Door gemeenten en schuldhulpverleningsorganisaties dezelfde elementen aan te bieden wil het plan ‘Basisdienstverlening Schuldhulpverlening’ de schuldhulpverlening in ons land verder versterken. Gemeenten blijven wel zelf verantwoordelijk voor hun schuldhulpverlening.

Afgelopen maart zetten het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de VNG, de NVVK en Divosa hun handtekening onder de bestuurlijke afspraken ‘Basisdienstverlening Schuldhulpverlening’. Vlak voor de zomer hebben ze in navolging daarvan een actieplan ontwikkeld, vertelt Mariëlle Fleuren, projectleider Verbinden Schuldendomein bij de VNG. 'We zijn lang bezig geweest met uitdenken welke elementen nou echt het verschil kunnen maken in de schuldhulpverlening in Nederland. Met de vier samenwerkingspartners hebben we continu ons proces voorgelegd aan onze achterban, in ons geval de gemeenten. Wat is voor hen uitvoerbaar?'

Gelijktrekken van de schuldhulpverlening

Schuldhulpverlening moet in ieder geval laagdrempeliger worden voor de inwoner. Om dat te bereiken hebben de vier samenwerkingspartners gekozen voor 20 elementen, die of al uitvoerbaar zijn en waarmee gemeenten aan de slag kunnen, of die dat binnenkort zijn. De elementen zijn duidelijk te vinden in 1 online overzicht, waarmee gemeenten via een klik de uitleg per element kunnen zien. De blauwe elementen zijn nu al te inzetten. De oranje elementen zullen binnen nu en een jaar ook blauw worden, en de paarse elementen komen er ook aan, maar dan op iets langere termijn. Zo kunnen gemeenten in een oogopslag zien wat het is, wanneer het kan en waar ze informatie kunnen vinden.

Uiteindelijk is het de bedoeling dat alle elementen in het schuldhulpverleningstraject in alle gemeenten komen, licht Fleuren toe. 'Dat is overigens geen wetgeving, het zijn bestuurlijke afspraken. Gemeenten blijven zelf verantwoordelijk voor hun schuldhulpverlening, en behouden hun beleidsvrijheid. Maar omdat we van tevoren continu nauw samenwerkten met gemeenten zijn dit wel echt reële onderdelen van de schuldhulpverlening, die inwoners helpen hun gemeenten nog beter te vinden, en ervoor zorgen dat deze een hulpaanbod krijgt van nog hogere kwaliteit. We zijn dan ook druk bezig om gemeenten te stimuleren hier gebruik van te maken, zodat we de schuldhulpverlening meer gelijk kunnen trekken. Bij sommige elementen zien we bijvoorbeeld dat 334 gemeenten dit element inzetten.'

Drempelverlagend

De 20 elementen zijn allemaal in te zetten elementen, die zorgen dat het proces nog beter gaat lopen. Een voorbeeld is ‘Geen drempels, faciliteiten’, die ervoor is bedoeld dat de drempel voor inwoners met (problematische) schulden lager wordt om zich voor schuldhulpverlening aan te melden. Fleuren: 'Alle inwoners met financiële zorgen zijn welkom. Gemeenten ontzorgen inwoners met een aanmeldproces zonder drempels, zo voorkomen we dat inwoners zich niet (kunnen) aanmelden of gaandeweg uitvallen. We weten dat schulden voor stress zorgen en dat daardoor het doenvermogen van inwoners tijdelijk afneemt.  Hoe mooi is het dat, wanneer inwoners zich vormvrij kunnen melden en er niet om papieren worden gevraagd en de gemeente zelf veel informatie kan opvragen voor die inwoner. Zo kunnen we het traject veel laagdrempeliger maken, en zorgen dat de inwoner niet afhaakt.'

Het ontsluiten van gegevens voor de uitvoering van de Wgs (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening), wat hiervoor nodig is, is ook een element van de basisdienstverlening.

Een ander element dat de inwoner in schuldhulpverlening helpt is dat (gerechts) deurwaarders in een systeem kunnen raadplegen en zien of een inwoner schuldhulpverlening krijgt. Zij informeren hun klant (de schuldeiser) dat er schuldhulpverlening is aangevraagd en adviseren om af te zien van verdere stappen (dwangmaatregelen). Fleuren: “Er is niets zo frustrerend als wanneer een inwoner net de stap heeft gemaakt voor schuldhulpverlening en er een deurwaarder op de stoep staat. Dat levert heel veel stress op, en ook voor de gerechtsdeurwaarders betekent het kosten die ze niet kunnen terugvorderen. Dat is ontzettend zonde.'

Vroegsignalering 

Leidt het werken met de elementen niet tot meer vraag naar schuldhulpverlening, en kunnen de gemeenten deze druk dan wel aan? Fleuren denkt van wel. 'Als deze vraag stijgt betekent het dat inwoners eerder voor hulp aankloppen. Daardoor hopen wij dat ze minder zware ondersteuning nodig hebben, en je dus een lichtere vorm van schuldhulpverlening kunt inzetten. Mensen zullen minder snel in ernstige problemen komen.'

Maar er zijn nog weinig cijfers om dit te onderbouwen. Een van de 20 elementen uit de Basisdienstverlening Schuldhulpverlening moet daarin verandering brengen, het project Datadelen op armoede en schulden (DDAS). Daarbij verzamelt en ontsluit het CBS gestandaardiseerde data over armoede en schulden. 'We zijn dat nu aan het opschalen en hopelijk krijgen we in 2025 de eerste data over de verschillende onderdelen van schuldhulpverlening. Het is nu nog niet compleet genoeg. Die data kunnen we dan gebruiken om te monitoren en om de kwaliteit van de hulpverlening verder te verbeteren.'

Zelfredzaamheid

Want daar gaat het tenslotte om, gaat Fleuren verder. 'Wanneer je de inwoner nog beter ondersteunt, werk je ook aan het structureel oplossen van de schulden van een inwoner en zijn of haar zelfredzaamheid. Dat is natuurlijk voor een gemeente ook van belang. Want als inwoner en gemeente wil je niet dat een inwoner na bv drie jaar weer terugkomt met een nieuw schuldenpakket.'

De VNG heeft samen met NVVK een Handreiking Samenwerken met vrijwilligersorganisaties (pdf, 1,57 MB) voor gemeenten opgesteld om inwoners in het schuldhulpverleningsproces beter te begeleiden. Hoe geef je bijvoorbeeld een inwoner zoveel kennis, vaardigheden en competenties mee dat deze structureel uit de schulden blijft? Fleuren: 'Daar is niet alleen de gemeente bij gebaat, maar alle vaste lastenpartners en uiteindelijk de hele samenleving.'

Meer informatie