Stap 1.                        

Voorbereiding. Kerkgenootschap doet een beroep op haar recht uit artikel 38 Wlb. En verzoekt  op grond van artikel 40 Wlb  een bijzondere begraafplaats te mogen aanleggen.

Stap 2:

Bij een raadsbesluit wijst de gemeenteraad een geschikte locatie aan.

De gemeenteraad kan verzoeken van private rechtspersonen  (zoals Islamitische organisaties die geen kerkgenootschap zijn) gemotiveerd afwijzen.

Stap 3

De gemeente en het kerkgenootschap sluiten een overeenkomst over de gronduitgifte (overdracht in eigendom of eventueel erfpacht als het kerkgenootschap hiermee akkoord gaat).De gemeenteraad kan voorwaarden voor het gebruik in de overeenkomst opnemen. Voor deze privaatrechtelijke rechtshandeling is het college bevoegd (artikel 160 Gemeentewet). De tekeningsbevoegdheid ligt bij de Burgemeester (artikel 170 Gemeentewet).

Stap 4

Voordat de begraafplaats in gebruik genomen wordt voor begravingen moet het college van B en W toestemming geven door het nemen van een besluit tot in gebruik nemen (artikel 41Wlb). B en W moet dan toetsen of de bijzondere begraafplaats aan de wettelijke voorwaarden (administratie/inrichting) voldoet. Zonder dat besluit kan de begraafplaats niet in gebruik worden genomen.

Voor de besluiten die bij stap 2 en 4 genomen worden, geldt de volgende rechtsbescherming:

  • administratief beroep, bij gedeputeerde staten (artikel 42 lid Wlb i.c.m. afdeling 7.3 Awb)
  • beroep bij de bestuursrechter tegen het besluit van GS (artikel 7:1, 8:1 en 8:6 Awb)
  • Hoger beroep tegen de uitspraak van de bestuursrechter bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Let op: Artikel 88 Wlb. stelt  dat het raadsbesluit of college besluit niet werking treedt zolang de beroepsprocedure duurt (schorsende werking).