In Hart van Brabant bouwt woningcorporatie WonenBreburg komend jaar ongeveer 250 tijdelijke woningen, waarvan een flink deel voor kwetsbare doelgroepen. Dat moeten mooie, sociale, inclusieve wijken worden, waar mensen ècht samen leven, om elkaar geven en elkaar helpen als dat nodig is.

Financieel legt de woningcorporatie flink toe op de tijdelijke woningen die maximaal 15 jaar mogen staan, volgens senior adviseur strategie Roy Stevens van WonenBreburg. Maar als daarmee een aantrekkelijke inclusieve wijk ontstaat waar mensen vervolgens voor in de rij staan, hoopt hij dat de permanente woningen die er na die 15 jaar hopelijk voor in de plaats komen dat exploitatietekort voldoende compenseren.

portretfoto Roy Stevens met donkere achtergrond

Het plan ontstond aan tafel met de gemeenten en zorgpartijen in de regio. 'We hebben elkaar nodig', benadrukt Stevens. 'De roep om regie op de huisvesting van kwetsbare doelgroepen wordt steeds sterker. En het gaat om steeds meer mensen. Door toenemende extramuralisatie, verdubbeling van de taakstelling voor het huisvesten van statushouders, Oekraïners. Aan alle kanten neemt de druk toe. En wij willen die mensen ook huisvesten. Daar zijn wij voor, maar die woningen zijn er niet een-twee-drie. Die flexwoningen zijn echt noodzakelijk om die verlichting te krijgen.'

Gemengd-wonen-concept

Het gaat Stevens niet alleen om woningen, maar vooral ook om ‘samen-leven’. 'Honderd jaar geleden was het heel gebruikelijk om voor elkaar te zorgen. Dat zijn we een beetje kwijt geraakt. We zijn er aan gewend geraakt dat de overheid alles regelt. Maar dat is niet vol te houden. We moeten weer een beetje terug naar meer zorg voor elkaar, kijken naar hoe we een gemeenschap kunnen faciliteren en pas specialistische zorg inschakelen als dat echt nodig is. Daarvoor hebben we het ‘gemengd-wonen-concept’ bedacht.'

Het eerste gemengd-wonen-project wordt dit jaar in mei in Breda opgeleverd: 53 woningen, waarvan 20 door zorgpartijen worden toegewezen. Aan mensen met een beperking, die psychische ondersteuning nodig hebben, mensen met autisme, voormalig dak- en thuislozen. Allerlei soorten mensen dus, volgens Stevens. De andere 33 kandidaten moeten in een motivatiebrief aangeven waarom ze graag in zo’n complex willen wonen, waarvan ook van je verwacht wordt dat je een bijdrage aan de ‘gemeenschap’ levert.

Community-builder

'Wij zien in wijken met veel corporatiebezit dat als we niet investeren in de leefbaarheid, mensen het steeds moeilijker vinden samen met elkaar een leefbare wijk te maken. Er komen steeds meer mensen in zo’n wijk die onbegrepen gedrag vertonen. Wij vinden het ook onze verantwoordelijkheid samen met andere partijen na te denken over hoe we er voor zorgen dat zo’n wijk toch vitaler wordt en mensen elkaar weer een steuntje in de rug kunnen bieden.'

Een belangrijke rol daarin is weggelegd voor een zogenoemde ‘community-builder’, een soort ‘opbouwwerker’, volgens Stevens. 'Het is nog even de vraag wie dat gaat betalen. Maar door het zo aan te pakken krijg je een prettiger wijk, zijn mensen gelukkiger en gezonder en zullen mensen minder professionele zorg nodig hebben. Daarover zijn we nu in gesprek met de gemeenten, het zorgkantoor en zorgverzekeraars. Want zo’n aanpak is redelijk nieuw. In Breda betalen we die community-builder uit een eenmalige subsidie voor 2 jaar. Daarmee willen we laten zien dat deze investering zich ook uitbetaalt. Partijen geloven al wel in het idee, maar ze willen bewijzen zien.'

Ontmoetingen

Inmiddels liggen er ook al plannen klaar voor een vergelijkbaar project in Tilburg-Zuid (150 woningen) en Tilburg-Noord (100 woningen). Ook bij deze projecten wordt zo’n 40 procent toegewezen aan mensen uit kwetsbare doelgroepen. 'Ook daar gaan we er met de gemeente en zorgpartijen voor zorgen dat mensen daar een beetje prettig met elkaar kunnen samenleven.'

'Wij proberen er echt op in te zetten dat niet iedereen zomaar anoniem in zijn eigen woning woont en bij een beetje overlast meteen de politie belt. Ga eens in gesprek met elkaar. Als er iemand komt te wonen die nieuw is, probeer eens een ontmoeting te arrangeren, misschien met de buurtbeheerder er bij. Als je weet wie iemand is, is het al een stuk minder bedreigend dan als je dat niet weet.

We doen dat nu ook al, soms samen met vluchtelingenwerk en welzijnswerk. Een tijdje terug kwam er bijvoorbeeld een Syrisch gezin in een woning in een wijk in Tilburg-Noord. Die boden meteen aan een keer voor de buren te koken. Dan ontstaat er ook al meteen laagdrempelig contact: ‘O ja, die mensen zijn helemaal niet eng, die zijn helemaal niet vreemd.’ De mensen waren gastvrij en het ijs was meteen gebroken.'

Lees ook de andere interviews over Beschermd Thuis