Iedereen in Nederland krijgt in zijn leefomgeving te maken met maatregelen voor grootschalige opwek van duurzame wind- en zonne-energie. Dat vereist maatwerk. Overheden, maatschappelijke partners, netbeheerders, bedrijfsleven en waar mogelijk inwoners werken samen regionaal keuzes uit waar wind- en zonne-energie een plek krijgen in de leefomgeving. Deze plannen worden beschreven in de Regionale energiestrategie (RES). 

De RES wordt opgesteld door een regionaal samenwerkingsverband van gemeenten, provincies, waterschappen, maatschappelijke partners en het rijk, voor de ruimtelijke inpassing van de energietransitie. Elke regio beschrijft waar en in welke mate er plek is voor de opwek van duurzame energie. Het realiseren hiervan gebeurt stapsgewijs. Gemeenten spelen ook in de uitvoering een belangrijke rol; bij de vergunningverlening, het participatieproces en de ruimtelijke planning. 

De RES op weg naar 2030 en 2050

De RES is een beleidsdocument dat de komende jaren verder wordt ontwikkeld. Elke 2 jaar is er een update. 

Elektriciteit

De focus van de RES ligt op de opgaven van de sectortafel Elektriciteit. Om de doelen uit het Klimaatakkoord te bereiken, staan de 30 regio’s aan de lat om in 2030 35 Terawattuur (TWh) aan duurzame energie op land te realiseren. Lees meer over de opgave op het gebied van elektriciteit

Als een regio dit wil, kunnen ook opgaven van andere tafels worden meegenomen in de RES, zoals maatregelen voor duurzame mobiliteit, industrie of landbouw en landgebruik. Besluitvorming over de RES’en vindt in onderlinge afweging plaats via de gemeentelijke, provinciale en nationale omgevingsvisies en -plannen. 

Hernieuwbare energie wordt opgewekt zowel op land als op zee. Hoewel wind op zee in belangrijke mate bijdraagt, is daarnaast ook zonne-energie en windenergie op land nodig om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar duurzaam opgewekte elektriciteit. Omdat de opwek op land grote invloed heeft op de leefomgeving, moet dit zorgvuldig worden afgewogen en ingepast.

Wind op land

Gemeenten mogen sinds juni 2021 voor windprojecten niet meer aansluiten bij de milieunormen van het Activiteitenbesluit. Aanleiding hiervoor is de uitspraak van de Raad van State in het zogenoemde Nevele-arrest. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt daarom aan nieuwe landelijke milieunormen voor windturbines op land. 

Gemeentelijke milieunormen

Om in de tussentijd windprojecten te realiseren op land, kunnen gemeenten eigen milieunormen vaststellen. Dit moeten dan actuele, deugdelijke, op zichzelf staande en op de situatie toegesneden milieunormen zijn. De VNG heeft een actieve rol in de ondersteuning voor windprojecten op land via de Helpdesk Wind op Land. Deze helpdesk is opgezet om decentrale overheden te ondersteunen in de realisatie van windprojecten.

Bij de helpdesk is meer informatie te vinden over de mogelijkheden om eigen normen te stellen. De helpdesk organiseert regelmatig kennisbijeenkomsten voor ambtenaren om hen te informeren over de laatste stand van zaken en kennis en ervaring te delen over het opstellen van lokale milieunormen. Deze bijeenkomsten vindt u in de agenda van de helpdesk.

Nieuwe landelijke milieunormen

In het najaar van 2023 zijn de concept landelijke milieunormen voor windturbines in consultatie geweest. Hiervoor heeft de VNG in samenwerking met gemeenten een zienswijze (pdf, 252 kB) ingediend. Op de Helpdesk Wind op Land is meer informatie te vinden over 

De beoogde ingangsdatum voor nieuwe milieunormen voor windturbines is 1 juli 2025. 

Voorbeeldteksten voor vergunningverlening

De VNG heeft voorbeeldteksten laten ontwikkelen om toe te passen bij vergunningverlening voor windmolens (of zonneparken), als er gebruikgemaakt wordt van de SDE++.

Zon op daken, objecten en land

In veel Regionale Energiestrategieën zijn ambities opgenomen voor grootschalige (> 15KWp) opwek met zonne-energie op daken en op land. Die vormt een belangrijk aandeel in de totale opwek van hernieuwbare energie. De ontwikkeling van zon op daken neemt sterk toe en heeft een breed politiek en maatschappelijk draagvlak. 

Helpdesk Zonopwek

De Helpdesk Zonopwek, waarin de VNG een actieve rol heeft, ondersteunt decentrale overheden in de realisatie van zonprojecten. Binnenkort wordt de website van de helpdesk verbreed van de focus op daken en objecten, naar ondersteuning voor zon op alle treden van de Voorkeursvolgorde zon. 

