Het Rijk heeft naar aanleiding van de landelijke en lokale doorbetalingsafspraken in het doelgroepenvervoer een tweede gecoördineerde melding van staatsteun bij de Europese Commissie gedaan ter facilitering van alle gemeenten. Ditmaal voor de periode van 1 juli tot en met 13 oktober.

Aangepaste voorwaarden

Omdat de regeling voor het doelgroepenvervoer is goedgekeurd onder het TSK gelden er aangepaste voorwaarden. Deze voorwaarden gelden voor alle gemeenten en zijn vastgelegd in de vorm van een circulaire inclusief toelichting. De circulaire Doelgroepenvervoer en staatssteun COVID-19 II is per brief vanuit het ministerie van BZK aan alle gemeenten gestuurd. Gemeenten wordt geadviseerd om doorbetalingen die zij verstrekken in het doelgroepenvervoer in overeenstemming met deze circulaire te verlenen om mogelijke strijd met de Europese regels inzake staatssteun te voorkomen. Als dat zo is hoeft u als gemeente over deze periode niet zelf nog een staatssteunmelding bij de Europese Commissie te doen. Tevens is ter verduidelijking opgenomen dat regiotaxivervoer niet alleen beperkt hoeft te zijn tot het platteland maar ook in stedelijk gebied mag rijden. De circulaire inclusief toelichting is aangescherpt op onderstaande punten. De precieze voorwaarden staan in de circulaire. De gemeenten wordt ook aangeraden de rekenvoorbeelden in de toelichting van de circulaire hiervoor te raadplegen.

  • De maximale compensatie is verlaagd van 80% naar 70%;
  • Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee soorten te vergoeden kosten:
    • Algemene kosten (o.a. afschrijving, rente, verzekering en stalling)
      Voor deze kosten geldt dat (a) het maximale steunbedrag per onderneming € 1,8 miljoen mag bedragen, (b) de steun niet na 31 december 2021 mag worden verleend.
    • Niet gedekte vaste kosten (arbeidsloon en overige personeelskosten)
      Voor deze kosten geldt dat (a) het maximale steunbedrag per onderneming niet meer dan € 10 miljoen mag bedragen, (b) alleen ondernemingen met een omzetverlies van minimaal 30% in aanmerking mogen komen, (c) maximaal 70% van het verlies mag worden vergoed na aftrek van eventuele vergoeding van algemene en capaciteitskosten, ook als daarvoor de-minimissteun wordt verleend en (d) de steun niet na 31 december 2021 mag worden verleend.
  • Als er geen contract was met de betreffende vervoerder in 2019 is er een vergelijking met 2019 nodig aan de hand van een benchmark op grond van het contract dat er wel was. Er moet dan een benchmark worden vastgesteld op grond van het contract dat er wel was;
  • Per onderneming moet een toegekende individuele steunmaatregel boven €100.000,- binnen twaalf maanden worden bekendgemaakt. Dit wordt de transparantieverplichting genoemd. Meer informatie en hulp vindt u in de circulaire inclusief toelichting en op de website van Kenniscentrum Europa decentraal.

Vragen over staatssteun

Hoe weet de gemeente of de doorbetaling van het doelgroepenvervoer staatssteun is? 

Door onderstaande stappen te doorlopen kunt u achterhalen of de doorbetaling van het doelgroepenvervoer staatssteun is:

  1. Allereerst bekijkt u als gemeente de financieringsconstructie, van het onder punt 2 van de circulaire genoemde type vervoer. Uitgangspunt van het kader is dat het vervoer gecontracteerd is door de gemeente met inachtneming van de aanbestedingsregels. Uw gemeente beziet of er ruimte is om op basis van het contract tot compensatie over te gaan. Is die situatie aan de orde, dan is er geen sprake van staatssteun en hoeft over de doorbetaling van het bedrag, dat op basis van het contract betaald kan worden, geen opgave wegens staatssteun conform dit kader te worden gedaan.
  2. Indien het contract geen ruimte tot compensatie, voor niet-geleverde diensten door het vervoerbedrijf biedt, is er sprake van staatssteun en geeft deze circulaire inclusief toelichting uw gemeente een kader om geoorloofde staatssteun te verlenen. Daarvoor moeten de cumulatieve voorwaarden in deze circulaire worden nageleefd.
  3. Voor ritten die wel zijn uitgevoerd, vindt uitbetaling op basis van het contract plaats. Die ritten vallen buiten de compensatie, zoals is opgenomen in de circulaire. In dat geval wordt dus een deel op basis van het contract doorbetaald en voor een ander deel moeten de staatssteunregels van de circulaire worden nageleefd.

Hoe moet uw gemeente vervolgens handelen?

Als u volgens bovenstaande stappen de nodige betalingen verricht, zorgt u voor een goede vastlegging van betalingen conform de circulaire. Deze vastlegging is nodig voor de jaarlijkse staatssteunrapportage. Kenniscentrum Europa decentraal vraagt deze gegevens in het voorjaar van 2021 bij gemeenten op. Als u de compensatiebetaling tot nu toe als voorschot heeft verleend, kunt u de compensatie nu definitief verlenen met inachtneming van de bovenstaande stappen, en zorgt u voor een goede vastlegging van betalingen conform de circulaire inclusief toelichting. Als de conclusie is dat u reeds staatssteun heeft verleend, dient u de betalingen te herberekenen conform de circulaire en – indien er teveel is betaald – het surplus terug te vorderen of te verrekenen met lopende vorderingen of toekomstige compensatie. Voor iedere steunmaatregel van € 100.000,- of meer moet een melding worden gedaan in het TAM-systeem. Hoe dit in zijn werk gaat kunt u lezen op de website van het Kenniscentrum en in de handleiding voor decentrale overheden.

Meer informatie