Hoe kunnen gemeenten de basis voor toezicht en handhaving rond de Wmo en Jeugdwet op orde krijgen? En wanneer is die basis eigenlijk op orde? 

Anne Braakman gemeente Schagen

VNG Naleving geeft presentaties aan gemeenten over de Routekaart Toezicht, Handhaving en Naleving Wmo 2015 en Jeugdwet. Deze routekaart leidt u stapsgewijs door het proces om de basis voor zorgtoezicht op orde te krijgen. Dit voorjaar was het de beurt aan de gemeente Schagen. We spraken met beleidsadviseur Anne Braakman van de gemeente over haar ervaringen met het leggen van dit fundament. 

Verbeteringen nodig

In de gemeente Schagen zijn per 1 februari 2021 een integraal beleidsplan en verordening van kracht. Een onderdeel van dit beleidsplan is het opstellen van een programma voor toezicht en handhaving, op basis van de uitgangspunten van hoogwaardig handhaven. In 2021 startte hiervoor een project dat heeft geresulteerd in een uitvoeringsprogramma. Hierin staan 9 verbeterpunten die vanaf dit jaar systematisch worden opgepakt. 

Een van die punten betreft toezicht en handhaving Wmo en Jeugdwet. Braakman: ‘We vinden dit zo belangrijk, dat we een projectleider hebben aangesteld die in beeld brengt wat er allemaal op orde moet zijn, wil je aan de achterkant effectief kunnen handelen. Dan gaat het vooral om het in beeld brengen van de hele keten, van melding tot besluit en uitvoering. Op basis daarvan gaan we de werkprocessen optimaliseren en monitoren of iedereen het ook daadwerkelijk zo doet. Denk aan een eenduidige registratie of de wijze van controleren. Zo willen we het hele proces continu aanscherpen.’

Schets huidige situatie

De gemeente Schagen is onderdeel van de Kop van Noord-Holland. Hierin werkt zij samen met de gemeenten Den Helder, Hollands Kroon en Texel. ‘Op dit moment hebben we het toezichthouderschap voor zowel rechtmatigheid als kwaliteit in onze gemeente nog niet structureel belegd’, vertelt Braakman. ‘Wel maken we gebruik van de toezichtcapaciteit in Den Helder. Een niet-pluis gevoel pakken we in samenspraak met de toezichthouders daar direct op. Maar heel eerlijk, de capaciteit is nog niet voldoende voor de hele Kop. We willen van reactief toezicht naar meer actief en preventief toezicht. Regionaal hebben we de opdracht gekregen om te onderzoeken wat daar in onze gemeenten voor nodig is.’

Ondertussen in Schagen

De projectleider waar Braakman het over had, heeft alle collega’s die in meer of mindere mate in aanraking komen met de Wmo en de Jeugdwet geïnterviewd. Braakman: ‘Zij is echt alle lagen afgegaan. Met die interviews planten we al de eerste zaadjes voor bewustwording. Collega’s ontdekken dat hun handelen gevolgen kan hebben voor het handelen van een ander. Werkwijzen zullen dus op elkaar afgestemd moeten zijn. Nu kijken we wat er verder nodig is op de verschillende gebieden. Zo kwamen we ook bij VNG Naleving terecht. De presentatie over de routekaart was vooral voor de aanwezige consulenten een goede eerste kennismaking met de beschikbare handvatten. Bij de beleidsmensen en de projectleider zat de routekaart al wat meer tussen de oren. VNG Naleving bekijkt op basis van deze ervaring of ze de presentatie wat meer kunnen differentiëren.’

De basis op orde

Braakman benadrukt hierbij dat het niet de bedoeling is dat beleid en uitvoering als losse eilandjes te werk gaan. ‘Het proces dat we tot nu toe hebben doorlopen hebben we echt samen gedaan. Alleen op die manier kom je uiteindelijk tot een sluitend pact. Wat de basis op orde in mijn ogen betekent? Dat iedereen in het proces – van melding tot besluit tot controle – precies weet wat zijn of haar taak is met het oog op toezicht, preventie en handhaving. En dat die taken ook consequent worden uitgevoerd. Het zit wat mij betreft echt in de systematische aanpak van het hele proces.’

In de praktijk

Braakman verduidelijkt haar idee aan de hand van een globaal voorbeeld. ‘Bij het eerste telefoontje weten collega’s van de toegang dat ze een nieuw dossier moeten aanmaken en dat ze hier bepaalde gegevens in moeten voeren. Heeft de consulent een gesprek gehad, dan moet er een eenduidig verslag liggen waarin alles wat is afgesproken is uitgevraagd en ingevuld. Twijfelt de consulent in een later stadium aan de resultaatafspraken die zijn gemaakt voor een cliënt, dan gaat hij of zij daadwerkelijk met de kwaliteitsmedewerker in gesprek. Is het te verklaren? Of moet de contractmanager of de toezichthouder wellicht worden ingeschakeld? Is die hele keten duidelijk en wordt er ook volgens de afgesproken processen gewerkt, dan heb je de basis op orde.’

Doe het samen

Op de vraag of het initiatief bij beleid of bij uitvoering ligt, antwoordt Braakman dat je dit echt samen moet doen. ‘De visie en het idee hoe je het wilt organiseren kun je vrij snel op papier hebben. Maar de hoe-vraag en de vraag wat het betekent in de praktijk kun je alleen samen beantwoorden. En als het proces loopt, start de cyclus van monitoren en verbeteren. Dat zit bij ons wel in het DNA. Zo kwam vanaf de werkvloer het signaal dat gebruikelijke hulp binnen de Jeugdwet nog niet goed was ingeregeld. Vanuit beleid zorgden we dat dat consulenten wél goed onderbouwde besluiten kunnen nemen. Bijkomend voordeel is dat de kans op bezwaren ook weer afneemt.’

Heeft Braakman nog meer tips voor andere gemeenten? ‘Zorg voordat je begint dat je een opdracht hebt vanuit het bestuur. Die heb je echt wel nodig als je hier serieus mee aan de slag gaat. En vraag of VNG Naleving een presentatie komt geven voor je gemeente. Zij beschikken over veel kennis en handvatten om het traject vorm te geven. Echt niemand hoeft het wiel opnieuw uit te vinden.’

Bent u ook geïnteresseerd in een presentatie Basis op Orde van VNG Naleving? Neem dan contact op met de adviseur Zorg in uw regio.

Meer informatie