Voorkeursvolgorde zon

In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is de Voorkeursvolgorde zon (ook wel zonneladder), geïntroduceerd. Hierin wordt de gewenste prioritering aangegeven voor locaties voor de opwek van zonne-energie. De voorkeursvolgorde kent 4 treden:

  1. Zonne-energie op daken en gevels
  2. Zonne-energie op terreinen en objecten binnen bebouwd gebied
  3. Zonne-energie op terreinen en objecten in het landelijk gebied
  4. Zonne-energie op landbouw- en natuurgronden

Afspraken over de voorkeursvolgorde

Het rijk, de VNG, IPO en UvW hebben afspraken gemaakt over multifunctioneel gebruik van locaties voor de opwekking van zonne-energie. De overheden hebben afgesproken om meer in te zetten op zonne-energie op onderbenutte daken en gevels, en bij uitzondering zon op landbouwgrond toe te laten. De overheden gaan treden 1 t/m 3 van de zonneladder stimuleren en zo slim mogelijk combineren met ruimtelijke en maatschappelijke opgaven. Het nakomen van de RES-afspraken blijft daarbij het uitgangspunt. 

Uitzonderingen zon op landbouwgrond

De volgende uitzonderingen zijn mogelijk voor zonne-energie op landbouwgrond:

  • Bij slimme combinatie van een zonnepark met een agrarische functie
  • Op gronden in transitie of die minder geschikt zijn voor landbouwgrond
  • Als een oplossing  voor netcongestie of bijdrage aan efficiënter gebruik van het elektriciteitsnetwerk

Meer informatie

Kamerbrief Aangescherpte voorkeursvolgorde zon

Knelpunten en oplossingen

Diverse RES-regio’s hebben in hun RES 1.0 knelpunten gesignaleerd om voldoende duurzame energie, waaronder ook via zon op daken, te kunnen opwekken. Een onafhankelijke werkgroep heeft de knelpunten geanalyseerd en oplossingsrichtingen aangegeven in het rapport Samen het dak op voor een zonnige toekomst (pdf, 3,3 MB). De Helpdesk Zonopwek is opgericht naar aanleiding van dit onderzoek.  

Hulpmiddelen

Handreiking

Deze helpdesk heeft onder meer de handreiking Uitvoeringsstrategie Zon op daken en objecten gepubliceerd. De handreiking is zelfstandig te volgen, maar u kunt ook daarbij ook ondersteuning krijgen in sprintsessies

Relevante werkbladen van NP RES

Voorbeeldteksten voor vergunningverlening

De VNG heeft voorbeeldteksten laten ontwikkelen om toe te passen bij vergunningverlening voor zonneparken (of windmolens), als gebruikgemaakt wordt van de SDE++.

Wat doet de VNG

De VNG is een van de opdrachtgevers van het Nationaal Programma RES, samen met de koepelorganisaties IPO, UvW en de ministeries van BZK en EZK. Het NP RES ondersteunt het proces door kennis te ontwikkelen en delen, een lerende community te faciliteren, partijen te verbinden, knelpunten te agenderen en koppelkansen te signaleren. 

In het kader van de RES heeft de VNG een actieve rol in het signaleren en agenderen van de ondersteuningsbehoeftes en knelpunten bij gemeenten. De VNG faciliteert gemeenten in het realiseren van de regionale energiestrategieën, eigenstandig of via het NP RES. Onderdeel hiervan is het organiseren van informatiebijeenkomsten waarin ook ruimte is voor vragen van en gesprekken met gemeenten. Ook worden er meedenksessies georganiseerd over actuele zaken waarin de mening van gemeenten wordt gevraagd en aandachtspunten worden gedeeld.

Meer informatie

Raadgever over de Regionale Energiestrategieën en energie-infrastructuur

Meer informatie over de RES, de werkwijze en het wat, waarom en wanneer, leest u op de website van het NP RES (regionale-energiestrategie.nl). Daar vindt u onder meer 

Warmte

Voor het verwarmen van de gebouwde omgeving, moeten alle duurzame-energiebronnen worden benut. Voorbeelden zijn verwarmen met geothermie, restwarmte van de industrie of aquathermie. 

Lees meer over warmte

Leefomgeving 

Met de transitie naar duurzame energie gaan we meer windmolens en zonneparken zien. Dit gaat de leefomgeving ingrijpend veranderen. Om een goede afweging te maken moeten belangen goed worden afgewogen en combinaties worden gezocht met andere opgaven zoals bijvoorbeeld woningbouw. 

Lees meer over de leefomgeving 

Participatie

Niet alleen is afstemming en deelname van inwoners van belang bij deze opgave, in het Klimaatakkoord is lokaal eigendom (streefpercentage is 50%) en financiële deelneming een belangrijk onderwerp. Dit betekent niet alleen eigendom maar ook zeggenschap.