Bij een herindeling van onderop is het herindelingsvoorstel het eerste formele document van de gezamenlijke gemeenten waarin ze een concrete beschrijving geven van de voorgenomen herindeling. Nadat  overeenstemming is bereikt over de beoogde fusiepartners, geven de gezamenlijke raden opdracht om tot een herindelingsontwerp te komen.

Binnen het kader van de gezamenlijke gemeenteraden zetten de gezamenlijke colleges van burgemeesters en wethouders in de regel de eerste stappen om tot een concept-herindelingsontwerp te komen, uiteraard bijgestaan door de ambtelijke organisatie. De gemeenten leggen het concept herindelingsontwerp vervolgens 8 weken ter inzage. Alle belanghebbenden kunnen hun reactie geven aan het college van B&W. Het Beleidskader schrijft daarnaast voor dat het concept herindelingsontwerp ook aan de besturen van omliggende gemeenten moet worden gezonden voor het indienen van zienswijzen. Deze periode wordt in de regel ook benut om bestuurlijk overleg te voeren met omliggende, niet bij de herindeling betrokken, gemeenten en de provincie. De colleges van B&W reageren na afloop van terinzagetermijn op de ingekomen zienswijzen en doen verslag van de uitkomsten van het bestuurlijk overleg. De uitkomsten van dit proces kunnen aanleiding zijn het concept-herindelingsontwerp aan te passen. Vervolgens wordt het definitieve herindelingsontwerp oftewel herindelingsadvies aan de betrokken raden voorgelegd. Nadat de gemeenteraden met gelijkluidend besluit hebben ingestemd met het herindelingsadvies, wordt dit aan GS gestuurd. Gedeputeerde staten geven een advies op het herindelingsadvies, mede op basis van de criteria in het Beleidskader gemeentelijke herindeling en sturen het herindelingsadvies met hun zienswijze naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De minister dient  binnen vier maanden een besluit te nemen of hij een wetsvoorstel voorlegt aan de ministerraad. Indien de ministerraad, op voorstel van de minister van BZK, instemt met een wetsvoorstel wordt dat voor advies gezonden aan de Raad van State en daarna ingediend bij de Tweede Kamer.

Zie ook Herindeling Factsheet 1