‘Ik vind het hier héél leuk! Dat merk je wel.’ Yvonne Kokx straalt het uit, zelfs via de af en toe haperende videoverbinding is duidelijk dat ze het bijzonder goed naar haar zin heeft in Turkije. Sinds een jaar is ze attaché sociale zaken op de ambassade in Ankara. Gemeenten komen, vaak zonder het te weten, bij haar terecht als ze vermogensonderzoek willen laten uitvoeren in Turkije.

Yvonne Kokx, attaché sociale zaken Ankara (foto ANP)

Het Bureau Sociale Zaken in Ankara is één van de attachéposten van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en houdt zich bezig met dienstverlening aan de in Turkije gevestigde klanten van SVB, UWV, CAK en Belastingdienst. Daarnaast heeft het bureau de taak om te handhaven op het sociale domein. En dat is waarom Nederlandse gemeenten bij Yvonne Kokx en haar team aankloppen.

Hoe heeft u uw eerste jaar in Turkije ervaren?

‘Ik was altijd al verslingerd aan Turkije. Omdat ik getrouwd ben met een Turkse man, sprak ik al goed Turks toen ik hier kwam en het is heel fijn om deel uit te maken van de Turkse samenleving. Het werk is ook heel interessant en ontzettend divers. Hiervoor was ik directeur openbare ruimte en vastgoed bij de gemeente Utrecht en ik had weinig ervaring in het sociaal domein. Toen ik werd aangenomen viel ik dan ook bijna van mijn stoel, maar ik heb dit jaar enorm veel geleerd. En ik leer nog iedere dag bij.’

U bent voor gemeenten een belangrijk contact bij het instellen van onderzoek naar verzwegen vermogen in het buitenland. Hoe gaat dat in zijn werk?

‘Naast onze dienstverleningspoot, die mensen bijstaat die in Turkije wonen en bijvoorbeeld AOW krijgen uit Nederland, hebben we een handhavingspoot. Gemeenten kunnen via het Internationaal Bureau Fraude-informatie (IBF) voor drie zaken bij ons terecht: vermogensonderzoek, het laten taxeren van onroerend goed en het laten beoordelen van Turkse documenten zoals verklaringen van het kadaster. Het vermogensonderzoek bestaat uit twee onderdelen: een precheck en onderzoek door bezoeken aan Turkse instanties. De precheck is een internetonderzoek om te bepalen of er indicaties zijn dat iemand onroerend goed in bezit kan hebben. Meestal lukt het om binnen twee weken nadat we het verzoek hebben gekregen een indicatie af te geven over de eventuele aanwezigheid van vermogen.  

Waar moeten gemeenten die onderzoek laten doen in het buitenland extra op letten?

‘Omdat er niet één overkoepelend register met informatie over onroerend goed in alle gemeenten bestaat, is het heel belangrijk dat wij de juiste gegevens krijgen. Als we niet weten in welke gemeente we moeten zoeken kunnen we ook niet de juiste informatie via internetonderzoek boven tafel krijgen. Als iemand bijvoorbeeld in Ankara woont en hij heeft onroerend goed in Istanboel komen we daar niet achter, omdat we niet wisten dat we in Istanboel moesten zoeken. Daarom is het ook zo belangrijk dat als handhavers in Nederland het gevoel hebben dat er iets niet in de haak is, ze proberen informatie bij de klant op te halen. Goed doorvragen is hierbij belangrijk. Vraag bijvoorbeeld waar, in welke gemeente, hij op vakantie gaat. Dat kan een aanwijzing zijn dat hij daar onroerend goed in eigendom heeft. Dat is informatie waarmee wij onderzoek kunnen doen.’

‘Overigens is het heel belangrijk dat al bij de aanvraag van een uitkering de klant goed geholpen wordt, zodat direct duidelijk is dat eventueel bezit van onroerend goed in het buitenland ook telt als vermogen’, vult Yvonne aan. ‘Daarmee kan je veel ellende voorkomen’. 

Zijn er nog andere knelpunten bij het doen van onderzoek in Turkije?

‘De Turkse WOZ-waarde kan wel een tienvoud lager zijn dan de werkelijke waarde. Daar moet je als handhaver dus alert op zijn. Ook een taxatierapport van een makelaar kan soms onbetrouwbaar zijn. Wij werken bij het taxeren alleen met erkende taxateurs, die bijvoorbeeld ook voor Turkse banken werken. Het is ook belangrijk om er op te letten dat bewijzen gaan over de gehele uitkeringsperiode. Het is namelijk mogelijk dat de klant een officieel document toont nadat onroerend goed verkocht is. Mijn medewerker heeft bijvoorbeeld net een document beoordeeld van een mevrouw uit de gemeente Rotterdam, waarin stond dat ze nu geen onroerend goed bezit, maar waarin niet staat wat ze de afgelopen jaren wel in haar bezit had. We hebben dus de gemeente Rotterdam geadviseerd de vrouw een nieuw document aan te laten vragen bij het kadaster in Turkije.’

