Uitgaan van de inwoner, de inwoner boven het proces, een brede aanpak, centrale toegang, geen slagbomen en samen met maatschappelijke partners en inwoners. Op deze waarden bouwde de gemeente Uithoorn het koersplan Sociaal Domein. Nieuwe waarden die een cultuurverandering vragen van alle betrokkenen. 
 

Portret van Jose de Robles

‘Er was binnen het sociaal domein sprake van verkokering op een aantal gebieden’, zegt verantwoordelijk wethouder José de Robles (foto). Eelco Tinga, Afdelingshoofd Samenleving bij de gemeente, beaamt dit. ‘De transitie van taken in het sociaal domein bracht de behoefte aan een andere manier van werken met zich mee. Dat heeft geleid tot het koersplan Sociaal Domein.’

Organisatie in verandering

Het koersplan schetst een organisatie waarbij inwoners die een beroep doen op het sociaal domein één aanspreekpunt hebben. Zo hoeven ze hun verhaal niet steeds opnieuw te vertellen. Ook kijken gemeente, uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke partners of er ‘nog meer speelt’ en pakken ze zaken waar nodig samen op. Hierbij is niet de letter, maar de geest van de wet leidend.

‘Met het koersplan hebben we een mooi document, een goed plan’, vindt De Robles, die zelf een verleden heeft in de wereld van organisatieverandering. ‘Uit ervaring weet ik dat het tijd kost voordat mensen op een andere manier gaan denken, werken en elkaar gaan vinden. Daar zullen we continu aandacht voor moeten houden.’ Thijmen Klinkhamer, Beleidsadviseur Welzijn bij de gemeente, vertelt dat hier in het koersplan rekening mee is gehouden. ‘Richting, ruimte en ruggensteun helpen om de gewenste veranderingen vorm te geven.’

Richting, ruimte en ruggensteun

‘Wil je dat mensen op een nieuwe manier gaan werken, dan moeten ze ook de ruimte krijgen om dat te doen en te leren’, licht Tinga toe. Als voorbeeld noemt hij de ‘strakke’ Participatiewet. Veel inkomensconsulenten volgden lange tijd de letter van de wet. Die moeten nu in de geest van de wet gaan werken. ‘Maatwerk bieden aan inwoners. Out-of-the-box gaan denken. Dan lopen ze ook risico’s en kunnen ze aangesproken worden op hun besluiten. Ze moeten dan weten dat bestuur en management hen steunen in die nieuwe manier van werken.’

De angst dat maatwerk leidt tot willekeur

De Robles ziet aan de ene kant dat mensen het prettig vinden om op deze manier te werken en aan de andere kant nog sterk neigen naar het voorkomen van fouten. De angst dat maatwerk leidt tot willekeur. ‘Het vergt een bepaalde taakvolwassenheid van onze professionals. Daar hoort ook lef bij. Ik geef weleens het voorbeeld van de spoedeisende hulp. Daar komt iemand binnen met druk op zijn borst en iemand met een gebroken been. Geef je ze dan allebei gips? Elke situatie is anders, dus verschilt ook de aanpak. Als je het maar goed kunt uitleggen en onderbouwen. Én weet dat je fouten mag maken.’

Mensgericht

Binnen de nieuwe manier van werken staat de inwoner meer centraal. Aan de andere kant verliest de gemeente de eigen verantwoordelijkheid van die inwoner niet uit het oog. ‘Hulp- en zorgverleners zijn geen betaalde vrienden’, zegt De Robles daarover. ‘Het moet wel ergens toe leiden.’ Dus naast goed luisteren naar wat mensen nodig hebben, is het ook belangrijk om te kijken wat mensen zelf nog kunnen. En wat ze binnen hun netwerk kunnen oplossen. Tinga: ‘Een inwoner kan niet alles van ons verwachten, maar als hij ons nodig heeft zullen we waar nodig de randen van de wet opzoeken om tot een oplossing te komen.’ 

Integraal

Klinkhamer vertelt dat alle medewerkers in de basis een brede uitvraag kunnen doen. ‘Dus vraagt een inwoner een uitkering aan, dan kijkt de inkomensconsulent ook of er misschien hulpmiddelen nodig zijn in huis. En of er – in het geval van kinderen – nog iets vanuit de Jeugdwet nodig is. Dat zijn allemaal stukjes maatwerk.’

Natuurlijk kunnen de consulenten van de verschillende voorzieningen geen expert zijn op alle gebieden. Constateert een Wmo-consulent bij een aanvraag voor huishoudelijke hulp bijvoorbeeld dat er sprake is van schulden, dan haalt hij of zij de expert op dat gebied erbij. ‘We zijn afgestapt van het estafettemodel’, zegt De Robles. ‘In dit geval blijft de Wmo-consulent het aanspreekpunt voor de inwoner. Geeft de brede uitvraag daartoe aanleiding, dan kan de consulent met collega’s van andere disciplines in een casusoverleg bespreken wat er nodig is voor deze inwoner.’ 

Samen 

Om zaken samen te doen is het belangrijk om elkaar te kennen. Dat blijkt door de manier waarop het sociaal domein in de gemeente Uithoorn is georganiseerd nog best een uitdaging. ‘We hebben zeggenschap over onze eigen organisatie’, zegt De Robles. ‘Maar veel van onze taken worden uitgevoerd door gemeenschappelijke regelingen en maatschappelijke partners. Daar hebben we geen zeggenschap, alleen invloed. Dat betekent dat we veel bezig zijn met het bewust maken van de partners van ons gedachtegoed.’

Tips voor andere gemeenten

De Robles ziet – en weet uit eigen ervaring als raadslid – dat de gemeenteraad vaak snel resultaten wil zien. ‘Het is daarom goed om te kijken naar de maatschappelijke effecten die je wilt bereiken. Jezelf af te vragen wat voor gemeente je wilt zijn voor je inwoners. Daar krijg je in mijn optiek de handen in de gemeenteraad wel voor op elkaar.’ 

De uitvoering vraagt bijvoorbeeld om richtlijnen voor maatwerk, terwijl dat juist met elkaar in tegenspraak is

Tinga hamert er vervolgens op dat bestuur, beleid en management in gesprek blijven met de uitvoering. ‘Aan de ene kant om richting te geven, maar ook om te horen wat ze nodig hebben om de gekozen koers te kunnen blijven volgen. Dat is een even boeiend als soms ingewikkeld gesprek. De uitvoering vraagt bijvoorbeeld om richtlijnen voor maatwerk, terwijl dat juist met elkaar in tegenspraak is.’ 

De Robles herhaalt dat verandering tijd en dus capaciteit kost. ‘Het is goed om daar van tevoren al rekening mee te houden binnen je organisatie.’ ‘En er rekening mee te blijven houden’, zegt Tinga. ‘We zijn hier nu zo’n 3,5 jaar bezig met het koersplan. Inmiddels zitten we in de fase van verdieping en borging. Uiteindelijk wil je natuurlijk dat de nieuwe manier van werken vanzelfsprekend is. Dat niemand meer bang is dat maatwerk leidt tot willekeur.’ Of, in de woorden van De Robles, ‘de verandering is geslaagd als we de weg van onbewust onbekwaam naar onbewust bekwaam met succes hebben afgelegd.’

Meer informatie

Bent of gaat u ook aan de slag met een nieuwe koers voor het sociaal domein of onderdelen hiervan? En heeft u hierbij ondersteuning nodig? Neem dan contact op met de adviseur Naleving Werk en inkomen in uw regio.