Ouders, omwonenden, beroepskrachten en andere betrokkenen kunnen hun zorgen over de kwaliteit van kinderopvang melden bij gemeenten of GGD’en. Vervolgens nemen gemeenten of GGD’en deze signalen mee in het toezicht op de kinderopvang. We noemen dat de signaalfunctie. Het afhandelen van de signalen gaat al goed, zo blijkt uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs. Om goede voorbeelden een podium te geven, publiceren we 3 interviews waarin we verschillende gemeenten en GGD’en meer laten vertellen over hun werkwijze rondom de inname en afhandeling van signalen.

Knutselen bij kinderopvang

In het derde interview staan de gemeente Haarlem en GGD Kennemerland centraal. Chantal van Keulen (toenmalig juridisch medewerker bij de gemeente Haarlem), Gloria Forchie (juridisch medewerker bij de gemeente Haarlem) en Lidy den Ouden (toezichthouder bij GGD Kennemerland) vertellen hoe zij binnen de regio omgaan met signalen.

Een compleet beeld van de kwaliteit van kinderopvang

Den Ouden trapt af en geeft aan dat het heel belangrijk is voor betrokkenen om een ingang te hebben waar ze hun zorgen over de kwaliteit van kinderopvang kunnen melden. ‘Melders moeten we serieus nemen want ze kunnen ons helpen om een compleet beeld te krijgen van de kwaliteit van de kinderopvang.’ Forchie vult aan: ‘Het ontvangen van signalen helpt ons om vroegtijdig eventuele problemen te kunnen vaststellen.’  

Van Keulen vertelt dat de meeste signalen bij GGD Kennemerland binnenkomen. Er staat geen meldformulier of verwijzing naar GGD Kennemerland op de gemeentesite. Bij de gemeente komen de meeste signalen binnen via het algemene klachtenportaal. ‘Daarin kunnen we nog een verbeterslag maken. Zo zouden we graag duidelijker naar ouders toe willen communiceren over de mogelijkheid van het melden van signalen’, vertelt Van Keulen.

GGD Kennemerland heeft het afgelopen jaar ongeveer 30 signalen ontvangen. Den Ouden: ‘Signalen komen vooral telefonisch of via de mail binnen. Alle signalen worden geregistreerd. Zo kunnen we goed bijhouden of een signaal al is afgehandeld of niet. Ook zou het voor in de toekomst mooi zijn als we naar een jaaroverzicht van de signalen kunnen kijken, omdat ik vermoed dat we daaruit nog best wel wat informatie over de stand van zaken van de kwaliteit van de kinderopvang kunnen halen.’

Een verscheidenheid aan signalen

Van Keulen: ‘De binnengekomen signalen kunnen verschillen van aard. Ik kan mij nog een signaal van een omwonende herinneren over huilende kinderen in de speeltuin. Of een signaal van ouders die niet tevreden waren over de manier waarop een houder omging met een incident waarbij een kindje was gevallen.’ Verder gaan signalen bijvoorbeeld over brandveiligheid, kapot speelgoed of geluidsoverlast.

Den Ouden vertelt dat de meeste signalen van beroepskrachten afkomstig zijn: ‘Het gaat dan bijvoorbeeld om de beroepskracht-kindratio (BKR). Zo wordt er nog wel eens te vaak met een kind geschoven of worden medewerkers verplaatst naar een andere locatie.’ Meestal heeft dat te maken met de huidige personeelstekorten in de kinderopvang. ‘Bij signalen van beroepskrachten is onze eerste stap altijd om te vragen welke stappen er al gezet zijn. Is er bijvoorbeeld al contact geweest met een leidinggevende? Op arbeidsrechtelijke signalen ondernemen we geen actie. We verwijzen dan door naar de vakbond of de ondernemingsraad. Als een ouder met een signaal of klacht komt, verwijzen we naar de leidinggevende. Als het signaal van algemene aard is, verwijzen we ook naar de oudercommissie. Bij een individuele klacht leggen we uit dat de houder een klachtenregeling heeft en het wenselijk kan zijn een formele klacht in te dienen. Afhankelijk van de situatie is uitleg van de mogelijke acties voldoende of zullen we het signaal zelf ook onderzoeken’, vertelt Den Ouden.  

Gezamenlijk aan de slag

Den Ouden: ‘Op het moment dat er een signaal binnenkomt is er vrijwel altijd direct contact met de gemeente. Of andersom. We gaan dan met elkaar in gesprek over de gewenste vervolgstappen.’ Van Keulen vertelt dat het soms ook wel voorkomt dat GGD Kennemerland een signaal overneemt, dat in eerste instantie bij de gemeente binnenkwam. De GGD’en zitten meer op de uitvoering en beschikken vaak over meer informatie om een signaal op de juiste manier op te pakken. Er zijn verschillende vervolgstappen mogelijk, denk aan een incidenteel onderzoek of het naar voren halen van een regulier onderzoek.

Contact onderhouden met de melder 

Den Ouden: ‘Aan degene die het signaal heeft afgegeven, geven we altijd mee dat we de klacht uiterst serieus nemen. En dat we de melder op de hoogte zullen houden van onze vervolgstappen. Hierbij bewaren we wel professionele afstand. De informatie betreft de processtappen, niet ons inhoudelijk oordeel. Als er bijvoorbeeld een incidenteel onderzoek volgt, dan stellen we de melder daarvan op de hoogte. Naderhand kan een melder dan zelf de conclusies van het onderzoek lezen.’  

Aandachtspunt: de anonimiteit van een melder

Bij het handelen naar signalen is het best ingewikkeld als anonimiteit een rol speelt. Ten eerste kan er bij een anoniem binnengekomen signaal niet naar extra informatie worden gevraagd. Want er zijn simpelweg geen gegevens van de melder bekend. Ten tweede zijn er beroepskrachten die bij het melden van een signaal anoniem willen blijven. ‘Om die anonimiteit te waarborgen zou je dan bij het uitvoeren van de inspectie niet kunnen benoemen dat het om een signaal gaat. Dat is een dilemma’, vertelt Van Keulen. Forchie vult aan: ‘Een paar maanden geleden was er nog een beroepskracht die een signaal introk, omdat deze beroepskracht bang was dat de werkgever kon achterhalen van wie het signaal afkomstig was.’

‘We hebben daar wel enige ervaring mee en er zijn wel mogelijkheden om een beroepskracht te beschermen. Zo kunnen we op verschillende manieren een signaal van een beroepskracht afhandelen’, vult Den Ouden aan.

Goede samenwerking en expertise delen

Van Keulen: ‘Onze samenwerking verloopt erg prettig en we kunnen elkaar altijd bellen. GGD Kennemerland heeft heel veel kennis en voor de collega’s bij gemeenten die de taak toezicht op de kinderopvang, naast andere dossiers, op hun bordje hebben liggen, is het fijn om van die expertise gebruik te maken.’

‘Ook zorgt een goede samenwerking voor vertrouwen. Als je in gezamenlijkheid tot een oplossing komt dan voel je je door elkaar gesteund en spreek je via dezelfde taal naar de houder toe, dat werkt het beste’, constateert Den Ouden. Van Keulen: ‘Aan andere gemeenten zou ik vooral willen meegeven; zoek de samenwerking met elkaar op. Daar begint het mee. En vanuit die samenwerking kan je verder kijken.

Meer informatie

Lees ook het interview: Gemeenten en GGD’en over de signaalfunctie: signalen leiden niet tot een oordeel, maar tot inzicht