‘Ook is het belangrijk dat gemeenten vragen naar het Kimlik-nummer van de klant en om toestemming dat te mogen gebruiken. Dit Turkse BSN gebruiken we bij het onderzoek, maar als de klant geen toestemming heeft gegeven om het te mogen gebruiken, kan een rechter later het hele onderzoek met één streep wegvagen. De vraag aan de klant om het Turkse BSN te geven kan hem/haar in een spagaat brengen. Als hij het nummer geeft kan de gemeente misschien ontdekken dat hij over vermogen beschikt, maar als hij het nummer niet geeft, kan zijn uitkering beëindigd worden, omdat hij niet meewerkt aan het onderzoek. Wat je dan ook ziet gebeuren is dat klanten weigeren het Kimlik-nummer te geven. Dan wordt hun uitkering beëindigd, maar ontlopen ze terugvordering van de uitkering en wellicht een boete. En dat kan in de tonnen lopen als iemand al lang een uitkering heeft gehad.’

Gemeenten zien soms af van het doen van onderzoek in het buitenland, omdat het zo ingewikkeld en tijdrovend zou zijn. Is dat terecht?

‘Ik kan me heel goed voorstellen dat, als je als handhaver voor de eerste keer hiermee te maken krijgt, het wat overweldigend over kan komen. Een handtekening op een machtiging moet bijvoorbeeld gelegaliseerd worden, maar dat geldt ook voor het hele document. Dat gaat door middel van een apostille. Dit is een stempel of sticker op het document dat verkregen kan worden bij een rechtbank. Maar als je het een keer gedaan hebt weet je hoe het werkt. De samenwerking met Drechtsteden is bijvoorbeeld fantastisch. We krijgen goed bruikbare machtigingen met de juiste stempels en apostilles. Daar kunnen we zo mee aan de gang! Maar nogmaals, op papier ziet het er heel ingewikkeld uit, maar in de praktijk valt dat erg mee.’

Onderzoek laten doen in het buitenland kan ook via particuliere bureaus. Waarom kiezen sommige gemeenten daarvoor?

‘Ik hoor weleens dat gemeentes zeggen: “Je moet niet bij het IBF zijn, want dat duurt zo lang. Volgens mij is dit een wijdverbreid misverstand dat we maar niet uit de lucht krijgen. Nu in coronatijd duren sommige onderzoeken misschien wat langer, omdat we niet meer op bezoek kunnen gaan bij kadasters, maar hiervoor werken we aan een oplossing. Het is misschien ook makkelijker om het hele onderzoek uit handen te geven aan een particulier bureau en dat is ook toegestaan in Nederland. Maar er zijn wel haken en ogen aan. Deze bureaus werken namelijk niet op dezelfde manier als het Bureau Sociale Zaken. De Turkse overheid vindt dat zij werken in strijd met Turkse wet- en regelgeving. De Turkse advocaten waar zij mee werken mogen namelijk alleen het kadaster raadplegen voor een rechtszaak waarmee ze bezig zijn en dus niet in het kader van een vermogensonderzoek voor een Nederlandse gemeente. En ze mogen het ook niet voor commerciële doeleinden doen, terwijl de bureaus er gewoon voor betalen. Daarnaast bemoeilijkt het soms onze samenwerking met de Turkse autoriteiten omdat ze denken dat wij op deze manier onderzoeken doen, Ik ben toevallig vorige week nog ‘op het matje geroepen’ bij een functionaris van de Turkse overheid over het verrichten van een vermogensonderzoek. Toen ik daar was kwam al snel de aap uit de mouw: het ging over de in Turkse ogen illegale werkwijze van de particuliere bureaus. Het Bureau voor Sociale Zaken doet alles netjes volgens internationale verdragen, maar we worden er wel op aangekeken dat Nederlandse bureaus zich niet aan de regels houden. Ik zeg dus niet dat Nederlandse gemeenten geen gebruik mogen maken van particuliere bureaus, maar wel dat de Turkse overheid vindt dat die zich bedienen van illegale onderzoeksmethoden.’

Wat is voor een gemeente het voordeel van het IBF boven de inzet van een particulier bureau?

‘Ten eerste is het IBF geheel gratis. Ook voor onze dienstverlening aan gemeenten wordt niets berekend. En ik zou het als gemeente niet prettig vinden als ik weet dat een Turkse advocaat bij zijn onderzoek misbruik maakt van zijn bevoegdheden. Maar ik heb niet de indruk dat Nederlandse gemeenten hiervan op de hoogte zijn. Ik wil niet zover gaan dat de diplomatieke betrekkingen hierdoor schade oplopen, maar ik word er hier wel regelmatig op aangesproken.’


Gemeenten kunnen voor het uitvoeren van onderzoek naar vermogen in het buitenland terecht bij het Internationaal Bureau Fraude-informatie. Het IBF coördineert vermogensonderzoeken in het buitenland in opdracht van gemeenten. Om deze onderzoeken zo effectief mogelijk uit te voeren, heeft het samenwerkingsverband 'Onderzoek Vermogen Buitenland' (OVB) een handreiking uitgebracht.

Verdere informatie over onderzoek naar vermogen in het buitenland vindt u in het Kennisloket OVB.