De VNG heeft op basis van de openbare cijfers IV-3 van de jaarrekeningen 2023 de financiële conditie van gemeenten in kaart gebracht. Het aantal gemeenten met een onvoldoende financiële conditie is in 2023 opgelopen.

Eind 2023 hadden 15 gemeenten een onvoldoende financiële conditie waarvan 3 een 5,5 (t.o.v. 11 gemeenten in 2022, waarvan 7 een 5,5). Ook het aantal gemeenten met een negatief exploitatieresultaat liep op: van 31 in 2022 naar 72 in 2023. Hiervan hebben 10 gemeenten voor het 3e jaar op rij een negatief exploitatieresultaat (was 5 in 2022). 

Met de Monitor financiële conditie gemeenten (xlsx, 613 kB) kunt u zelf uw gemeente selecteren en zien hoe de gemeente scoort op de onderliggende tien kengetallen van de financiële conditie index.

Financiële conditie gemeenten op basis van de jaarrekeningen 2023

Financieringsresultaat

Gemeenten zijn inkomen bestedende organisaties. Van het inkomen dat ze ophalen doen ze uitgaven in plaats van dat ze, zoals bedrijven, met uitgaven juist inkomsten verwerven. En zijn de uitgaven hoger dan de inkomsten dan stijgt de schuld. Het bedrag waarmee de schuld in een jaar stijgt of daalt, heet het financieringsresultaat. 

Omdat gemeenten anders dan privépersonen niet sterven en anders dan bedrijven niet geliquideerd worden, kunnen ze jaarlijks een klein financieringstekort veroorloven zonder dat de schuld relatief gezien stijgt. Daarvoor krijgen de gezamenlijke gemeenten op grond van de wet houdbare overheidsfinanciën (Wet HOF) dan ook een beperkte ruimte toebedeeld van 0,34% van het binnenlands bruto product. 

De gezamenlijke gemeenten hadden in 2023 een negatief financieringsresultaat van € 1,3 miljard (= 1,8% van de baten). Maar op individueel niveau is sprake van verschillen. Dit komt voor een deel doordat gemeenten juist lenen voor investeringen en het niveau daarvan van jaar op jaar verschilt. Een gemeente bouwt niet ieder jaar een nieuwe school. 

93 gemeenten hadden een negatief financieringsresultaat dat de grens van -/- 4,75% van de baten overschreed. Die grens komt overeen met de individuele referentiewaarde voor een dergelijk tekort die volgt uit de Wet HOF. 87 gemeenten hadden een negatief financieringsresultaat tussen de 0% en -/- 4,75%. Daarentegen hadden 162 gemeenten een positief financieringsresultaat. 

Het financieringsresultaat in een jaar wordt grotendeels gevormd door de netto-investeringen (= bruto investeringsuitgaven minus de afschrijvingslasten) en het exploitatieresultaat. Ernaast beïnvloedt de mutatie van de voorraden en de post voorzieningen op de balans het financieringsresultaat. De netto-investeringen van een gemeente gemeten over een wat langere periode horen normaal positief te zijn en veroorzaken daarmee een negatief financieringsresultaat. 

Financieringsresultaat op basis van de jaarrekeningen 2023

Investeringen

In grote delen van het land zijn de investeringen van gemeenten in de afgelopen 4 jaar aangetrokken, nadat ze jarenlang ver onder de maat waren. De netto-investeringen bedroegen € 3,2 miljard. Maar daarmee zijn de opgelopen achterstanden niet ingelopen. 91 gemeenten hadden de afgelopen 4 jaar een hoog investeringsniveau. Er zijn echter ook 46 gemeenten waar in de afgelopen 4 jaar de nominale waarde van de kapitaalgoederenvoorraad op de balans verder is geslonken door een erg laag investeringsniveau.

Om de gemeenteschuld door de netto-investeringen niet (te hoog) te laten oplopen heeft een gemeente ernaast elk jaar een positief exploitatieresultaat nodig voor de financiering van een deel van de netto-investeringen. Het exploitatieresultaat van de gezamenlijke gemeenten is in 2023 uitgekomen op een normale plus van € 1,7 miljard, wat neerkomt op 2,3% van de baten. 

Daarentegen hadden 72 gemeenten in 2023 een negatief exploitatieresultaat. Dat is ruim een verdubbeling van het aantal in 2022 (31 stuks). Het aantal gemeenten met een structureel negatief exploitatieresultaat (3 jaar op rij negatief) is daarmee toegenomen van 5 gemeenten in 2022 naar 10 gemeenten in 2023. 

Met negatieve of zeer bescheiden positieve exploitatieresultaten voor mutatie van de reserves neemt de solvabiliteit van een gemeente af en dus de schuld als aandeel van het bezit toe. Het inzetten van balansreserves daarbij is dus een negatieve bijdrage aan het exploitatieresultaat. Het aantal gemeenten met een erg lage solvabiliteit (kleiner dan 20%) is met 26 stuks ten opzichte van 2022 echter stabiel gebleven. Daarbij zijn er geen gemeenten met schulden hoger dan de waarde van de bezittingen.

Netto-investeringen 2020-2023 in procenten van de baten

Aanpassingen aan de financiële conditie index

De financiële conditie index maakt gebruik van 10 kengetallen en vertrekt van 10 punten. Overschrijdt een kengetal de signaalwaarde dan vindt een half punt aftrek (licht op oranje) of een heel punt aftrek plaats (licht op rood). Naarmate meer kengetallen de signaalwaarde overschrijden daalt de uitkomst voor de financiële conditie index. Bij een uitkomst van 5,5 is de financiële conditie net niet voldoende en bij een uitkomst van 5 of lager onvoldoende. 

De financiële conditie index zelf heeft dit jaar 2 wijzigingen ondergaan. Ten eerste is het kengetal voor het houdbaarheidstekort buiten de index geplaatst. Daarmee is de financiële conditie index veel makkelijker door gemeenten zelf uit te rekenen. Juist het berekenen van het kengetal voor de houdbaarheid brengt veel werk met zich mee. Het houdbaarheidstekort bij een slechtweerscenario voor een oordeel over de gezondheid van de overheidsfinanciën van staten wordt juist zelfstandig gebruikt. De uitkomst op het kengetal wordt met de monitor daarom apart onder de uitkomst voor de financiële conditie vermeld. 

Ten tweede is het kengetal dat keek naar de rentegevoeligheid van het financieringsresultaat (kortgeldratio), vervangen door een kengetal over het financieringsresultaat zelf. Met beide ingrepen is het zicht op de gemeentefinanciën en de selectie van financieel ongezonde gemeenten verbeterd.

Meer informatie

Raadgever Financiële conditie gemeente