die het rapport voor gemeenten oplevert.

De 3 belangrijkste aanbevelingen zijn volgens de VNG:

1) Geef de discussie over ethiek en digitale grondrechten een nadrukkelijke positie bij de inzet van technologie;

2) Zorg voor een transparante inzet van technologie, gesteund door helder beleid met concrete doelen;

3) Maak daarbij gebruik van een Data Protection Impact Assessment (DPIA) om zicht te houden op de privacyaspecten van een project.

De aanbevelingen noemen ook de noodzaak van interbestuurlijke samenwerking, met name de vertaling van domeinspecifieke wet- en regelgeving in relatie tot de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Over dit onderwerp, alsmede over de andere aanbevelingen, gaat de VNG graag het gesprek aan met de AP, rijksoverheidsorganisaties en andere relevante partijen.

Context

Winkelstraat in Den Haag

De maatschappelijke aandacht voor de inzet en impact van innovatieve technologie neemt de laatste jaren sterk toe. Dat is een gezonde drijfveer voor gemeenten om processen en tools te ontwikkelen om publieke waarden daarbij te beschermen. Gemeenten doen dit aan de hand van concrete maatschappelijke opgaven, zoals crowd management. Dit vraagt experimenteren en ruimte om te leren. Daarom is de VNG is enthousiast over de onderzoeksaanpak, die gericht is op constructieve aanbevelingen voor alle digitaliseringsprojecten in plaats van een focus op aandachtspunten binnen specifieke gemeenten. De VNG constateert namelijk dat de recente boete van de AP over wifi-tellingen heeft geleid tot een terughoudendheid van gemeenten in het gebruik van innovatieve technologische oplossingen bij het uitvoeren van hun taken. Aanwijzingen of richtlijnen zijn behulpzamer en leveren innovatiewinst op, met betere digitale oplossingen. De VNG hoopt dat het onderzoeksrapport zelf, in combinatie met een nauwe samenwerking met de AP, kan leiden tot duurzame digitaliseringsprocessen waarin de privacy van bewoners is geborgd en waarin de aanbevelingen van de AP dienen als aanjager van innovatie, en niet als remmende kracht.

Aanbevelingen

In het algemeen is de VNG enthousiast over de aanbevelingen in het rapport en steunt onze organisatie die ten volle. In deze reactie leggen wij de nadruk op drie van deze aanbevelingen, die ook een rol spelen buiten smart city-toepassingen maar wel aansluiten bij de agenda van de VNG.

Een transparante smart city

Gemeenten willen meer inzicht krijgen en transparantie bieden over sensoren, waaronder camera’s, in de buitenruimte. Zij steunen daarin de aanbeveling van de AP. Verschillende gemeenten werken daarom samen met onder meer het Kadaster en BZK aan een sensorenregister. De VNG steunt ook de ontwikkelingen van verschillende algoritmenregisters[1]. Ook dit zijn instrumenten om grip te krijgen op de digitaliseringensprocessen binnen gemeenten, zowel intern als extern. Tevens geeft dit gemeenten de mogelijkheid nadere kaders te stellen voor de inzet van dit soort methoden en geeft bewoners de mogelijkheid hun raadsleden op toepasselijkheid en noodzaak te bevragen. Juist bij de inzet van innovatieve technologieën waar eenduidige kaders ontbreken, dient de ontwikkeling  en implementatie op een transparante manier te gebeuren. Via vormen van inwonerparticipatie en het vroeg betrekken van de gemeenteraden kunnen gemeenten de democratische legitimiteit van hun smart city-toepassingen waarborgen.

Ontwikkeling beleid ondersteund door duidelijke wetten

De AP analyseert dat huidige wet- en regelgeving, zoals de AVG, niet altijd breed genoeg is om te voorzien in alle ethische vraagstukken die de slimme stad oproept. Gemeenten ervaren deze lacune  regelmatig. De VNG werkt aan de ontwikkeling van (gemeentelijke) ethische commissies waarin deze vraagstukken een plek krijgen. Door discussie over ethiek en digitale grondrechten een centrale plaats  te geven in overheidsorganisaties, kunnen gemeenten de leemte in wet- en regelgeving ondervangen.

Naast de ethische vraagstukken, ervaren gemeenten ook regelmatig onduidelijkheid bij de toepassing van domeinspecifieke wet- en regelgeving in combinatie met de AVG. De juridische kaders bij openbare orde en veiligheid en het sociaal domein zijn dusdanig verschillend dat er voor gemeenten geen one-size-fits-all oplossing of handreiking bestaat. Deze vraagstukken zijn te groot voor gemeenten om individueel te beantwoorden. In samenwerking met BZK, de AP en andere relevante partners zou de VNG graag op zoek gaan naar manieren om hier duidelijkheid in te verschaffen. Wanneer onduidelijke wet- en regelgeving in de weg staat van effectief en innovatief gemeentebeleid, is het noodzakelijk dat alle betrokkenen samenwerken om dit op te lossen. Even ‘bijschaven’ is niet voldoende wanneer gemeenten aan de voorkant duidelijkheid nodig hebben bij het verantwoord digitaliseren van onze steden.

Borgen van privacy als proces

Gemeenten herkennen het belang van een goede, gestructureerde en up-to-date DPIA’s om inzicht en grip te hebben op privacy-aspecten van een project en hoe die aspecten zich ontwikkelen. Gemeenten steunen daarbij het belang van goede uitwisseling en kennisdeling. Daarom heeft de Informatiebeveiligingsdienst (IBD) een tool ontwikkeld voor het opstellen en delen van DPIA’s[2]. De VNG schaart zich achter het aandachtspunt 'DPIA als proces'. Een bekende vraag van gemeentelijke functionarissen gegevensbescherming (FG’s) is om aan het begin van een dataproject betrokken te worden. Dit vraagt om een organisatiebreed bewustzijn rond privacyvraagstukken en om voldoende middelen om dat een plaats te geven. Dit standpunt kwam ook naar voren in de position paper 'Positionering van de FG van de AP[3]. Deze structurele inbedding van privacyvraagstukken in gemeentelijke organisaties vraagt tijd, middelen en competenties. De VNG zet in op het versterken van de kennispositie van alle lagen van de gemeentelijke organisatie en de bewustzijnsontwikkeling die hier voor nodig is.

Voorafgaande consultatie van de AP

Gemeenten spreken al langer de behoefte uit tot vroegtijdige consultatie omtrent de bescherming van persoonsgegevens. Met name op plekken waar wet- en regelgeving onduidelijk is, zouden gemeenten graag in een vroeg stadium advies krijgen van de AP. De VNG heeft begrip voor de terughoudende positie van de AP op dit gebied en manier waarop gemeentelijke FG’s een poortwachtersrol zouden moeten spelen in deze relatie. Desalniettemin zou de VNG graag zien dat bij complexe casuïstiek, die meerdere gemeenten raakt, de AP aan het begin van een project betrokken kan worden. Als gemeenten namelijk niet kunnen experimenteren, kunnen zij ook geen voorloperspositie innemen in de regulering ervan -zoals via Principes voor de Digitale Samenleving, de Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur (CODIO) of andere waardenkaders. De VNG doet onderzoek naar het in de praktijk brengen van de verschillende waardenkaders en zoekt hierover actief de dialoog met de AP en andere overheidspartners.


[1] Bijvoorbeeld algoritmeregister.amsterdam.nl

[2] DPIA-tool voor gemeenten online

[3] Positionering van de FG (pdf, AP)