Het beheer van gemeentelijke begraafplaatsen is een lokale aangelegenheid, waarbij gemeenten binnen de kaders van de Wlb voorzien in gelegenheid tot begraven. De Wlb schrijft voor dat elke gemeente, alleen of samen met andere gemeenten, in elk geval in één gemeentelijke begraafplaats voorziet. Zij kunnen op deze begraafplaatsen algemene graven uitgeven – waarbij de houder van de begraafplaats bepaalt wie daarin begraven wordt en voor hoe lang – en particuliere graven voor bepaalde en onbepaalde tijd – waarbij de rechthebbende zeggenschap heeft over het graf. Gemeenten hebben op de gemeentelijke begraafplaatsen volgens de wet een zekere zeggenschap over de voorwaarden van uitgifte van de grafrechten en de eerbiediging van een langere grafrust dan het wettelijk minimum (10 jaar). Bij het bieden van gelegenheid tot begraven zijn de wensen van overledenen van groot belang, en daarnaast mogen gemeenten rekening houden met de belangen van onderhoud, beschikbare ruimte en kostendekking. De Wlb laat hierbij ruimte aan de begraafplaatshouder en de betrokkene of diens nabestaanden om afspraken te maken over de duur van de grafrust.

Bij algemene graven beslist  de houder van de begraafplaats op grond van de wet  na het verstrijken van de minimale grafrusttermijn van 10 jaar  over eventuele ruiming van het graf om deze opnieuw te kunnen uitgeven. Bij particuliere graven kan een graf alleen geruimd worden met toestemming van de rechthebbende of  als de grafrechten aflgelopen zijn  (en er geen rechthebbende meer is). Bijvoorbeeld omdat de grafrechten niet meer verlengd worden (in het geval van bepaalde tijd) of niet meer betaald worden. Deze laatste mogelijkheid moet dan in de Beheer verordening of Reglement zijn opgenomen ten tijde van de vestiging van het grafrecht.   . Ook is het mogelijk om in het geval van kennelijke verwaarlozing een particulier graf te ruimen, als de wettelijk voorgeschreven notificatieprocedure wordt gevolgd. De gemeente heeft deze zeggenschap over de afloop van de grafrechten alleen bij de eigen gemeentelijke begraafplaatsen en niet bij bijzondere begraafplaatsen die worden beheerd door kerkgenootschappen of andere privaatrechtelijke organisaties.